Campus

Brreng-tjakkad-jik-tjoeng-tjaktjaktjak

Bekend om zijn meedogenloze multi-mediashow en praten als brugman als het over muziek gaat. Eboman is de uitsmijter van het lustrumfeest, volgende week donderdag.

Een voorproefje bij de meester thuis.

De NPS-cultuurprijswinnaar en multi-media artiest verontschuldigt zich voor de rotzooi. Hij is nog maar net gehuisvest in een anti-kraakpand en moet er binnenkort alweer uit. Zijn studio oogt als een jongenskamer. Afgetrapte meubels en zwerfrommel omsingelen het centrum van zijn activiteiten: een stapel onberispelijk opgestelde computerapparatuur. Alles lijkt zo de verhuisdoos weer in te kunnen. Sjiek is anders, maar dat dondert niet. Zolang hij maar kan componeren.

Jeroen Hofs (24) alias Eboman maakt een sympathieke, rustige indruk. Maar zodra hij over muziek begint, veert hij onwillekeurig op en beeldt met zwaaiende armen muziekfragmenten uit. Bij elk geluid zoekt hij een beeld, bij elk beeld een geluid, en dat is te merken. Zijn multi-media apparatuur werkt uitsluitend met allebei, en zelfs zijn vrienden lijken aan zijn zoektocht ten prooi gevallen. Voor het gesprek goed en wel begint stormt vriendin Mascha binnen. Sorry voor de storing, ze heeft wat cultvideo’s voor hem bij zich, er staan prachtige beeldfragmenten op, ze legt ze wel ergens neer. Nog geen tel later loopt een vriend binnen met ouwe elpees onder zijn arm. Hij liep langs het Waterlooplein, zag ze liggen en dacht aan Jeroen. Zodoende. Jeroen vingert er geroutineerd doorheen. Hartstikke gaaf, hij gaat zo luisteren. Zit nu even in een interview.

Wanneer het allemaal begonnen is? Al vanaf zijn twaalfde, gelooft hij. Een draaitafel, twee tapedecks, en dan maar mixen, scratchen, klooien. Hij en vele anderen in het land. Ademloos luisteren naar Radio Drie, luisteren naar wie zijn mix op de radio kreeg. De Bond van Doorstarters, Ben Liebrand, die tijd dus. Nee, zelf had hij de radio nooit gehaald. Toen nog niet.
Amiga

De komst van de Amiga computer veranderde alles. Opeens werkte hij honderd procent digitaal. Geluiden samplen, videobeelden bewerken, beeld en geluid synchroon afspelen: het kon zomaar, en dat voor een manneke van zestien! Kosten deed het niks, moet ik weten. En met wat kunstgrepen leek het al heel wat. Vier gelijktijdig klinkende digitale geluidskanalen bijvoorbeeld, dat betekende twee dubbele stereokanalen per Amiga. Weinig natuurlijk volgens echte studionormen, maar koppelde je je Amiga met die van een vriendje uit de buurt, dan had je ineens acht kanalen. Splittersoftware erbij, zestien kanalen. Zodoende creëerde hij complete arrangementen.

Zijn muziek klonk ritmisch gezien een beetje naar breakbeats, naar stepbeats. Ken ik die termen niet?Brreng-tjakkad-jik-tjoeng-tjaktjaktjak? Precies, een soort jungle, maar dat ging pas later zo heten. De primitieve knip-en-plak mogelijkheden van de Amiga deden er nog een schepje bovenop: de arrangementen waren vaak zo grof van opzet, dat dat een hele vette sound gaf. Wat vet is? Vet betekent dat iets gewoon goed is. Een vet geluid. Een vette computer.

Maar dat is verleden tijd. Inmiddels is hij bekend, kan van zijn optredens leven. Niet van zijn discografie, want die is nog te klein. Zijn optredens staan bekend als markant: strakke, ritmische muziek, steevast begeleid door bijpassende videobeelden. Niemand anders doet hem dat na, dat gebruiken van beelden. Is nu eenmaal zijn eigen manier van omgaan met samples. Een sample is voor hem nooit zomaar een geluid geweest. Een sample betekent sfeer. Het roept beelden bij hem op. Als hij jazz hoort, ziet hij onwillekeurig Charlie Parker staan, niet dan? In zwart-wit natuurlijk; hoe anders herinnert hij zich Charlie Parker. Dus wil hij dat laten zien. Precies zoals het in zijn hoofd gebeurt. Uitgesproken vuistregels hanteert hij niet. Wel engelengeduld en gedrevenheid. Wat sta jij toch te mierenneuken, zeggen ze wel eens. Want twee eenvoudige sampletjes in elkaar passen bijvoorbeeld, daar kan hij aan één stuk door vier uur mee bezig zijn.
Hit

De plaat die hij vorig jaar uitbracht, zijn allereerste, werd ogenblikkelijk een hit. Dat was wel grappig; hij kwam eigenlijk helemaal uit het niks. Radio Drie, de NPS-prijsuitreiking op televisie; ineens ontmoette hij andere circuits en andere circuits ontmoetten hem. Theatermensen, radiomensen, televisiemensen. Ken ik de leader van VPRO’s Villa Achterwerk? Hij heeft een hekel aan pochen, maar da’s ook van hem. Op zijn opleiding beeldende vormgeving zagen ze hem ondertussen weinig meer, maar dat deerde niet. Het succes van Eboman kwam hem uiteindelijk goed van pas: hij studeerde af op zichzelf.

