Er komt een beurzenprogramma voor studenten van buiten de Europese Unie. Daar wil het ministerie van onderwijs jaarlijks twintig miljoen euro voor uittrekken.
Tot nog toe kregen instellingen voor alle niet-EU-studenten bekostiging, maar vanaf 2006 zit er een maximum aan.
Dat staat in de internationaliseringsbrief die staatssecretaris Rutte vorige week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Met het beurzenprogramma is de voorgenomen bezuiniging op studenten van buiten de EU ongedaan gemaakt. De Tweede Kamer had daar in september om gevraagd.
Het geld voor de beurzen zal de overheid over de instellingen verdelen, ‘rekening houdend met het huidige aantal niet-EU-studenten’, schrijft Rutte. Instellingen die op dit moment veel studenten van buiten de Europese Unie in huis hebben gehaald, kunnen dus studenten blijven trekken. De precieze verdeling is nog niet bekend; die wil het ministerie in overleg met de hogescholen en universiteiten vaststellen.
Rutte verwacht dat het ingestelde maximum de kwaliteit van de instroom zal verhogen. Het is dan immers niet langer winstgevend om zo veel mogelijk studenten binnen te halen, ongeacht hun niveau.
Er zal een code of conduct komen om fraude tegen te gaan. Bovendien moeten de instellingen de toekenning van de beurzen verantwoorden in hun jaarverslag. Hoe dit eruit moet zien, is echter nog onduidelijk.
Verder schrijft Rutte in de brief dat drie andere uitwisselingsprogramma’s, te weten Huygens/Culturele verdragen, Talentenprogramma en Delta, zullen samensmelten in het Huygens Scholarship Programme. Voor dit nieuwe programma is vijf miljoen euro beschikbaar. Ongeveer één miljoen daarvan is bestemd voor Nederlandse studenten die naar het buitenland gaan.
Om het imago van het Nederlandse hoger onderwijs in het buitenland te versterken, wil Rutte bovendien het toponderwijs in Nederland stimuleren. Hij heeft vijf miljoen gereserveerd voor de vorming van centres of excellence in de jaren tot 2008. Ook wordt het mogelijk om met instellingen in het buitenland een gezamenlijke opleiding met een gezamenlijk diploma aan te bieden. De huidige wetgeving, die dat verhindert, zal Rutte aanpassen.
In de brief staat vrijwel niets over de problemen die buitenlandse studenten ondervinden als ze in Nederland zijn. Dat zij tijdens hun verblijf niet het land uit mogen om bijvoorbeeld thuis de kerstdagen te vieren, blijft voorlopig het geval. Ook over de huisvesting zegt het ministerie weinig.
Rutte kan op een breed draagvlak rekenen. Zowel de VSNU als de HBO-raad spreken overwegend goedkeurend over de brief. De internationaliseringsorganisatie NUFFIC noemt het ‘een heel goede brief’.
Tot nog toe kregen instellingen voor alle niet-EU-studenten bekostiging, maar vanaf 2006 zit er een maximum aan.
Dat staat in de internationaliseringsbrief die staatssecretaris Rutte vorige week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Met het beurzenprogramma is de voorgenomen bezuiniging op studenten van buiten de EU ongedaan gemaakt. De Tweede Kamer had daar in september om gevraagd.
Het geld voor de beurzen zal de overheid over de instellingen verdelen, ‘rekening houdend met het huidige aantal niet-EU-studenten’, schrijft Rutte. Instellingen die op dit moment veel studenten van buiten de Europese Unie in huis hebben gehaald, kunnen dus studenten blijven trekken. De precieze verdeling is nog niet bekend; die wil het ministerie in overleg met de hogescholen en universiteiten vaststellen.
Rutte verwacht dat het ingestelde maximum de kwaliteit van de instroom zal verhogen. Het is dan immers niet langer winstgevend om zo veel mogelijk studenten binnen te halen, ongeacht hun niveau.
Er zal een code of conduct komen om fraude tegen te gaan. Bovendien moeten de instellingen de toekenning van de beurzen verantwoorden in hun jaarverslag. Hoe dit eruit moet zien, is echter nog onduidelijk.
Verder schrijft Rutte in de brief dat drie andere uitwisselingsprogramma’s, te weten Huygens/Culturele verdragen, Talentenprogramma en Delta, zullen samensmelten in het Huygens Scholarship Programme. Voor dit nieuwe programma is vijf miljoen euro beschikbaar. Ongeveer één miljoen daarvan is bestemd voor Nederlandse studenten die naar het buitenland gaan.
Om het imago van het Nederlandse hoger onderwijs in het buitenland te versterken, wil Rutte bovendien het toponderwijs in Nederland stimuleren. Hij heeft vijf miljoen gereserveerd voor de vorming van centres of excellence in de jaren tot 2008. Ook wordt het mogelijk om met instellingen in het buitenland een gezamenlijke opleiding met een gezamenlijk diploma aan te bieden. De huidige wetgeving, die dat verhindert, zal Rutte aanpassen.
In de brief staat vrijwel niets over de problemen die buitenlandse studenten ondervinden als ze in Nederland zijn. Dat zij tijdens hun verblijf niet het land uit mogen om bijvoorbeeld thuis de kerstdagen te vieren, blijft voorlopig het geval. Ook over de huisvesting zegt het ministerie weinig.
Rutte kan op een breed draagvlak rekenen. Zowel de VSNU als de HBO-raad spreken overwegend goedkeurend over de brief. De internationaliseringsorganisatie NUFFIC noemt het ‘een heel goede brief’.
Comments are closed.