Onderwijs

CDA en VVD willen landelijke visitatiecommissies

Regeringspartijen VVD en CDA willen dat alle vergelijkbare hbo-opleidingen voortaan door één en dezelfde visitatiecommissie worden beoordeeld. Nu mogen ze allemaal hun eigen commissie inhuren.

Doordat op die manier de opleidingen beter met elkaar vergeleken kunnen worden, verwachten ze dat de onderwijskwaliteit zal toenemen. De 27 opleidingen commerciële economie bijvoorbeeld zouden dan allemaal hetzelfde panel van deskundigen over de vloer krijgen.

Momenteel is het onderling vergelijken van hbo-opleidingen minder goed mogelijk, vinden CDA-kamerlid Sander de Rouwe en VVD-kamerlid Anne-Wil Lucas. Zij pleiten voor dezelfde aanpak als in het wetenschappelijk onderwijs. Daar is het wel gebruikelijk dat één commissie alle opleidingen van een bepaalde studie beoordeelt en accrediteert.

Lucas wil dat bij de beoordeling van opleidingen voortaan ook het arbeidsmarktperspectief van hun afgestudeerden wordt meegenomen. “Baankansen en startsalaris zeggen misschien nog wel meer over de kwaliteit van een opleiding dan al die beoordelingsrapporten. Het is bovendien wat ouders het belangrijkst vinden bij de studiekeuze van hun kind: Gaat mijn zoon of dochter hiermee een baan vinden?”

Lucas en De Rouwe zien niets in het plan van PVV en SP om hbo’ers aan het eind van hun studie een landelijk examen te laten afnemen. De Rouwe: “Dat lijkt me niet haalbaar, we willen juist dat opleidingen zich gaan onderscheiden van elkaar. Bovendien kost de invoering van landelijke examens een hoop geld, dat dan niet kan worden uitgegeven aan goed onderwijs.”

Het aantal Nederlandse Erasmus-studenten is in studiejaar 2008/2009 met zeventien procent gegroeid: twee keer zo snel als in de rest van Europa, want het totale aantal Erasmus-studenten nam met 8,7 procent toe. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van de Europese Unie.

Het komt vooral door stages, waarvoor studenten sinds 2007 een beurs kunnen aanvragen. Het totale aantal Erasmus-stagiairs nam met de helft toe. Maar ook studiepunten halen doen Nederlandse studenten tegenwoordig iets vaker met een Erasmus-beurs: dat aantal groeide met 4,3 procent, terwijl de rest van Europa op 3,4 procent bleef steken.

Vooral Spanje, Frankrijk en Duitsland waren populaire bestemmingen voor Erasmus-studenten, maar Nederlanders gingen liever naar Groot-Brittannië: daar gingen 631 Nederlanders studeren en 410 studenten stagelopen.

Gemiddeld gingen Erasmus-studenten voor een studie iets meer dan zes maanden op pad en voor een stage 4,5 maanden.

Het aantal Erasmus-studenten zal de komende jaren waarschijnlijk groeien, aangezien het budget wordt verruimd.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.