Onderwijs

Civiele Techniek: stroop of glijmiddel?

De faculteit Civiele Techniek zoekt de invulling van het vijfde jaar in zowel de lengte als de breedte. Er worden vakken opgerekt, maar ook worden nieuwe vakken en onderdelen toegevoegd.

Dekaan Blaauwendraad heeft het over ‘vijf jaar in vijf jaar’. Student Mathijs van Leeuwen zet daar hele grote vraagtekens bij: ,,Voor dit programma heb je minstens zes jaar nodig, of meer.”

De grootste veranderingen vinden plaats in de eerste twee studiejaren. De gemeenschappelijke basis wordt opgerekt naar tweeëneenhalf jaar. Nieuwe vakken erin zijn fysische transportverschijnselen en modelvorming. Prof.dr.ir. J. Blaauwendraad: ,,Vanuit de faculteit was er dringende vraag naar deze twee vakken. Daarnaast bezitten studenten te weinig synthetiserend vermogen. De opgedane kennis wordt te weinig gebruikt in de praktijk. Ze zijn te veel sommetjesmakers.”

Daarom loopt door het hele curiculum ‘de ontwerperslijn’; vanaf het eerstejaar worden de ontwerpersvaardigheden verkregen. De lijn eindigt aan het einde van het vierde jaar met een ontwerpoefening van zes tot acht weken. Andere grote toevoeging is de verplichte stage die evenlang duurt. Het afstudeerwerk blijft van dezelfde duur.

Reacties uit het bedrijfsleven zijn er al. De ‘OCIB’, de adviesraad van de faculteit, heeft kortgeleden positief gereageerd op de veranderingen. Aan de wensen van het bedrijfsleven is voldaan, volgens Blauwendraad.

Mathijs van Leeuwen had als student-lid zitting in de Bestuurstaakgroep Onderwijs (BO), de commissie die van het faculteitsbestuur een vijfjarig curriculum moest opzetten. Ook hij denkt dat het nieuwe curriculum een betere ingenieur zal opleveren, maar twijfelt sterk aan de studeerbaarheid ervan. ,,Voor het huidige programma staat vier jaar, het duurt in de praktijk vijf jaar, of langer. Bij de invulling is weliswaar niet uitgegaan van het oude curriculum, het bevat min of meer dezelfde vakken met wat nieuwe onderdelen toegevoegd. Er is in de praktijk bijna een jaar toegevoegd. Daarom is het vijfjarig curriculum volgens mij niet studeerbaar in vijf jaar, maar minimaal zes jaar”, meent Van Leeuwen. ,,Om dan toch aan de studeerbaarheid te komen, zal er door de Onderwijscommissie gesneden gaan worden in de vakken. De verbreding van het curriculum zal ten koste gaan van de verdieping.”
Kleine vakjes

Ook de studentenfractie in de faculteitsraad heeft zulke bezwaren geuit. Bij de vaststelling van het curriculum in de raad liet deze weten: ,,Indien het huidige programma te zwaar is, dient dat invloed te hebben op het nieuwe curriculum. De uitvoering kan leiden tot ongewenste resultaten zoals het schrappen van studiestof. (…) Het voorstel van het bestuur leidt ertoe dat de civielingenieur minder zal weten van meer.”

Blauwendraad is een andere mening toegedaan: ,,Ieder vak in het nieuwe curriculum zal kritisch bekeken worden door de OC, er zal dus geen nieuwe stof toegevoegd worden aan de vakken. Daarnaast zal het programma veel gestroomlijnder worden. De student zal makkelijker door de jaren glijden.”

Van Leeuwen hierover: ,,Volgens mij is het onmogelijk om bij een onderwijsprogramma dat zoveel kleine vakjes bevat geen vertraging op te lopen. Het derde jaar bestaat, geloof ik, uit zo’n achttien vakken. In de BO heb ik daar tot vervelens toe op zitten hameren, maar andere mensen hebben daar een andere mening over.”

Studieadviseur Van Dort sluit zich gedeeltelijk aan bij de mening van Van Leeuwen: ,,Gezien de huidige doorstroomtijd en de globale vorm van de voorstellen die in de raad behandeld zijn, houd ik mijn hart vast. Maar in de komende maanden zullen de voorstellen verfijnd worden en dan zal ook meer duidelijk worden over de studeerbaarheid.” (T.K.)

