Campus
Ombuigingsplannen

Bezuinigingen: minder studentassistenten en meer externe financiering

Eind september maakte het college van bestuur bekend dat alle faculteiten en universiteitsdiensten de komende jaren hun bezuinigingsplannen moeten uitvoeren. Wat staat er precies in de plannen van de faculteiten EWI, IO en LR?

(Foto: Thijs van Reeuwijk)

Op de dag dat het college van bestuur (CvB) een bericht rondstuurde over de aangekondigde bezuinigingen, publiceerden vijf faculteiten hun plannen (deels) al op intranet. Namelijk Bouwkunde (BK), Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG), Mechanical Engineering (ME), Techniek, Bestuur en Management (TBM) en Technische Natuurwetenschappen (TNW). Deze faculteiten willen vooral geld besparen met een vacaturestop, het verminderen van investeringen en onderhoud, en door medewerkers te stimuleren hun verlofuren op te nemen.

Essentiële kennis behouden

Ook de andere drie faculteiten Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI), Industrieel Ontwerpen (IO) en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (LR) zetten een (gedeeltelijke) vacaturestop in. Medewerkers die vertrekken, worden dus niet automatisch vervangen. Er kan volgens de faculteiten wel naar vervanging gezocht worden als essentiële kennis en vaardigheden verloren dreigen te gaan.

Op IO zou het ‘natuurlijk verloop’ van medewerkers het onderwijs te hard raken, schrijft de faculteit in haar plan. In het bijzonder zouden ‘sommige kernthema’s (voor IO en de TU) té zware klappen krijgen’. Maar een bezuinigingsstrategie ‘die puur vanuit de inhoud zou lopen, zou leiden tot reorganisatie’ en daarmee niet voldoen aan de vraag van het CvB om gedwongen ontslagen te voorkomen. De faculteit heeft er daarom voor gekozen om naar verhouding veel sterker te bezuinigen op ondersteunend en beheerspersoneel (obp) dan op wetenschappelijk personeel (wp). Om dit te bereiken gaat het plan niet alleen uit van natuurlijk verloop, maar ook van ‘(aangemoedigd) vrijwillig verloop’.

Minder studentassistenten

EWI en LR schrijven in hun plannen dat ook de kosten voor inhuur van externe medewerkers omlaag moeten. Dat betekent bij beide faculteiten dat er onder meer gesneden wordt in het aantal studentassistenten. Volgens LR is het aantal studentassistenten tijdens de coronaperiode sterk toegenomen en wil de faculteit terug naar het niveau van voor die stijging. EWI verklaart in haar ombuigingsplan dat er de laatste jaren steeds meer studentassistenten waren aangenomen om de gestegen werkdruk tegen te gaan en was de toename ‘in lijn met de studentengroei’. Ondanks de benoemde risico’s: toename van de ‘ervaren werkdruk’ en verdere groei van de opleidingen, moet ook hier het aantal studentassistenten flink omlaag.

In een poging te voorkomen dat de vacaturestop voor (meer) problemen met de werkdruk zorgt, willen EWI, IO en LR zorgen dat het onderwijs minder tijd zal kosten. Ze willen het onderwijs minder intensief maken door bijvoorbeeld keuzevakken te schrappen, de onderwijsvorm aan te passen of op andere manieren de ‘efficiëntie’ te verhogen.

Alternatieve financieringsbronnen

Alle drie genoemde faculteiten willen ook zorgen voor meer inkomsten. Ondanks de bezuinigingen zou LR graag investeren in meer onderzoeksfaciliteiten en vervanging van het onderzoeksvliegtuig dat de faculteit samen met het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum bezit. Daarom wil de faculteit ‘actief alternatieve financieringsbronnen zoeken’. EWI neemt zich voor om betere begrotingen te maken voor projecten met externe financiering, zodat de faculteit later in die projecten niet voor onverwachte kosten komt te staan. IO wil volgens het plan simpelweg toe naar een betere verdeling tussen geldstromen.

‘De meeste bezuinigingen hebben niet zo’n grote impact op het onderwijs’

Ook binnen de universiteit zoekt EWI naar extra geld. De faculteit schrijft vier dossiers te hebben ingediend ‘waar de faculteit zonder extra financiële hulp van het CvB niet uitkomt’. Dat betreft de groei van de opleiding computer science, de toename van het ‘serviceonderwijs wiskunde’ dat de faculteit verzorgt, de supercomputer DelftBlue en de cleanroom. Volgens het plan verwacht de faculteit hier later dit jaar nog een besluit over van het CvB.

Gevolgen voor studenten

Wat studenten van de bezuinigingen zullen merken, is in veel gevallen onduidelijk. In een vergadering met het CvB afgelopen woensdag vroeg de studentenraad (sr) daarom of het bestuur alle faculteiten kon opdragen een analyse op te stellen van de impact op studenten. Bestuurder Hans Hellendoorn noemt dat ‘heel ingewikkeld’: “Het is geen statisch systeem.” De faculteiten voeren bezuinigingen en onderwijsvernieuwingen tegelijkertijd in, waardoor de effecten lastig los van elkaar te zien zouden kunnen zijn. Ook het verzoek van de sr om de plannen die via intranet toegankelijk zijn voor medewerkers ook te delen met de studenten vindt weinig weerklank. “Daar zijn geen plannen voor”, aldus Hellendoorn. “De meeste bezuinigingen hebben niet zo’n grote impact op het onderwijs, dus ik weet niet of het verstandig is een e-mail naar alle studenten te sturen.”

  • Lees meer over de bezuinigingen op het hoger onderwijs in het algemeen en de TU Delft in het bijzonder in ons dossier.
Nieuwsredacteur Emiel Beinema

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

E.S.Beinema@tudelft.nl

Comments are closed.