Het bedrijfsplan van de faculteit Lucht- en Ruimtevaart is eergisteren zonder veel vuurwerk door de faculteitsraad vastgesteld. Het plan, dat naar verwachting zal leiden tot forse inkrimping bij het ondersteunend personeel, ligt nu bij het college van bestuur.
Delen
br />
In de extra vergadering van de faculteitsraad werden nog twee adviezen besproken. Het advies van de commissie voor wetenschapsbeoefening week niet veel af van het voorstel van het bestuur en leidde niet tot discussie. In het advies van de medezeggenschapscommissie werden enkele suggesties gedaan om op alternatieve wijze geld te sparen zodat de bezuinigingen op de algemene dienst konden verminderen. Dit om gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen. Voorzitter van de faculteitsraad, dekaan Van Ingen, merkte op dat dit voorbij gaat aan het uitgangspunt van de bezuiniging, namelijk: ,,welke taken zijn er te vervullen en hoe kunnen we dat zo efficiënt mogelijk doen”.
Dat de vakgroepen er belang bij zouden hebben een onderschatting te maken van hun behoefte aan algemene ondersteuning, omdat er anders weer meer op eigen personeel uit de vakgroep bezuinigd moet worden, acht Van Ingen niet aan de orde. ,,Zo werkt het niet binnen deze faculteit. Hier is meer samenhang dan op een doorsnee-faculteit.”
Hier en daar werd nog een kanttekening geplaatst bij het plan. Ing. J. Snijder van de technische staf van de vakgroep vormgeving, fabricage en materialen, betwijfelde of de service van de algemene dienst wel zo misbaar was als in dit plan gesteld werd. Voorzitter van de opleidingscommissie ir. T.J. van Baten sloot zich hierbij aan en sprak eveneens zijn zorgen uit over de uitvoerbaarheid van het plan, gezien het grote aantal taken dat er ligt ter verbetering van de studeerbaarheid van de opleiding, het studierendement, de doorstroomsnelheid en het vijfjarige studieprogramma. De opmerkingen werden genoteerd, maar leidden niet tot aanpassing van het bedrijfsplan. (J.O.)
Het bedrijfsplan van de faculteit Lucht- en Ruimtevaart is eergisteren zonder veel vuurwerk door de faculteitsraad vastgesteld. Het plan, dat naar verwachting zal leiden tot forse inkrimping bij het ondersteunend personeel, ligt nu bij het college van bestuur.
In de extra vergadering van de faculteitsraad werden nog twee adviezen besproken. Het advies van de commissie voor wetenschapsbeoefening week niet veel af van het voorstel van het bestuur en leidde niet tot discussie. In het advies van de medezeggenschapscommissie werden enkele suggesties gedaan om op alternatieve wijze geld te sparen zodat de bezuinigingen op de algemene dienst konden verminderen. Dit om gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen. Voorzitter van de faculteitsraad, dekaan Van Ingen, merkte op dat dit voorbij gaat aan het uitgangspunt van de bezuiniging, namelijk: ,,welke taken zijn er te vervullen en hoe kunnen we dat zo efficiënt mogelijk doen”.
Dat de vakgroepen er belang bij zouden hebben een onderschatting te maken van hun behoefte aan algemene ondersteuning, omdat er anders weer meer op eigen personeel uit de vakgroep bezuinigd moet worden, acht Van Ingen niet aan de orde. ,,Zo werkt het niet binnen deze faculteit. Hier is meer samenhang dan op een doorsnee-faculteit.”
Hier en daar werd nog een kanttekening geplaatst bij het plan. Ing. J. Snijder van de technische staf van de vakgroep vormgeving, fabricage en materialen, betwijfelde of de service van de algemene dienst wel zo misbaar was als in dit plan gesteld werd. Voorzitter van de opleidingscommissie ir. T.J. van Baten sloot zich hierbij aan en sprak eveneens zijn zorgen uit over de uitvoerbaarheid van het plan, gezien het grote aantal taken dat er ligt ter verbetering van de studeerbaarheid van de opleiding, het studierendement, de doorstroomsnelheid en het vijfjarige studieprogramma. De opmerkingen werden genoteerd, maar leidden niet tot aanpassing van het bedrijfsplan. (J.O.)
Comments are closed.