De onlangs afgestudeerde industrieel ontwerper Dennis Menheere (26) ontwierp een kek energiemetertje. Zijn ‘Greeny’ moet mensen thuis stimuleren om energieslurpende apparaten wat vaker uit te zetten. "Energie besparen moet leuk worden."
“Het is onhandig. Ik begrijp er niets van. Het lukt niet de energie te meten.” Stapels brieven met dit soort klachten kreeg de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal de afgelopen twee jaar van teleurgestelde klanten. In het kader van haar actie ‘meten is weten’ leent de stichting energiemeters uit aan mensen die hun energieconsumptie thuis in kaart willen brengen. “Deelnemers aan de actie kunnen de meter na drie weken doorsturen naar vrienden en kennissen”, vertelt Menheere. “Maar veel mensen willen elkaar dat niet aandoen.”
Zelfs industrieel ontwerpers hebben moeite het apparaat te bedienen, aldus Menheere, waarmee hij maar wil aangeven hoe gebruiksonvriendelijk het ding is. In opdracht van Milieu Centraal onderzocht hij wat er aan de energiemeter schort. Daarnaast ontwierp hij een verbeterde versie, de ‘Greeny’. Nu is er alleen een model van, maar volgens Menheere overweegt Philips zijn meter in productie te nemen.
Voor zijn ontwerp kreeg de industrieel ontwerper vorige week de aanmoedigingsprijs in de Shell Bachelor Masterprijzen. De oliegigant reikt ze uit aan de beste bachelor- en masterscripties die over duurzame ontwikkeling en energie gaan.
Menheere kan een waslijst aan dingen opnoemen die zijn Greeny beter maken dan het apparaat van Milieu Centraal. Zo maakte hij een simpeler gebruiksaanwijzing. Niet alleen in het Engels, maar ook in het Nederlands, wat ontbreekt bij de huidige meter. De informatie die op de gebruikersinterface verschijnt is bovendien duidelijker en in meerdere talen in te stellen, en de bedieningsknopjes zijn overzichtelijker.
Opvallend aan zijn ontwerp is ook dat het gedeelte van de meter dat in het stopcontact moet, met een kabeltje is verbonden aan de display. Dit in tegenstelling tot de huidige meter, waarin de stekker en het schermpje één groot geheel vormen. En dat is onhandig. Menheere: “Mensen klagen dat ze de meter niet kunnen aansluiten omdat er te weinig plaats is tussen bijvoorbeeld hun wasmachine en het stopcontact. Of het stopcontact zit net in een hoek waardoor de meter er niet in past.”
Tenslotte voegde de IO’er een ledverlichting toe aan het product. “Hoe meer energie een apparaat verbruikt, hoe feller het lichtje brandt”, legt hij uit. “Daardoor kunnen mensen van een afstandje al een idee krijgen van het energieverbruik. Leds verbruiken zelf heel weinig”, voegt hij er snel aan toe. “Dus de milieubelasting van dit extraatje is verwaarloosbaar.”
Het ledje moet het meten veel leuker maken. “Als je wasmachine bijvoorbeeld het water begint op te warmen, moet het lichtje fel gaan branden”, aldus de jonge ingenieur. “Je ziet dan dat de ingestelde temperatuur een ontzettend groot verschil uitmaakt op het energieverbruik.”
“Milieu Centraal heeft een ranglijstje gemaakt van grootverbruikers”, vervolgt hij. “Helemaal bovenaan staat de wasdroger. Er zijn mensen die hem niet meer gebruiken nadat ze met eigen ogen hebben gezien hoeveel hij verbruikt. Ook zetten veel mensen hun computers, tv’s en radio’s uit in plaats van in sluimerstand. En ze schenken koffie in de thermoskan, zodat de kan niet op het warmhoudplaatje van het koffieapparaat hoeft.”