Voornamelijk thuis, dat wel. Want de apparatuur op school, die stelde niks voor. Veel gehannes met tapes en videobanden, om moe van te worden. Thuis kon hij inmiddels tien videobeelden tegelijk mengen, geheel digitaal. De ontwikkelingen denderden immers maar voort, en nog steeds. Wat nu heel normaal is, was twee jaar geleden nog absurd. Faden, mixen, monteren, blue screen technieken: tien seconden rommelen en klaar ben je. Alleen: je moet wel veel zelfbeheersing hebben, want digitale techniek maakt veel mogelijk.

Te veel misschien wel. Elke artiest krijgt gaandeweg het zelfde instrumentarium ter beschikking, elke artiest kan over een ander zijn werk beschikken. Een sample van het werk van een collega is even gemakkelijk gemaakt als een sample van wat getrommel op de eigen keukentafel. Iets ander effectje eroverheen en thanks man, je hebt weer een nieuw kunstwerk. Je moet telkens weer de balans vinden tussen superorigineel zijn of superjatwerk verrichten. Zoniet, dan verspeel je je bestaansrecht als componist.

Zijn agenda is voorlopig bomvol. In december moet er een nieuw nummer uit, in maart een heel album. Als voorproefje laadt hij het december-arrangement in het computergeheugen. Enkelemuisklikken later blaast door de luidsprekers een stevige, complexe beat. Obligaat meedeinen is overbodig; het muziekstuk is goed doortimmerd, het imponeert, is vet. Hij heeft zich er suf aan gewerkt. Toch is hij nog steeds niet tevreden. Er moet nog veel meer bij. Een andere bassline, een complete animatie, een logische verhaallijn. Als het moest, kan hij alleen over dat nummer al een half uur doorpraten. Soms blijft zo’n nummer heel lang liggen, soms rondt hij het in een rotgang af. ‘Garbage’ is zo’n voorbeeld; een keigoed nummer dat hij in twee middagen uit zijn mouw schud de. Af en toe probeert hij te verklaren hoe dat kan, maar dat is eigenlijk precies wat je niet moet doen. Zo nuchter is hij ook wel weer. Alleen stug doorwerken helpt.

Bekend om zijn meedogenloze multi-mediashow en praten als brugman als het over muziek gaat. Eboman is de uitsmijter van het lustrumfeest, volgende week donderdag. Een voorproefje bij de meester thuis.

De NPS-cultuurprijswinnaar en multi-media artiest verontschuldigt zich voor de rotzooi. Hij is nog maar net gehuisvest in een anti-kraakpand en moet er binnenkort alweer uit. Zijn studio oogt als een jongenskamer. Afgetrapte meubels en zwerfrommel omsingelen het centrum van zijn activiteiten: een stapel onberispelijk opgestelde computerapparatuur. Alles lijkt zo de verhuisdoos weer in te kunnen. Sjiek is anders, maar dat dondert niet. Zolang hij maar kan componeren.

Jeroen Hofs (24) alias Eboman maakt een sympathieke, rustige indruk. Maar zodra hij over muziek begint, veert hij onwillekeurig op en beeldt met zwaaiende armen muziekfragmenten uit. Bij elk geluid zoekt hij een beeld, bij elk beeld een geluid, en dat is te merken. Zijn multi-media apparatuur werkt uitsluitend met allebei, en zelfs zijn vrienden lijken aan zijn zoektocht ten prooi gevallen. Voor het gesprek goed en wel begint stormt vriendin Mascha binnen. Sorry voor de storing, ze heeft wat cultvideo’s voor hem bij zich, er staan prachtige beeldfragmenten op, ze legt ze wel ergens neer. Nog geen tel later loopt een vriend binnen met ouwe elpees onder zijn arm. Hij liep langs het Waterlooplein, zag ze liggen en dacht aan Jeroen. Zodoende. Jeroen vingert er geroutineerd doorheen. Hartstikke gaaf, hij gaat zo luisteren. Zit nu even in een interview.

Wanneer het allemaal begonnen is? Al vanaf zijn twaalfde, gelooft hij. Een draaitafel, twee tapedecks, en dan maar mixen, scratchen, klooien. Hij en vele anderen in het land. Ademloos luisteren naar Radio Drie, luisteren naar wie zijn mix op de radio kreeg. De Bond van Doorstarters, Ben Liebrand, die tijd dus. Nee, zelf had hij de radio nooit gehaald. Toen nog niet.
Amiga

De komst van de Amiga computer veranderde alles. Opeens werkte hij honderd procent digitaal. Geluiden samplen, videobeelden bewerken, beeld en geluid synchroon afspelen: het kon zomaar, en dat voor een manneke van zestien! Kosten deed het niks, moet ik weten. En met wat kunstgrepen leek het al heel wat. Vier gelijktijdig klinkende digitale geluidskanalen bijvoorbeeld, dat betekende twee dubbele stereokanalen per Amiga. Weinig natuurlijk volgens echte studionormen, maar koppelde je je Amiga met die van een vriendje uit de buurt, dan had je ineens acht kanalen. Splittersoftware erbij, zestien kanalen. Zodoende creëerde hij complete arrangementen.

