Onderwijs

Bijklussen melden en inkomen deels afdragen

Medewerkers aan de TU moeten hun nevenactiviteiten melden en laten toetsen. Hoogleraren moeten dit doen bij hun dekaan. Als er sprake is van ‘functiegebonden nevenactiviteiten’ mag door een full-time medewerker maximaal tien procent van het bruto TU-salaris worden bijverdiend.

De rest moet worden afgedragen aan de universiteit. Hoogleraren krijgen bij dit alles meer ruimte dan andere personeelsleden.

Dit zijn een paar voorstellen uit een notitie over nevenwerkzaamheden die het college van bestuur onlangs heeft vastgesteld en die nu een rondje maakt langs de vergaderingen van dekanen en secretarissen-beheerder. Als hun commentaar én dat van de vakbonden verwerkt is, wordt een meer formeel voorschrift uitgevaardigd over het ‘bijklussen’.

Dat zal er dan toe leiden dat al bij indiensttreding nevenwerkzaamheden getoetst worden. En dat medewerkers een meldingsformulier krijgen waarop ze kunnen aangeven wat ze buiten TU-werktijd doen. Dat geldt niet alleen voor nieuwe klussen, maar ook voor bestaande. ,,Het gaat om het fenomeen nevenwerkzaamheden voluit bespreekbaar en hanteerbaar te maken; bij dit streven past niet het buiten beschouwing laten van de huidige stand van zaken”, aldus het cvb.

De voorstellen van het Delftse college liggen in het verlengde van de gedragscode die begin dit jaar door een adviescommissie aan de vereniging van universiteiten VSNU is voorgesteld. De toenmalige staatssecretaris Cohen had om zelfregulering gevraagd, nadat Tweede-Kamerleden zich hadden opgewonden over het zogenaamd excessief bijklussen aan de Rotterdam School of Management.

De cvb-notitie beklemtoont dat men nevenactiviteiten positief wil benaderen en niet als iets ‘onoirbaars’. Medewerkers mogen van het cvb best ‘breed functioneren’, maar het moet wel in een kader passen en de hoofdwerkgever moet het aan voorwaarden kunnen binden. Daarvan zal géén sprake zijn als de activiteiten niets met de hoofdtaak te maken hebben en geen schade opleveren voor de universiteit of het functioneren. Maar als ze de medewerker teveel tijd kosten wil het cvb afspraken kunnen maken over het inleveren van vakantie- of adv-dagen, en zonodig zelfs over de omvang van de aanstelling. Als concreet voorbeeld noemt de notitie een maatschappelijke nevenfunctie als het lidmaatschap van een kerkbestuur. ,,Dergelijke functies kunnen dermate veel tijd en energie vergen dat een toestemming onder voorwaarden aan de orde is.

Wanneer de extra-klussen worden verricht op basis van de expertise die het werk bij de TU verschaft of waarvoor de TU via het arbeidscontract betaalt, dan worden er wel voorwaarden gesteld. Het cvb stelt dat precieze definities hier nog niet gegeven kunnen worden en dat individueel onderhandeld zal worden over de omvang, de duur en het tijdstip van de activiteiten. Maximaal tien procent van het bruto universitair salaris mag dan worden bijverdiend. Ook is het mogelijk om alle extra inkomsten aan de TU af te dragen, in ruil voor een ‘ruime’ vergoeding. Die vergoeding houdt dan weer rekening methet eventuele gebruik dat men gemaakt heeft van faciliteiten op de werkplek.
Hoogleraren

De toetsing per werknemer gebeurt door ieders directe chef, maar de toestemming zelf – maximaal voor de duur van drie jaar – moet vervolgens komen van de beheerder. Voor hoogleraren, beheerders en directeuren komt de toestemming van het cvb zelf. Het cvb zal bij de hoogleraren afgaan op het advies van de faculteitsdekaan.

Met name de full-time hoogleraren wenst het cvb bij voorbaat te beschouwen als ‘onze toppers’ voor wie ruimere normen zullen gelden. Het cvb geeft daarvoor als argument dat hun salarissen niet kunnen concurreren met die in het bedrijfsleven, en dat zij ook regelmatig teveel uren per week maken. Daarom wil het cvb het bijklussen van hoogleraren beschouwen op basis van een ‘in principe akkoord, mits…’, en dat van andere personeelsleden ’terughoudender’ behandelen. (R.M.)