Tom Köhler

De faculteit Civiele Techniek zoekt de invulling van het vijfde jaar in zowel de lengte als de breedte. Er worden vakken opgerekt, maar ook worden nieuwe vakken en onderdelen toegevoegd. Dekaan Blaauwendraad heeft het over ‘vijf jaar in vijf jaar’. Student Mathijs van Leeuwen zet daar hele grote vraagtekens bij: ,,Voor dit programma heb je minstens zes jaar nodig, of meer.”

De grootste veranderingen vinden plaats in de eerste twee studiejaren. De gemeenschappelijke basis wordt opgerekt naar tweeëneenhalf jaar. Nieuwe vakken erin zijn fysische transportverschijnselen en modelvorming. Prof.dr.ir. J. Blaauwendraad: ,,Vanuit de faculteit was er dringende vraag naar deze twee vakken. Daarnaast bezitten studenten te weinig synthetiserend vermogen. De opgedane kennis wordt te weinig gebruikt in de praktijk. Ze zijn te veel sommetjesmakers.”

Daarom loopt door het hele curiculum ‘de ontwerperslijn’; vanaf het eerstejaar worden de ontwerpersvaardigheden verkregen. De lijn eindigt aan het einde van het vierde jaar met een ontwerpoefening van zes tot acht weken. Andere grote toevoeging is de verplichte stage die evenlang duurt. Het afstudeerwerk blijft van dezelfde duur.

Reacties uit het bedrijfsleven zijn er al. De ‘OCIB’, de adviesraad van de faculteit, heeft kortgeleden positief gereageerd op de veranderingen. Aan de wensen van het bedrijfsleven is voldaan, volgens Blauwendraad.

Mathijs van Leeuwen had als student-lid zitting in de Bestuurstaakgroep Onderwijs (BO), de commissie die van het faculteitsbestuur een vijfjarig curriculum moest opzetten. Ook hij denkt dat het nieuwe curriculum een betere ingenieur zal opleveren, maar twijfelt sterk aan de studeerbaarheid ervan. ,,Voor het huidige programma staat vier jaar, het duurt in de praktijk vijf jaar, of langer. Bij de invulling is weliswaar niet uitgegaan van het oude curriculum, het bevat min of meer dezelfde vakken met wat nieuwe onderdelen toegevoegd. Er is in de praktijk bijna een jaar toegevoegd. Daarom is het vijfjarig curriculum volgens mij niet studeerbaar in vijf jaar, maar minimaal zes jaar”, meent Van Leeuwen. ,,Om dan toch aan de studeerbaarheid te komen, zal er door de Onderwijscommissie gesneden gaan worden in de vakken. De verbreding van het curriculum zal ten koste gaan van de verdieping.”
Kleine vakjes

Ook de studentenfractie in de faculteitsraad heeft zulke bezwaren geuit. Bij de vaststelling van het curriculum in de raad liet deze weten: ,,Indien het huidige programma te zwaar is, dient dat invloed te hebben op het nieuwe curriculum. De uitvoering kan leiden tot ongewenste resultaten zoals het schrappen van studiestof. (…) Het voorstel van het bestuur leidt ertoe dat de civielingenieur minder zal weten van meer.”

Blauwendraad is een andere mening toegedaan: ,,Ieder vak in het nieuwe curriculum zal kritisch bekeken worden door de OC, er zal dus geen nieuwe stof toegevoegd worden aan de vakken. Daarnaast zal het programma veel gestroomlijnder worden. De student zal makkelijker door de jaren glijden.”

Van Leeuwen hierover: ,,Volgens mij is het onmogelijk om bij een onderwijsprogramma dat zoveel kleine vakjes bevat geen vertraging op te lopen. Het derde jaar bestaat, geloof ik, uit zo’n achttien vakken. In de BO heb ik daar tot vervelens toe op zitten hameren, maar andere mensen hebben daar een andere mening over.”

Studieadviseur Van Dort sluit zich gedeeltelijk aan bij de mening van Van Leeuwen: ,,Gezien de huidige doorstroomtijd en de globale vorm van de voorstellen die in de raad behandeld zijn, houd ik mijn hart vast. Maar in de komende maanden zullen de voorstellen verfijnd worden en dan zal ook meer duidelijk worden over de studeerbaarheid.” (T.K.)

Tom Köhler

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.