Bewijs het maar eens

Als je vindt dat er een probleem is, maak dat dan duidelijk met argumenten en voorbeelden. Houd er rekening mee dat de ander vindt dat het probleem niet bestaat of het bagatelliseert. Ga dus na hoe groot het probleem is en of het een gevolg is van beleid van de ander.

Kom vervolgens met voorstellen om het probleem op te lossen. Aan die oplossingen zal worden getwijfeld, maar laat dan zien dat ze werken en uitvoerbaar zijn. Wees het argument dat je oplossing te duur of te ingewikkeld is voor, door het concreet te maken. Heb je die hobbel eenmaal genomen dan kan je tegenstander het er nog op gooien dat er te veel nadelen aan je oplossing zitten. Zoek dus vooraf uit wat de consequenties zijn.

Het omgekeerde kan natuurlijk ook: jij vindt dat er helemaal geen probleem is en je tegenstander vindt van wel. Gebruik ook dan weer voorbeelden en maak duidelijk dat volgens jou niet het juiste probleem wordt opgelost. Je tegenstander zal zeggen dat iets bijvoorbeeld ‘uit onderzoek is gebleken’. Laat dat onderzoek dan eerst maar eens zien, of beter nog: probeer er op voorhand achter te komen in hoeverre er sprake is van een probleem. En hoe erg dat probleem daadwerkelijk is.

Vraag om bewijs

Als je vindt dat het voorstel van de ander het probleem niet oplost, beargumenteer dan je bedenkingen. Die kunnen gaan over de kosten, de tijd of het draagvlak. Natuurlijk zal de ander zeggen dat het allemaal prima kan en dat er over is nagedacht, maar is dat echt zo? Vraag om bewijs. Beargumenteer dat er grotere problemen zijn die meer prioriteit hebben. Wijs op de consequenties.

Met de tips uit deze serie kun je je beter voorbereiden en sta je sterker. Neem initiatief en bepaal waar het debat naar toe gaat. Speel niet al je kaarten in één keer. Zorg dat je bij je punt blijft en bovenal: blijf beleefd. Dat vind jij andersom ook prettig. Toch?