Als zijn Greeny op de markt komt, kunnen ook mensen die van de huidige meter geen snars begrijpen spelenderwijs hun energieverbruik dimmen, verwacht Menheere. “Mensen die aan de actie deelnemen besparen gemiddeld zeven procent op hun elektriciteitsrekening”, zegt hij. “Als alle Nederlanders zoveel zouden besparen, kan Nederland af met een halve kolencentrale minder.” (TvD)
“Het is onhandig. Ik begrijp er niets van. Het lukt niet de energie te meten.” Stapels brieven met dit soort klachten kreeg de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal de afgelopen twee jaar van teleurgestelde klanten. In het kader van haar actie ‘meten is weten’ leent de stichting energiemeters uit aan mensen die hun energieconsumptie thuis in kaart willen brengen. “Deelnemers aan de actie kunnen de meter na drie weken doorsturen naar vrienden en kennissen”, vertelt Menheere. “Maar veel mensen willen elkaar dat niet aandoen.”
Zelfs industrieel ontwerpers hebben moeite het apparaat te bedienen, aldus Menheere, waarmee hij maar wil aangeven hoe gebruiksonvriendelijk het ding is. In opdracht van Milieu Centraal onderzocht hij wat er aan de energiemeter schort. Daarnaast ontwierp hij een verbeterde versie, de ‘Greeny’. Nu is er alleen een model van, maar volgens Menheere overweegt Philips zijn meter in productie te nemen.
Voor zijn ontwerp kreeg de industrieel ontwerper vorige week de aanmoedigingsprijs in de Shell Bachelor Masterprijzen. De oliegigant reikt ze uit aan de beste bachelor- en masterscripties die over duurzame ontwikkeling en energie gaan.
Menheere kan een waslijst aan dingen opnoemen die zijn Greeny beter maken dan het apparaat van Milieu Centraal. Zo maakte hij een simpeler gebruiksaanwijzing. Niet alleen in het Engels, maar ook in het Nederlands, wat ontbreekt bij de huidige meter. De informatie die op de gebruikersinterface verschijnt is bovendien duidelijker en in meerdere talen in te stellen, en de bedieningsknopjes zijn overzichtelijker.
Opvallend aan zijn ontwerp is ook dat het gedeelte van de meter dat in het stopcontact moet, met een kabeltje is verbonden aan de display. Dit in tegenstelling tot de huidige meter, waarin de stekker en het schermpje één groot geheel vormen. En dat is onhandig. Menheere: “Mensen klagen dat ze de meter niet kunnen aansluiten omdat er te weinig plaats is tussen bijvoorbeeld hun wasmachine en het stopcontact. Of het stopcontact zit net in een hoek waardoor de meter er niet in past.”
Tenslotte voegde de IO’er een ledverlichting toe aan het product. “Hoe meer energie een apparaat verbruikt, hoe feller het lichtje brandt”, legt hij uit. “Daardoor kunnen mensen van een afstandje al een idee krijgen van het energieverbruik. Leds verbruiken zelf heel weinig”, voegt hij er snel aan toe. “Dus de milieubelasting van dit extraatje is verwaarloosbaar.”
Het ledje moet het meten veel leuker maken. “Als je wasmachine bijvoorbeeld het water begint op te warmen, moet het lichtje fel gaan branden”, aldus de jonge ingenieur. “Je ziet dan dat de ingestelde temperatuur een ontzettend groot verschil uitmaakt op het energieverbruik.”
“Milieu Centraal heeft een ranglijstje gemaakt van grootverbruikers”, vervolgt hij. “Helemaal bovenaan staat de wasdroger. Er zijn mensen die hem niet meer gebruiken nadat ze met eigen ogen hebben gezien hoeveel hij verbruikt. Ook zetten veel mensen hun computers, tv’s en radio’s uit in plaats van in sluimerstand. En ze schenken koffie in de thermoskan, zodat de kan niet op het warmhoudplaatje van het koffieapparaat hoeft.”
Als zijn Greeny op de markt komt, kunnen ook mensen die van de huidige meter geen snars begrijpen spelenderwijs hun energieverbruik dimmen, verwacht Menheere. “Mensen die aan de actie deelnemen besparen gemiddeld zeven procent op hun elektriciteitsrekening”, zegt hij. “Als alle Nederlanders zoveel zouden besparen, kan Nederland af met een halve kolencentrale minder.” (TvD)
Comments are closed.