Campus

‘Binnen èlke studie kortere en langere trajecten’

‘Verwarrend’ is nog een tamelijk terughoudende omschrijving van de taferelen rond de bezuinigingen in het hoger onderwijs. Vindt staatssecretaris Nuis nu dat er in 1998 vijfhonderd miljoen gulden kan worden gekort, of niet? ,,Ik denk van wel, maar niet door de hervorming van het onderwijs.’

Met een gevoelig debat over ingrijpende hervormingen in het hoger onderwijs voor de deur verkeert staatssecretaris Nuis, evenals minister Ritzen, in een buitengewoon lastige positie. Selectief gepresenteerde uitspraken op televisie hebben volgens Nuis het beeld achtergelaten dat hij eerst beweerd heeft dat er onmogelijk vijfhonderd miljoen kan worden bezuinigd, en drie dagen later het tegenovergestelde. ,,Dat is niet juist.”

Iets kan Nuis de media inderdaad verwijten. Vorige week dinsdag zei hij dat de op stapel staande hervormingen in het hoger onderwijs onmogelijk in 1998 tot een bezuiniging van vijfhonderd miljoen gulden kunnen leiden. Over andere ingrepen betwijfelde hij in een tussenzin of die dan wèl in dat bedrag zouden resulteren. Nuis zei daarmee niets nieuws. In het regeerakkoord staat min of meer hetzelfde. Er moeten dus andere maatregelen worden bedacht. En minister Ritzen zei al in september dat die andere ingrepen te weinig zullen opleveren, al moest toen het technisch onderzoek naar de haalbaarheid daarvan nog starten.

Nuis was die dinsdag in feite dus consequent. Dat hij twee weken voor de start van de begrotingsbehandeling Ritzens twijfel nog eens openlijk onderstreepte, kwam voor het kabinet – premier Kok en minister van financiën Zalm voorop – echter uiterst ongelegen. Na minister Voorhoeve (Defensie) leek zich een volgende opstandeling te manifesteren die niet aan zijn plicht wenste te voldoen.

Het is dus niet waar dat u en minister Ritzen reeds enige tijd geleden in het kabinet hebben geprobeerd de bezuiniging te verzachten omdat u die beiden te ver vindt gaan?

,,Nee. Het is inderdaad een buitengewoon lastige klus. En natuurlijk proberen Ritzen en ik onze problemen duidelijk te maken. Maar we hebben afgesproken dat we achttien miljard gaan bezuinigen. Daardoor zitten we nu met een bijna astronomisch bedrag aan bezuinigingen. Dat moet wel worden ingevuld. In de onderhandelingen voor ‘paars’ was al duidelijk dat we op of over de rand moesten gaan om het geld bij elkaar te sprokkelen. Ik heb daar de hele zomer diep onder geleden. Nu moeten we de consequenties onder ogen zien en concrete oplossingen vinden. Dat is een moment waarop je de kiezen op elkaar moet zetten. Want je kunt nu natuurlijk niet zeggen: Gut, we doen het toch maar niet. Dan houd je je niet aan je afspraken.”

Dit lijkt sterk op een aftocht.

,,Zeker niet. We hebben harde voorwaarden gesteld aan de bezuinigingen. Allereerst moeten ze technisch haalbaar zijn. Je kunt allerlei suggesties doen, bij voorbeeld het hakken in opleidingen, maar het is de vraag of dat wat oplevert. Bij soortgelijke operaties in het verleden bleek dat maatregelen die geld moesten opleveren geld kostten. Dat moeten we dus in ieder geval in onze paniek niet doen. En: de kwaliteit van het onderwijs mag niet wezenlijk worden aangetast. Dat is een begrip waar een zekere spanning in zit, want dat is een beoordelingsvraagstuk. Maar daar hebben Ritzen en ik onze eigen normen voor. Als we het gevoel hebben dat het echt schadelijk is voor de kwaliteit, dan zeggen we: dat is dus niet de weg. Dat vinden de collega’s in het kabinet ook.”
Gaatje

Kan zoveel geld worden bezuinigd zonder dat de kwaliteit er onder lijdt? Ritzen noemde dat al in september onhaalbaar.

