Campus

Bumperkleven mag

Meer asfalt om het fileprobleem tegen te gaan? Welnee, meer auto’s! Die ook nog eens zoveel mogelijk bumperkleven. Vier 3mE-studenten onderzochten hoe je dat zo veilig en efficiënt mogelijk maakt.


Een beetje moderne auto is uitgerust met allerhande fijne snufjes, die het rijden niet alleen luxer maar vooral ook veiliger maken. Adaptive cruise control bijvoorbeeld, waarbij een radar in de auto de snelheid van zijn voorganger meet, en daar zijn eigen snelheid op aanpast. Hartstikke handig voor de luie automobilist, maar er kleeft één nadeeltje aan: “Je moet behoorlijk wat afstand houden. Als je voorganger plotseling remt, zit je er anders zo bovenop”, aldus 3mE-student Caspar Gevaerts (23). “Alleen, als je veel afstand houdt, schieten er dus ook auto’s tussen jou en je voorganger. Dan kun je je hele adaptive cruise control opnieuw instellen.”


Samen met Albert Aalbers (21), Debbie Smans (25) en Koen van Witteveen (23) ontwikkelde hij voor zijn bachelor-eindproject daarom cooperative adaptive cruise control. Die gaat een stapje verder: hij geeft de positie, snelheid en versnelling van de auto voor je door aan jouw auto. “Daarmee is het uiteindelijk mogelijk om tot op twee centimeter afstand van je voorganger te rijden”, zegt Gevaerts, “en passen er dus meer auto’s op de weg.” Dat op zich is niet zo nieuw – in 1996 lukte iets dergelijks al met identieke auto’s die op tien centimeter van elkaar reden – maar de studenten onderzochten ook nog of niet alleen de auto voor je zijn gegevens kan koppelen aan de jouwe, maar ook de auto dáárvoor. “Mensen die al wat langer autorijden, kijken namelijk ook altijd een paar auto’s vooruit; ze anticiperen”, aldus Gevaerts.


Het was geen grote verrassing dat ook dat mogelijk bleek. Er kleven alleen ook wat nadelen aan de techniek. Zo zou 70 tot 80 procent van de auto’s ermee uitgerust moeten zijn, anders heeft jouw auto geen andere auto’s om mee te ‘communiceren’. Maar niet iedereen koopt tussen nu en heel snel een dikke nieuwe auto waar het systeem standaard in zit, dus hoe bereik je dat? Gevaerts: “Je zou auto’s er vanaf nu standaard mee kunnen uitrusten. Als je het systeem dan over twintig jaar activeert, weet je zeker dat 70 procent van de auto’s erop werkt.”


Daarnaast zouden auto’s met cooperative adaptive cruise control eigenlijk een eigen baan moeten hebben, anders krijg je een slinger auto’s op de middelste baan die het van baan verwisselen voor andere auto’s onmogelijk maakt. En last but not least: laat automobilisten er maar eens op vertrouwen, want zó dicht op je voorganger rijden, is natuurlijk doodeng. “Ook dat heeft tijd nodig”, denkt de student. “Het moet echt 100 procent fail proof zijn voordat mensen ermee durven rijden.”

Vooralsnog duurt het dus nog minstens een generatie voordat de snelwegen nog voller zijn, maar het fileprobleem is opgelost. Dát het een oplossing is, is zeker. “Geen idee of er nu nog verder onderzoek naar komt”, zegt Gevaerts. “Dat moet onze begeleider maar op waarde schatten.”


Onderzoek: ‘Cooperative adaptive cruise control, the implementation of multi-vehicle acceleration data’

Eindcijfer: 7,5

Kiwi-robot
Jetze Schaafsma heeft de originaliteitsprijs gewonnen bij het beantwoorden van de vraag wat het mystery object is in de TU Delft Library. Zijn antwoord: een kiwi-robot. In werkelijkheid is het een röntgendiffractor, de ‘Guinier-de Wolff Quadruple Focusing Camera II’, die werd gebruikt om kristalvormen te identificeren en structurele roosterfouten te ontdekken. P.M. de Wolff werkte bij de TU en ontwierp in 1948 deze camera als verbetering op de bestaande Guinier-camera, wist Adriaan van Natijne. Beiden wonnen een iPod en 25 euro iTunes-tegoed.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.