Onderwijs

Blunderen is juist goed

“Nooit een fout maken, is nooit iets leren.” Prof.dr.ir. Hennes de Ridder stak tijdens zijn ‘blundercollege’ afgelopen maandag niet onder stoelen of banken, dat hij zelf ook de nodige kostbare miskleunen heeft gemaakt in zijn loopbaan als ingenieur.

“Nooit een fout maken, is nooit iets leren.” Prof.dr.ir. Hennes de Ridder stak tijdens zijn ‘blundercollege’ afgelopen maandag niet onder stoelen of banken, dat hij zelf ook de nodige kostbare miskleunen heeft gemaakt in zijn loopbaan als ingenieur.

De Ridder gooide er een aantal boude stellingen tegenaan om aan te tonen dat fouten maken niet erg is, nee, zelfs goed is. Immers, ‘je leert alleen van je eigen fouten, niet van andermans heldendaden’ en ‘iemand die een blunder maakt, moet je vasthouden in een bedrijf, want die heeft wat geleerd’. Blunders zijn volgens De Ridder onvermijdelijk, behalve als je je hele leven niks doet.

Als ingenieur werkte De Ridder mee aan verschillende prestigieuze projecten. Zoals de stormvloedkeringen in de Oosterschelde en in de Nieuwe Waterweg en het als onmogelijk bestempelde Ekofisk-project, waarbij een koker om een enorm oliereservoir in Noorse wateren werd geplaatst.

Bij de uitvoering van al deze grote bouwplannen zijn kostbare fouten gemaakt, door anderen en door De Ridder zelf, telkens weer door gebrekkige communicatie. ‘Drie ton schade’ liep hij bijvoorbeeld op bij proeven voor het plaatsen van verstevigende filtermatten onder de Oosterschelde-stormvloedkering.

Een grote hijskraan ging op zijn kant toen deze probeerde een gigantische filtermat op de grond neer te leggen. De Ridder zegt achteraf dat hij te veel aandacht had gehad voor de mat en te weinig voor de machinist van de hijskraan. Waardoor deze onnodig de fout in ging.

Bij de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg kostte het uiteindelijk zestig miljoen gulden om de deuren stabiel te krijgen. Dat had volgens De Ridder veel goedkoper gekund als hij meteen tegen zijn baas had durven zeggen, dat de door Verkeer en Waterstaat wegbezuinigde doorlaatschuiven in de afsluitdeuren terug moesten. Zonder deze schuiven bleken de deuren namelijk te gaan ‘dansen’.

Maar dat alles valt in het niet bij wat er had kunnen gebeuren, eigenlijk had móeten gebeuren bij het Ekofisk-project. De koker die om het oliereservoir geplaatst moest worden, bestond uit twee helften. Toen die twee eenmaal stonden, moest de bodem waarop ze stonden waterdicht gemaakt worden met beton.

Alleen, bij normale weersomstandigheden in deze Noorse wateren was het nooit gelukt dat beton te laten harden. Het water was dan simpelweg te onrustig geweest. Wonder boven wonder bleef het een maand lang ongekend mooi weer. Was dat niet gebeurd, dan waren beide helften van de koker achterover gezakt. Daarbij gasleidingen doorsnijdend. “Dan was de hele boel in de lucht gegaan”, aldus De Ridder, die tegenwoordig naar eigen zeggen een stuk minder blundert. “Maar ik ben dan ook adviseur.”

Saskia Bonger

De Ridder gooide er een aantal boude stellingen tegenaan om aan te tonen dat fouten maken niet erg is, nee, zelfs goed is. Immers, ‘je leert alleen van je eigen fouten, niet van andermans heldendaden’ en ‘iemand die een blunder maakt, moet je vasthouden in een bedrijf, want die heeft wat geleerd’. Blunders zijn volgens De Ridder onvermijdelijk, behalve als je je hele leven niks doet.



Als ingenieur werkte De Ridder mee aan verschillende prestigieuze projecten. Zoals de stormvloedkeringen in de Oosterschelde en in de Nieuwe Waterweg en het als onmogelijk bestempelde Ekofisk-project, waarbij een koker om een enorm oliereservoir in Noorse wateren werd geplaatst.



Bij de uitvoering van al deze grote bouwplannen zijn kostbare fouten gemaakt, door anderen en door De Ridder zelf, telkens weer door gebrekkige communicatie. ‘Drie ton schade’ liep hij bijvoorbeeld op bij proeven voor het plaatsen van verstevigende filtermatten onder de Oosterschelde-stormvloedkering.



Een grote hijskraan ging op zijn kant toen deze probeerde een gigantische filtermat op de grond neer te leggen. De Ridder zegt achteraf dat hij te veel aandacht had gehad voor de mat en te weinig voor de machinist van de hijskraan. Waardoor deze onnodig de fout in ging.



Bij de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg kostte het uiteindelijk zestig miljoen gulden om de deuren stabiel te krijgen. Dat had volgens De Ridder veel goedkoper gekund als hij meteen tegen zijn baas had durven zeggen, dat de door Verkeer en Waterstaat wegbezuinigde doorlaatschuiven in de afsluitdeuren terug moesten. Zonder deze schuiven bleken de deuren namelijk te gaan ‘dansen’.



Maar dat alles valt in het niet bij wat er had kunnen gebeuren, eigenlijk had móeten gebeuren bij het Ekofisk-project. De koker die om het oliereservoir geplaatst moest worden, bestond uit twee helften. Toen die twee eenmaal stonden, moest de bodem waarop ze stonden waterdicht gemaakt worden met beton.



Alleen, bij normale weersomstandigheden in deze Noorse wateren was het nooit gelukt dat beton te laten harden. Het water was dan simpelweg te onrustig geweest. Wonder boven wonder bleef het een maand lang ongekend mooi weer. Was dat niet gebeurd, dan waren beide helften van de koker achterover gezakt. Daarbij gasleidingen doorsnijdend. “Dan was de hele boel in de lucht gegaan”, aldus De Ridder, die tegenwoordig naar eigen zeggen een stuk minder blundert. “Maar ik ben dan ook adviseur.”



Saskia Bonger


 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.