,,Het technisch onderzoek, waarvan de eerste conclusies binnen enkele weken openbaar worden, moet een aanwijzing geven. Volgens mij is het nog niet evident dat we voor een volstrekte onmogelijkheid staan. Integendeel, ik denk dat er een gaatje is om het bedrag te halen. Maar ik zeg niet wat dat is.”

Nuis doelt op de overheveling van de academische ziekenhuizen naar het ministerie van volksgezondheid. Dit zou 255 miljoen bij Onderwijs besparen. Gaat deze deal niet door, dan moet de herziening van het stelsel van hoger onderwijs het restant van de bezuiniging van vijfhonderd miljoen gulden opbrengen, als de maatregelen uit het technisch onderzoek (samenvoeging van studies, korten op de overhead) te weinig opleveren. En juist die financiële druk is totnogtoe voor de universiteiten en hogescholen aanleiding geweest om elke serieuze discussie uit de weg te gaan.

Komt die discussie ooit van de grond?

,,De instellingen staan niet buiten de realiteit. Ze weten dat er met het nieuwe stelsel moet worden bezuinigd en spreken dat ook niet tegen. Ze vinden allemaal dat de cursusduur moet worden gedifferentieerd, en hebben niet weersproken dat ze willen praten over een daling van de gemiddelde cursusduur. Welnu, die daling leidt tot een besparing, omdat het volume afneemt. Dat is zo’n evidente redenering, die kan niemand weerspreken. De universiteiten en hogescholen denken daar echter anders over. Dat korter ook goedkoper betekent, staat voor hen allerminst vast. Korter kan immers ook betekenen: intensiever. En dat is juist weer duurder.”

U gaat tot mei praten met tal van betrokkenen uit het onderwijs, maar ook met werkgevers en beroepsorganisaties. Is die periode lang genoeg om zinvol te kunnen discussiëren over heikele onderwerpen als selectie, cursusduur, titulatuur en een betere aansluiting op de maatschappelijke behoefte?

,,Het zou mooi zijn als er op hoofdlijnen overeenstemming wordt bereikt over de grote lijnen van het nieuwe stelsel. Als er in het voorjaar een soort blauwdruk ligt. Niet een schets van het nieuwe stelsel, maar iets waarmee de instellingen dat stelsel vervolgens zelf in grote mate kunnen invullen. Het heeft geen zin als ik ze iets wil opleggen waar ze zelf niet achter staan. Dat is in strijd met het streven datinstellingen steeds meer eigen bevoegdheden krijgen. Het zou hoe dan ook niet werken. Overeenstemming met de universiteiten en hogescholen is voor mij de ruggegraat van het geheel.” Toch heeft u aangekondigd dat u zelf de knopen gaat doorhakken?

,,Ik ga in het voorjaar een ontwikkelingsplan schrijven op basis van alle geluiden die ik heb gehoord. Die zullen sterk verschillen omdat de belangen van de gesprekspartners soms haaks op elkaar staan. Het is als staatssecretaris mijn plicht om na de discussie duidelijkheid te verschaffen over de richting die we opgaan. Ik luister, maar dan leg ik de lijn neer. De kans is groot dat er een volstrekte spraakverwarring ontstaat. Daarom heb ik bijvoorbeeld al vantevoren aangegeven dat de gemiddelde cursusduur omlaag moet.”

,,Niemand wil dat zijn opleiding korter wordt. De discussie over differentiatie is altijd een vlucht naar voren geweest. Iedereen kan prachtige verhalen vertellen waarom een studie langer moet, maar het is altijd heel lastig om iemand uit de mond te wringen dat iets wel eens korter kan. Niet omdat het niet korter kán, maar omdat je dan status verliest. Zonder die financiële druk kom je nergens. Niet dat ik die bezuiniging zo mooi vindt, maar, nu het zo is: het helpt. It concentrates the mind.

