Het is niet de bedoeling dat universiteiten en hogescholen buitenlandse studenten alleen maar gebruiken om hun financiën op peil te houden, zegt minister Van Engelshoven. Ze gaat de financiering van het hoger onderwijs daarop aanpassen.
Dat bleek gisteren in een debat met de Tweede Kamer. Van Engelshoven had al eerder gezegd dat Engelstalig onderwijs een meerwaarde moet hebben en niet alleen bedoeld mag zijn om buitenlandse studenten te werven. Maar zo stellig als gisteren klonk ze niet eerder.
“In de bekostigingssystematiek zitten belangrijke drijfveren om zoveel mogelijk studenten te houden, want je aandeel uit de koek blijft dan hetzelfde”, zei ze tegen de Kamerleden. Ze wil dit mechanisme eruit halen, “waarvan we met z’n allen wel proeven: dat vinden we niet heel gezond”.
Het viel in de Tweede Kamer in goede aarde. Ook haar uitleg over het strengere toezicht op Engels in het hoger onderwijs konden de Kamerleden wel waarderen: in de zesjaarlijkse keuring van de onderwijskwaliteit (accreditatie) moeten Engelstalige opleidingen voortaan de keuze voor hun voertaal uitleggen.
De minister zegde verder toe dat ze tempo maakt met de modernisering van het wetsartikel op de voertaal in het hoger onderwijs. De wetswijziging moet op 1 maart 2020 van kracht zijn, is het voornemen. In haar wetsvoorstel blijft de Nederlandse taal het uitgangspunt, beloofde ze, want ze wil het Nederlands als onderwijs- en wetenschapstaal beschermen. Mocht een opleiding toch willen overstappen op het Engels, dan moet de medezeggenschap daarover meebeslissen.
HOP, Bas Belleman
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.