Sommige hoogleraren verdienen meer dan de minister van Onderwijs. Dat kan niet anders, vindt universiteitenvereniging VSNU. Anders vertrekken de toppers naar het buitenland.
Vandaag praat de Tweede Kamer met minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken over de hoge salarissen in onder meer de zorg en het onderwijs. Bestuurders mogen al niet te veel verdienen, maar het kabinet wil nu ook het salaris van andere veelverdieners in de (semi-)publieke sector aan banden leggen.
Dat zou betekenen dat ook tientallen wetenschappers er straks op achteruit gaan. Universiteitenvereniging VSNU schatte eerder dat 75 tot 100 hoogleraren in 2015 meer
verdienden dan een minister (178 duizend euro per jaar).
De laatste officiële cijfers stammen uit 2014: toen kreeg de best verdienende hoogleraar van het land 280.419 euro van Tilburg University. Een woordvoerder van die universiteit laat weten dat dit salaris, net als dat van andere hoogleraren boven de norm, wordt afgebouwd.
Maar of alle hoogleraren werkelijk een deel van hun salaris moeten inleveren, valt te bezien. De VSNU wil namelijk dat er een uitzondering wordt gemaakt voor topwetenschappers die in het buitenland veel meer kunnen krijgen. Anders willen die straks niet meer naar Nederland komen.
Die wens vindt gehoor. Plasterk hintte eerder al op de mogelijkheid van ‘maatwerk’ en ook zijn eigen PvdA vindt het geen probleem om “in individuele gevallen gemotiveerd en met toestemming van de wet af te wijken”, laat Kamerlid John Kerstens weten.
Maar alleen bij hoge uitzondering, benadrukt hij. “Mensen willen dat hun belastingcenten gaan naar excellent onderwijs, goede zorg en fraai wonen en niet naar torenhoge salarissen aan de top.”
De VVD sluit zich daarbij aan. “Wij zijn er voorstander van dat er in bepaalde gevallen een uitzondering gemaakt wordt voor topwetenschappers om de beste specialisten binnen te halen”, aldus Kamerlid Ingrid de Caluwé.
Comments are closed.