,,Het is natuurlijk een hels karwei. Maar ik denk dat we voldoende consensus kunnen bereiken. Die is er al op onderdelen. Iedereen is voor differentiatie. In een paar jaar is dat heel snel veranderd.”
Techniek

In het nieuwe stelsel komen langere en kortere opleidingen, die beter moeten zijn afgestemd op de arbeidsmarkt. Welke criteria worden daarbij gehanteerd?.

,,Wat de lengte betreft: het is een misverstand dat bèta- opleidingen langer gaan duren dan de rest. Er bestaat wat mij betreft geen hiërarchie. Nee, binnen elke studie zullen langere en kortere trajecten komen dan de vier jaar van nu. Het verschil zit in het aantal studenten dat het lange traject volgt. Dat zullen er bij techniek veel meer zijn dan bij Rechten of Nederlands. Er zijn zeker studenten techniek die korter willen studeren. Ik hoor van docenten dat daar studenten afhaken die net wat tekort komen, maar veel waard kunnen zijn voor de techniek. Dat is zonde. Misschien kan voor hen een soort hbo-opleiding uitkomst bieden.”

,,Bij Nederlands geldt het omgekeerde. De beperkte groep studenten Nederlands die de diepte in wil, heeft te weinig aan vier jaar. En veel andere studenten kunnen juist met minder toe. Veel voorlichters, en ook journalisten, zijn neerlandicus. Waar we naartoe moeten, is dat studenten op tijd ontdekken wat ze willen, en daarvoor het juiste traject volgen.”

,,Een 1 op 1 relatie met de arbeidsmarkt is uiteraard een fictie. Daar moeten we ook niet naar streven. Universiteiten kunnen wel veel meer dan nu nagaan waar hun studenten terecht komen. Als dit monitoren systematisch gebeurt, kunnen opleidingen meer worden toegesneden op de arbeidsmarkt. De resultaten van dergelijke onderzoeken moeten openbaar worden gemaakt. Dat zal een enorme invloed hebben op de studiekeuzevan studenten.” (HOP/P.E.)

Peter Evelein


Staatssecretaris Nuis: ,,Het is een misverstand dat bèta-opleidingen langer gaan duren dan de rest”

‘Verwarrend’ is nog een tamelijk terughoudende omschrijving van de taferelen rond de bezuinigingen in het hoger onderwijs. Vindt staatssecretaris Nuis nu dat er in 1998 vijfhonderd miljoen gulden kan worden gekort, of niet? ,,Ik denk van wel, maar niet door de hervorming van het onderwijs.”

Met een gevoelig debat over ingrijpende hervormingen in het hoger onderwijs voor de deur verkeert staatssecretaris Nuis, evenals minister Ritzen, in een buitengewoon lastige positie. Selectief gepresenteerde uitspraken op televisie hebben volgens Nuis het beeld achtergelaten dat hij eerst beweerd heeft dat er onmogelijk vijfhonderd miljoen kan worden bezuinigd, en drie dagen later het tegenovergestelde. ,,Dat is niet juist.”

Iets kan Nuis de media inderdaad verwijten. Vorige week dinsdag zei hij dat de op stapel staande hervormingen in het hoger onderwijs onmogelijk in 1998 tot een bezuiniging van vijfhonderd miljoen gulden kunnen leiden. Over andere ingrepen betwijfelde hij in een tussenzin of die dan wèl in dat bedrag zouden resulteren. Nuis zei daarmee niets nieuws. In het regeerakkoord staat min of meer hetzelfde. Er moeten dus andere maatregelen worden bedacht. En minister Ritzen zei al in september dat die andere ingrepen te weinig zullen opleveren, al moest toen het technisch onderzoek naar de haalbaarheid daarvan nog starten.

Nuis was die dinsdag in feite dus consequent. Dat hij twee weken voor de start van de begrotingsbehandeling Ritzens twijfel nog eens openlijk onderstreepte, kwam voor het kabinet – premier Kok en minister van financiën Zalm voorop – echter uiterst ongelegen. Na minister Voorhoeve (Defensie) leek zich een volgende opstandeling te manifesteren die niet aan zijn plicht wenste te voldoen.

