Europese universiteiten steken pover af bij de Amerikaanse. Om daar verandering in te kunnen brengen, hebben ze meer geld en vrijheid nodig.
Tijdens zijn intreerede als hoogleraar intellectuele grondslagen van politieke ontwikkelingen, bepleitte prof.mr.dr. Frits Bolkestein woensdag voor forsere investeringen in de Nederlandse universiteiten. Zijn opmerking maakte deel uit van een pessimistisch getint betoog over de toekomst van de Europese Unie, waarbij hij zich opnieuw tegenstander van toetreding van Turkije verklaarde.
Aan de hand van ranglijsten betoogde Bolkestein in de Nieuwe Kerk in Den Haag dat de Europese universiteiten . Oxford en Cambridge uitgezonderd . de Amerikaanse universiteiten niet kunnen bijbenen. Europa steekt vergeleken met de Verenigde Staten te weinig geld in hoger onderwijs, stelde Bolkestein. “Universiteiten hebben meer geld nodig en zij verdienen dat ook.” Ook moesten ze meer vrijheid krijgen. “Als de Universiteit van Leiden aan de poort wil selecteren, moet dat mogelijk worden gemaakt”, verklaarde de hoogleraar, die zowel in Delft als in Leiden doceert. “Universiteiten moeten hun eigen zaken regelen maar liefst zonder onnodige bureaucratie.”
Vervolgens zei Bolkestein te betwijfelen of aan universiteiten wel hard genoeg wordt gewerkt. Naast meer geld en meer vrijheid is meer inspanning nodig. Hij toonde zich ongerust over plagiaat door studenten. “Niet alleen komt dat volgens een onderzoek van de Universiteit van Utrecht op grote schaal voor, in ruim een derde van de gevallen geven de studenten er geen blijk van te beseffen dat zij verkeerd handelen.” Bolkestein constateerde dat de ‘geringschatting voor de prestatiemoraal’ tot de verleden tijd behoort. Hij noemde dat fenomeen ‘één van de meest verderfelijke aspecten van de culturele revolutie van 1968’. Bolkestein geldt niet als een man die met een vertederde glimlach terugkijkt op het love and peace-tijdperk.
Ook de Europese Unie bekeek hij niet door een roze bril. “De inspiratie van de aartsvaders is verdwenen, de magie van het eerste uur verdampt”, stelde hij vast. “Het gesprek tussen de lidstaten in Brussel is een glashard gevecht om geld, macht en invloed. Het cement van de Europese Unie . dat zijn de nationale belangen.” Een Europese federatie was een fata morgana, een ‘kern-Europa’ dat de voorhoede zou kunnen vormen van zo’n Europa al evenzeer. En tot een echte Europese buitenlandse politiek zou het nooit komen.
Bolkestein stelde dat ‘de West-Europeanen in het algemeen en Nederlanders in het bijzonder hun zelfvertrouwen zijn kwijtgeraakt’. Ook over de haperende economie toonde hij zich bezorgd. “Het is van groot belang dat Europa producten vervaardigt met een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde, die met een patent tegen concurrenten kunnen worden verdedigd. Daaraan hapert het.” Zijn pogingen als eurocommissaris om tot één patent voor alle 25 lidstaten te komen, waren ‘gestrand op de onherbergzame kust der nationale belangen’.
Tijdens zijn intreerede als hoogleraar intellectuele grondslagen van politieke ontwikkelingen, bepleitte prof.mr.dr. Frits Bolkestein woensdag voor forsere investeringen in de Nederlandse universiteiten. Zijn opmerking maakte deel uit van een pessimistisch getint betoog over de toekomst van de Europese Unie, waarbij hij zich opnieuw tegenstander van toetreding van Turkije verklaarde.
Aan de hand van ranglijsten betoogde Bolkestein in de Nieuwe Kerk in Den Haag dat de Europese universiteiten . Oxford en Cambridge uitgezonderd . de Amerikaanse universiteiten niet kunnen bijbenen. Europa steekt vergeleken met de Verenigde Staten te weinig geld in hoger onderwijs, stelde Bolkestein. “Universiteiten hebben meer geld nodig en zij verdienen dat ook.” Ook moesten ze meer vrijheid krijgen. “Als de Universiteit van Leiden aan de poort wil selecteren, moet dat mogelijk worden gemaakt”, verklaarde de hoogleraar, die zowel in Delft als in Leiden doceert. “Universiteiten moeten hun eigen zaken regelen maar liefst zonder onnodige bureaucratie.”
Vervolgens zei Bolkestein te betwijfelen of aan universiteiten wel hard genoeg wordt gewerkt. Naast meer geld en meer vrijheid is meer inspanning nodig. Hij toonde zich ongerust over plagiaat door studenten. “Niet alleen komt dat volgens een onderzoek van de Universiteit van Utrecht op grote schaal voor, in ruim een derde van de gevallen geven de studenten er geen blijk van te beseffen dat zij verkeerd handelen.” Bolkestein constateerde dat de ‘geringschatting voor de prestatiemoraal’ tot de verleden tijd behoort. Hij noemde dat fenomeen ‘één van de meest verderfelijke aspecten van de culturele revolutie van 1968’. Bolkestein geldt niet als een man die met een vertederde glimlach terugkijkt op het love and peace-tijdperk.
Ook de Europese Unie bekeek hij niet door een roze bril. “De inspiratie van de aartsvaders is verdwenen, de magie van het eerste uur verdampt”, stelde hij vast. “Het gesprek tussen de lidstaten in Brussel is een glashard gevecht om geld, macht en invloed. Het cement van de Europese Unie . dat zijn de nationale belangen.” Een Europese federatie was een fata morgana, een ‘kern-Europa’ dat de voorhoede zou kunnen vormen van zo’n Europa al evenzeer. En tot een echte Europese buitenlandse politiek zou het nooit komen.
Bolkestein stelde dat ‘de West-Europeanen in het algemeen en Nederlanders in het bijzonder hun zelfvertrouwen zijn kwijtgeraakt’. Ook over de haperende economie toonde hij zich bezorgd. “Het is van groot belang dat Europa producten vervaardigt met een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde, die met een patent tegen concurrenten kunnen worden verdedigd. Daaraan hapert het.” Zijn pogingen als eurocommissaris om tot één patent voor alle 25 lidstaten te komen, waren ‘gestrand op de onherbergzame kust der nationale belangen’.
Comments are closed.