Gerard Pouw is zevendejaars student scheikundige technologie. Sinds twee jaar studeert hij bovendien nederlands in Utrecht. ,,Ik studeer nederlands in deeltijd, dus ik heb nu na twee jaar nominaal studeren mijn P gehaald.
Ik doe nederlands puur voor mijn lol, niet omdat ik er later iets mee wil gaan doen of zo. Ik wilde eigenlijk gewoon kijken of ik het leuk vond. En ik vind het leuk.
Het is ook typisch iets Delfts om te vragen of het wel nuttig is om nederlands erbij te doen. Maar daar gaat het mij dus helemaal niet om.
Op het VWO was ik eigenlijk helemaal niet zo’n leeswonder. Pas in Delft ben ik veel gaan lezen; in de trein naar mijn ouders en zo. En ik ergerde me bij practicumverslagen altijd aan de ‘en toen en toen en toen’-stijl. In mijn vijfde jaar heb ik toen besloten eens een kijkje te gaan nemen in Utrecht. Gewoon, omdat het me leuk leek. En ook wel omdat ik scheikunde eigenlijk niet zo erg leuk vond.
Het alfa-denken verschilt toch echt wel van het bèta-denken. Het leuke van nederlands is dat er niet zo’n zwart-wit denken bestaat, zoals op scheikunde. Op scheikunde is iets goed, of iets is fout. Bij nederlands moet je elkaar met argumenten overtuigen, en vaak heb je dan allebei een beetje gelijk. Dat maakt je wel kritisch. En het zorgt ervoor dat de sfeer anders is. En misschien komt het ook wel doordat de man-vrouw verhouding bij nederlands omgedraaid is. Tachtig procent vrouwen is natuurlijk niet helemaal Delfts.
Het nederlands studeren heeft me niet echt veranderd. Ik had altijd al wel voldoende relativeringsvermogen, dus wat dat betreft. Ja, je ziet in boeken wel sneller een diepere laag. Maar daar word je dan ook in getraind.
Zelf schrijf ik niet. Daar ben ik denk ik toch te Delfts voor. Te zakelijk. Ik ben er niet goed in mooie woorden, mooie zinnen te maken.
Eigenlijk vind ik nederlands leuker dan scheikunde. Over een jaar ben ik afgestudeerd scheikundige, maar of ik daar wat mee ga doen weet ik echt niet. Nederlands afmaken gaat denk ik niet lukken, want dan ben ik in deeltijd nog vijf jaar bezig. En het valt gewoon niet te combineren met een baan. Maar ja, wat voor baan het wordt? Dat kan nog variëren van McKinsey tot journalistiek. En anders open ik gewoon een café.”
,,Ik studeer nederlands in deeltijd, dus ik heb nu na twee jaar nominaal studeren mijn P gehaald. Ik doe nederlands puur voor mijn lol, niet omdat ik er later iets mee wil gaan doen of zo. Ik wilde eigenlijk gewoon kijken of ik het leuk vond. En ik vind het leuk.
Het is ook typisch iets Delfts om te vragen of het wel nuttig is om nederlands erbij te doen. Maar daar gaat het mij dus helemaal niet om.
Op het VWO was ik eigenlijk helemaal niet zo’n leeswonder. Pas in Delft ben ik veel gaan lezen; in de trein naar mijn ouders en zo. En ik ergerde me bij practicumverslagen altijd aan de ‘en toen en toen en toen’-stijl. In mijn vijfde jaar heb ik toen besloten eens een kijkje te gaan nemen in Utrecht. Gewoon, omdat het me leuk leek. En ook wel omdat ik scheikunde eigenlijk niet zo erg leuk vond.
Het alfa-denken verschilt toch echt wel van het bèta-denken. Het leuke van nederlands is dat er niet zo’n zwart-wit denken bestaat, zoals op scheikunde. Op scheikunde is iets goed, of iets is fout. Bij nederlands moet je elkaar met argumenten overtuigen, en vaak heb je dan allebei een beetje gelijk. Dat maakt je wel kritisch. En het zorgt ervoor dat de sfeer anders is. En misschien komt het ook wel doordat de man-vrouw verhouding bij nederlands omgedraaid is. Tachtig procent vrouwen is natuurlijk niet helemaal Delfts.
Het nederlands studeren heeft me niet echt veranderd. Ik had altijd al wel voldoende relativeringsvermogen, dus wat dat betreft. Ja, je ziet in boeken wel sneller een diepere laag. Maar daar word je dan ook in getraind.
Zelf schrijf ik niet. Daar ben ik denk ik toch te Delfts voor. Te zakelijk. Ik ben er niet goed in mooie woorden, mooie zinnen te maken.
Eigenlijk vind ik nederlands leuker dan scheikunde. Over een jaar ben ik afgestudeerd scheikundige, maar of ik daar wat mee ga doen weet ik echt niet. Nederlands afmaken gaat denk ik niet lukken, want dan ben ik in deeltijd nog vijf jaar bezig. En het valt gewoon niet te combineren met een baan. Maar ja, wat voor baan het wordt? Dat kan nog variëren van McKinsey tot journalistiek. En anders open ik gewoon een café.”
Comments are closed.