Zijn muziek klonk ritmisch gezien een beetje naar breakbeats, naar stepbeats. Ken ik die termen niet?Brreng-tjakkad-jik-tjoeng-tjaktjaktjak? Precies, een soort jungle, maar dat ging pas later zo heten. De primitieve knip-en-plak mogelijkheden van de Amiga deden er nog een schepje bovenop: de arrangementen waren vaak zo grof van opzet, dat dat een hele vette sound gaf. Wat vet is? Vet betekent dat iets gewoon goed is. Een vet geluid. Een vette computer.

Maar dat is verleden tijd. Inmiddels is hij bekend, kan van zijn optredens leven. Niet van zijn discografie, want die is nog te klein. Zijn optredens staan bekend als markant: strakke, ritmische muziek, steevast begeleid door bijpassende videobeelden. Niemand anders doet hem dat na, dat gebruiken van beelden. Is nu eenmaal zijn eigen manier van omgaan met samples. Een sample is voor hem nooit zomaar een geluid geweest. Een sample betekent sfeer. Het roept beelden bij hem op. Als hij jazz hoort, ziet hij onwillekeurig Charlie Parker staan, niet dan? In zwart-wit natuurlijk; hoe anders herinnert hij zich Charlie Parker. Dus wil hij dat laten zien. Precies zoals het in zijn hoofd gebeurt. Uitgesproken vuistregels hanteert hij niet. Wel engelengeduld en gedrevenheid. Wat sta jij toch te mierenneuken, zeggen ze wel eens. Want twee eenvoudige sampletjes in elkaar passen bijvoorbeeld, daar kan hij aan één stuk door vier uur mee bezig zijn.
Hit

De plaat die hij vorig jaar uitbracht, zijn allereerste, werd ogenblikkelijk een hit. Dat was wel grappig; hij kwam eigenlijk helemaal uit het niks. Radio Drie, de NPS-prijsuitreiking op televisie; ineens ontmoette hij andere circuits en andere circuits ontmoetten hem. Theatermensen, radiomensen, televisiemensen. Ken ik de leader van VPRO’s Villa Achterwerk? Hij heeft een hekel aan pochen, maar da’s ook van hem. Op zijn opleiding beeldende vormgeving zagen ze hem ondertussen weinig meer, maar dat deerde niet. Het succes van Eboman kwam hem uiteindelijk goed van pas: hij studeerde af op zichzelf.

Voornamelijk thuis, dat wel. Want de apparatuur op school, die stelde niks voor. Veel gehannes met tapes en videobanden, om moe van te worden. Thuis kon hij inmiddels tien videobeelden tegelijk mengen, geheel digitaal. De ontwikkelingen denderden immers maar voort, en nog steeds. Wat nu heel normaal is, was twee jaar geleden nog absurd. Faden, mixen, monteren, blue screen technieken: tien seconden rommelen en klaar ben je. Alleen: je moet wel veel zelfbeheersing hebben, want digitale techniek maakt veel mogelijk.

Te veel misschien wel. Elke artiest krijgt gaandeweg het zelfde instrumentarium ter beschikking, elke artiest kan over een ander zijn werk beschikken. Een sample van het werk van een collega is even gemakkelijk gemaakt als een sample van wat getrommel op de eigen keukentafel. Iets ander effectje eroverheen en thanks man, je hebt weer een nieuw kunstwerk. Je moet telkens weer de balans vinden tussen superorigineel zijn of superjatwerk verrichten. Zoniet, dan verspeel je je bestaansrecht als componist.

Zijn agenda is voorlopig bomvol. In december moet er een nieuw nummer uit, in maart een heel album. Als voorproefje laadt hij het december-arrangement in het computergeheugen. Enkelemuisklikken later blaast door de luidsprekers een stevige, complexe beat. Obligaat meedeinen is overbodig; het muziekstuk is goed doortimmerd, het imponeert, is vet. Hij heeft zich er suf aan gewerkt. Toch is hij nog steeds niet tevreden. Er moet nog veel meer bij. Een andere bassline, een complete animatie, een logische verhaallijn. Als het moest, kan hij alleen over dat nummer al een half uur doorpraten. Soms blijft zo’n nummer heel lang liggen, soms rondt hij het in een rotgang af. ‘Garbage’ is zo’n voorbeeld; een keigoed nummer dat hij in twee middagen uit zijn mouw schud de. Af en toe probeert hij te verklaren hoe dat kan, maar dat is eigenlijk precies wat je niet moet doen. Zo nuchter is hij ook wel weer. Alleen stug doorwerken helpt.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.