Het is dus niet waar dat u en minister Ritzen reeds enige tijd geleden in het kabinet hebben geprobeerd de bezuiniging te verzachten omdat u die beiden te ver vindt gaan?

,,Nee. Het is inderdaad een buitengewoon lastige klus. En natuurlijk proberen Ritzen en ik onze problemen duidelijk te maken. Maar we hebben afgesproken dat we achttien miljard gaan bezuinigen. Daardoor zitten we nu met een bijna astronomisch bedrag aan bezuinigingen. Dat moet wel worden ingevuld. In de onderhandelingen voor ‘paars’ was al duidelijk dat we op of over de rand moesten gaan om het geld bij elkaar te sprokkelen. Ik heb daar de hele zomer diep onder geleden. Nu moeten we de consequenties onder ogen zien en concrete oplossingen vinden. Dat is een moment waarop je de kiezen op elkaar moet zetten. Want je kunt nu natuurlijk niet zeggen: Gut, we doen het toch maar niet. Dan houd je je niet aan je afspraken.”

Dit lijkt sterk op een aftocht.

,,Zeker niet. We hebben harde voorwaarden gesteld aan de bezuinigingen. Allereerst moeten ze technisch haalbaar zijn. Je kunt allerlei suggesties doen, bij voorbeeld het hakken in opleidingen, maar het is de vraag of dat wat oplevert. Bij soortgelijke operaties in het verleden bleek dat maatregelen die geld moesten opleveren geld kostten. Dat moeten we dus in ieder geval in onze paniek niet doen. En: de kwaliteit van het onderwijs mag niet wezenlijk worden aangetast. Dat is een begrip waar een zekere spanning in zit, want dat is een beoordelingsvraagstuk. Maar daar hebben Ritzen en ik onze eigen normen voor. Als we het gevoel hebben dat het echt schadelijk is voor de kwaliteit, dan zeggen we: dat is dus niet de weg. Dat vinden de collega’s in het kabinet ook.”
Gaatje

Kan zoveel geld worden bezuinigd zonder dat de kwaliteit er onder lijdt? Ritzen noemde dat al in september onhaalbaar.

,,Het technisch onderzoek, waarvan de eerste conclusies binnen enkele weken openbaar worden, moet een aanwijzing geven. Volgens mij is het nog niet evident dat we voor een volstrekte onmogelijkheid staan. Integendeel, ik denk dat er een gaatje is om het bedrag te halen. Maar ik zeg niet wat dat is.”

Nuis doelt op de overheveling van de academische ziekenhuizen naar het ministerie van volksgezondheid. Dit zou 255 miljoen bij Onderwijs besparen. Gaat deze deal niet door, dan moet de herziening van het stelsel van hoger onderwijs het restant van de bezuiniging van vijfhonderd miljoen gulden opbrengen, als de maatregelen uit het technisch onderzoek (samenvoeging van studies, korten op de overhead) te weinig opleveren. En juist die financiële druk is totnogtoe voor de universiteiten en hogescholen aanleiding geweest om elke serieuze discussie uit de weg te gaan.

Komt die discussie ooit van de grond?

,,De instellingen staan niet buiten de realiteit. Ze weten dat er met het nieuwe stelsel moet worden bezuinigd en spreken dat ook niet tegen. Ze vinden allemaal dat de cursusduur moet worden gedifferentieerd, en hebben niet weersproken dat ze willen praten over een daling van de gemiddelde cursusduur. Welnu, die daling leidt tot een besparing, omdat het volume afneemt. Dat is zo’n evidente redenering, die kan niemand weerspreken. De universiteiten en hogescholen denken daar echter anders over. Dat korter ook goedkoper betekent, staat voor hen allerminst vast. Korter kan immers ook betekenen: intensiever. En dat is juist weer duurder.”

U gaat tot mei praten met tal van betrokkenen uit het onderwijs, maar ook met werkgevers en beroepsorganisaties. Is die periode lang genoeg om zinvol te kunnen discussiëren over heikele onderwerpen als selectie, cursusduur, titulatuur en een betere aansluiting op de maatschappelijke behoefte?

