Onderwijs

Bussemaker: ‘Hoe goed waren prestatieafspraken?’

Snellere studenten, betere docenten, een hoger niveau… Het kabinet dwong hogescholen en universiteiten tot prestatieafspraken en wil nu weten of dat heeft geholpen.

Tot 1 maart 2017 heeft een speciale evaluatiecommissie de tijd om haar licht over de zogeheten prestatieafspraken te laten schijnen, meldt het ministerie van Onderwijs vandaag. Voorzitter is commissaris van de koning Wim van de Donk

Het kabinet is zelf best tevreden over de afspraken uit 2012, blijkt uit de opdracht aan de commissie. De leden moeten bekijken “hoe deze afspraken hebben bijgedragen aan de groei van de kwaliteitscultuur in het hoger onderwijs”.

Eindstreep

Maar critici vinden dat er helemaal geen sprake is van een bijdrage. De afspraken hebben misschien wel iets in beweging gezet, erkennen ze, maar leiden uiteindelijk tot rendementsdenken: in plaats van serieuze kwaliteitsverbetering na te streven zouden opleidingen studenten zo snel mogelijk naar de eindstreep jagen.

De discussie over het vervolg op de prestatieafspraken zal dus nog hoog oplopen. Om goed beslagen ten ijs te komen heeft de Vereniging Hogescholen alvast een eigen commissie op poten gezet. Die zal dit najaar advies geven over de toekomst van de prestatieafspraken.

Let wel, deze twee commissies komen boven op de gewone ‘reviewcommissie’, die dit najaar moet oordelen over het naleven van de afspraken: hebben de onderwijsinstellingen gedaan wat ze beloofden?

Scheidsrechter

Om het in sporttermen te zeggen: de onderwijsinstellingen zijn de spelers, de reviewcommissie is de scheidsrechter in het veld, de twee evaluatiecommissies zijn de commentatoren in de studio en het ministerie bepaalt de spelregels.

Het gaat om miljoenen euro’s. Zeven procent van de onderwijsbekostiging is ervan afhankelijk. Als onderwijsinstellingen hun eigen ambities niet halen, moeten ze kunnen uitleggen waarom het niet is gelukt. Dan kan minister Bussemaker over haar hart strijken en besluiten om de onderwijsinstelling niet te korten.

Met name hogescholen hebben het moeilijk. Jaar na jaar blijken minder studenten de eindstreep te halen. Ze moeten het ‘rendement’ dus verbeteren, maar ze willen ook het niveau van de opleidingen verhogen. Ook de universiteiten hebben nog wel iets uit te leggen: zijn alle docenten didactisch voldoende geschoold?

Politieke partijen hebben overigens allang hun conclusies getrokken. De prestatieafspraken gaan verdwijnen, maar er komen kwaliteitsafspraken voor terug. De vraag is alleen wat die afspraken gaan voorstellen.

Dit kan zelfs een bescheiden rol gaan spelen in de verkiezingscampagnes, zoals eerder de langstudeerboete en de ov-studentenkaart. Op 15 maart 2017 zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer, dus één ding staat vast: pas in de volgende regeerperiode wordt duidelijk hoe die afspraken eruit gaan zien.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.