Richard Meijer

Medewerkers aan de TU moeten hun nevenactiviteiten melden en laten toetsen. Hoogleraren moeten dit doen bij hun dekaan. Als er sprake is van ‘functiegebonden nevenactiviteiten’ mag door een full-time medewerker maximaal tien procent van het bruto TU-salaris worden bijverdiend. De rest moet worden afgedragen aan de universiteit. Hoogleraren krijgen bij dit alles meer ruimte dan andere personeelsleden.

Dit zijn een paar voorstellen uit een notitie over nevenwerkzaamheden die het college van bestuur onlangs heeft vastgesteld en die nu een rondje maakt langs de vergaderingen van dekanen en secretarissen-beheerder. Als hun commentaar én dat van de vakbonden verwerkt is, wordt een meer formeel voorschrift uitgevaardigd over het ‘bijklussen’.

Dat zal er dan toe leiden dat al bij indiensttreding nevenwerkzaamheden getoetst worden. En dat medewerkers een meldingsformulier krijgen waarop ze kunnen aangeven wat ze buiten TU-werktijd doen. Dat geldt niet alleen voor nieuwe klussen, maar ook voor bestaande. ,,Het gaat om het fenomeen nevenwerkzaamheden voluit bespreekbaar en hanteerbaar te maken; bij dit streven past niet het buiten beschouwing laten van de huidige stand van zaken”, aldus het cvb.

De voorstellen van het Delftse college liggen in het verlengde van de gedragscode die begin dit jaar door een adviescommissie aan de vereniging van universiteiten VSNU is voorgesteld. De toenmalige staatssecretaris Cohen had om zelfregulering gevraagd, nadat Tweede-Kamerleden zich hadden opgewonden over het zogenaamd excessief bijklussen aan de Rotterdam School of Management.

De cvb-notitie beklemtoont dat men nevenactiviteiten positief wil benaderen en niet als iets ‘onoirbaars’. Medewerkers mogen van het cvb best ‘breed functioneren’, maar het moet wel in een kader passen en de hoofdwerkgever moet het aan voorwaarden kunnen binden. Daarvan zal géén sprake zijn als de activiteiten niets met de hoofdtaak te maken hebben en geen schade opleveren voor de universiteit of het functioneren. Maar als ze de medewerker teveel tijd kosten wil het cvb afspraken kunnen maken over het inleveren van vakantie- of adv-dagen, en zonodig zelfs over de omvang van de aanstelling. Als concreet voorbeeld noemt de notitie een maatschappelijke nevenfunctie als het lidmaatschap van een kerkbestuur. ,,Dergelijke functies kunnen dermate veel tijd en energie vergen dat een toestemming onder voorwaarden aan de orde is.

Wanneer de extra-klussen worden verricht op basis van de expertise die het werk bij de TU verschaft of waarvoor de TU via het arbeidscontract betaalt, dan worden er wel voorwaarden gesteld. Het cvb stelt dat precieze definities hier nog niet gegeven kunnen worden en dat individueel onderhandeld zal worden over de omvang, de duur en het tijdstip van de activiteiten. Maximaal tien procent van het bruto universitair salaris mag dan worden bijverdiend. Ook is het mogelijk om alle extra inkomsten aan de TU af te dragen, in ruil voor een ‘ruime’ vergoeding. Die vergoeding houdt dan weer rekening methet eventuele gebruik dat men gemaakt heeft van faciliteiten op de werkplek.
Hoogleraren

De toetsing per werknemer gebeurt door ieders directe chef, maar de toestemming zelf – maximaal voor de duur van drie jaar – moet vervolgens komen van de beheerder. Voor hoogleraren, beheerders en directeuren komt de toestemming van het cvb zelf. Het cvb zal bij de hoogleraren afgaan op het advies van de faculteitsdekaan.

Met name de full-time hoogleraren wenst het cvb bij voorbaat te beschouwen als ‘onze toppers’ voor wie ruimere normen zullen gelden. Het cvb geeft daarvoor als argument dat hun salarissen niet kunnen concurreren met die in het bedrijfsleven, en dat zij ook regelmatig teveel uren per week maken. Daarom wil het cvb het bijklussen van hoogleraren beschouwen op basis van een ‘in principe akkoord, mits…’, en dat van andere personeelsleden ’terughoudender’ behandelen. (R.M.)

Richard Meijer

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.