,,Het zou mooi zijn als er op hoofdlijnen overeenstemming wordt bereikt over de grote lijnen van het nieuwe stelsel. Als er in het voorjaar een soort blauwdruk ligt. Niet een schets van het nieuwe stelsel, maar iets waarmee de instellingen dat stelsel vervolgens zelf in grote mate kunnen invullen. Het heeft geen zin als ik ze iets wil opleggen waar ze zelf niet achter staan. Dat is in strijd met het streven datinstellingen steeds meer eigen bevoegdheden krijgen. Het zou hoe dan ook niet werken. Overeenstemming met de universiteiten en hogescholen is voor mij de ruggegraat van het geheel.” Toch heeft u aangekondigd dat u zelf de knopen gaat doorhakken?

,,Ik ga in het voorjaar een ontwikkelingsplan schrijven op basis van alle geluiden die ik heb gehoord. Die zullen sterk verschillen omdat de belangen van de gesprekspartners soms haaks op elkaar staan. Het is als staatssecretaris mijn plicht om na de discussie duidelijkheid te verschaffen over de richting die we opgaan. Ik luister, maar dan leg ik de lijn neer. De kans is groot dat er een volstrekte spraakverwarring ontstaat. Daarom heb ik bijvoorbeeld al vantevoren aangegeven dat de gemiddelde cursusduur omlaag moet.”

,,Niemand wil dat zijn opleiding korter wordt. De discussie over differentiatie is altijd een vlucht naar voren geweest. Iedereen kan prachtige verhalen vertellen waarom een studie langer moet, maar het is altijd heel lastig om iemand uit de mond te wringen dat iets wel eens korter kan. Niet omdat het niet korter kán, maar omdat je dan status verliest. Zonder die financiële druk kom je nergens. Niet dat ik die bezuiniging zo mooi vindt, maar, nu het zo is: het helpt. It concentrates the mind.

,,Het is natuurlijk een hels karwei. Maar ik denk dat we voldoende consensus kunnen bereiken. Die is er al op onderdelen. Iedereen is voor differentiatie. In een paar jaar is dat heel snel veranderd.”
Techniek

In het nieuwe stelsel komen langere en kortere opleidingen, die beter moeten zijn afgestemd op de arbeidsmarkt. Welke criteria worden daarbij gehanteerd?.

,,Wat de lengte betreft: het is een misverstand dat bèta- opleidingen langer gaan duren dan de rest. Er bestaat wat mij betreft geen hiërarchie. Nee, binnen elke studie zullen langere en kortere trajecten komen dan de vier jaar van nu. Het verschil zit in het aantal studenten dat het lange traject volgt. Dat zullen er bij techniek veel meer zijn dan bij Rechten of Nederlands. Er zijn zeker studenten techniek die korter willen studeren. Ik hoor van docenten dat daar studenten afhaken die net wat tekort komen, maar veel waard kunnen zijn voor de techniek. Dat is zonde. Misschien kan voor hen een soort hbo-opleiding uitkomst bieden.”

,,Bij Nederlands geldt het omgekeerde. De beperkte groep studenten Nederlands die de diepte in wil, heeft te weinig aan vier jaar. En veel andere studenten kunnen juist met minder toe. Veel voorlichters, en ook journalisten, zijn neerlandicus. Waar we naartoe moeten, is dat studenten op tijd ontdekken wat ze willen, en daarvoor het juiste traject volgen.”

,,Een 1 op 1 relatie met de arbeidsmarkt is uiteraard een fictie. Daar moeten we ook niet naar streven. Universiteiten kunnen wel veel meer dan nu nagaan waar hun studenten terecht komen. Als dit monitoren systematisch gebeurt, kunnen opleidingen meer worden toegesneden op de arbeidsmarkt. De resultaten van dergelijke onderzoeken moeten openbaar worden gemaakt. Dat zal een enorme invloed hebben op de studiekeuzevan studenten.” (HOP/P.E.)

Peter Evelein


Staatssecretaris Nuis: ,,Het is een misverstand dat bèta-opleidingen langer gaan duren dan de rest”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.