Campus

Baanbreker met domme proefjes

Achter de glamour van elke wereldschokkende publicatie gaat een groot wetenschappelijk raderwerk schuil. Een enkel schakeltje kan allesbepalend zijn.

Met zijn röntgendiffractiemeters is dr.ir Rob Delhez, universitair hoofddocent bij de masteropleiding materials science and engineering, de man achter veel baanbrekend onderzoekswerk. De vreemdste objecten heeft Delhez onder de meter gehad. “We boeken hier leuke succesjes voor de vakbroeders, maar zelf zijn we vooral van de huis-, tuin- en keukenmaterialen.”

De gangen van het gebouw aan de Rotterdamseweg hangen vol met rode douches en gele waarschuwingsstickers. Op de bovenste verdieping worden high scores op de deur bijgehouden, en zien computerruimtes eruit als huiskamers. De koffiekosten worden gedeeld. Onder het rijtje ‘gasten’ turft Rob Delhez een koffie en een thee.

Na zijn studie begon Delhez gelijk als wetenschappelijk medewerker en parttime promovendus. “Dat was vroeger nog normaal.” Jaren dook hij dagelijks de diffractieruimte in, totdat zijn profs hem eruit sleepten en aan zijn proefschrift zetten. Daarna lag de wereld voor hem open, maar zijn volbloed Delftse vrouw weerhield hem ervan de stad te verlaten. Dus bleef hij bij het lab en publiceerde over zijn röntgendiffractie-experimenten. “Onderzoek is het allerleukste, maar de mensen zijn nog leuker.”

Röntgendiffractie is een interferentieverschijnsel. De interferentiepatronen zijn een afspiegeling van de atomen en hun rangschikking en zo kunnen stofjes worden herkend. “En als het niet klopt heb je er allerlei smoezen bij waardoor het ook niet hóeft te kloppen.”

Laatst kwam de universiteit van Leiden met een doos potscherven. “Gewone potscherven die je ook in de tuin vindt.” Of Delhez even een diffractogrammetje kon opnemen. In het glazuur vond hij een stofje dat alleen in de bergen van Turkije voorkomt. Voor de Leidse onderzoeker, die de vierduizend jaar oude potscherven eigenhandig in de woestijn in Jordanië had opgegraven, leverde Delhez zo het bewijs dat er toen reeds handelscontacten waren tussen die landen. Rob vond het prachtig. “Ja, dat was wel een spectaculair resultaat.”

Ook zaten Delhez en zijn groep ooit wat te spelen met een pot kristalzout en wisselende luchtvochtigheden. Toen de jongens van Civiel de resultaten zagen, bleek dat Delhez de scheikundige verklaring voor verwering van stenen had gegeven. “Het was een eye-opener voor de heren. En dat was dus echt een heel dom proefje.”

Delhez besluit dat het tijd is voor een kleine excursie. Achter twee dikke deuren vinden we vier grote zware kasten: de röntgendiffractiemeters. In enkele zinnen slaagt Delhez erin de werking ervan uit te leggen. Hij weet zo veel van de apparaten, dat hij is gevraagd in een internationale ESA-denktank om de kasten te verkleinen tot schoenendoosformaat. In 2009 zal het doosje op zoek gaan naar leven op Mars. Delhez gelooft er wel in. Over huis-, tuin- en keukenmaterialen gesproken.

Stan en Sander

Rob Delhez (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Achter de glamour van elke wereldschokkende publicatie gaat een groot wetenschappelijk raderwerk schuil. Een enkel schakeltje kan allesbepalend zijn. Met zijn röntgendiffractiemeters is dr.ir Rob Delhez, universitair hoofddocent bij de masteropleiding materials science and engineering, de man achter veel baanbrekend onderzoekswerk. De vreemdste objecten heeft Delhez onder de meter gehad. “We boeken hier leuke succesjes voor de vakbroeders, maar zelf zijn we vooral van de huis-, tuin- en keukenmaterialen.”

De gangen van het gebouw aan de Rotterdamseweg hangen vol met rode douches en gele waarschuwingsstickers. Op de bovenste verdieping worden high scores op de deur bijgehouden, en zien computerruimtes eruit als huiskamers. De koffiekosten worden gedeeld. Onder het rijtje ‘gasten’ turft Rob Delhez een koffie en een thee.

Na zijn studie begon Delhez gelijk als wetenschappelijk medewerker en parttime promovendus. “Dat was vroeger nog normaal.” Jaren dook hij dagelijks de diffractieruimte in, totdat zijn profs hem eruit sleepten en aan zijn proefschrift zetten. Daarna lag de wereld voor hem open, maar zijn volbloed Delftse vrouw weerhield hem ervan de stad te verlaten. Dus bleef hij bij het lab en publiceerde over zijn röntgendiffractie-experimenten. “Onderzoek is het allerleukste, maar de mensen zijn nog leuker.”

Röntgendiffractie is een interferentieverschijnsel. De interferentiepatronen zijn een afspiegeling van de atomen en hun rangschikking en zo kunnen stofjes worden herkend. “En als het niet klopt heb je er allerlei smoezen bij waardoor het ook niet hóeft te kloppen.”

Laatst kwam de universiteit van Leiden met een doos potscherven. “Gewone potscherven die je ook in de tuin vindt.” Of Delhez even een diffractogrammetje kon opnemen. In het glazuur vond hij een stofje dat alleen in de bergen van Turkije voorkomt. Voor de Leidse onderzoeker, die de vierduizend jaar oude potscherven eigenhandig in de woestijn in Jordanië had opgegraven, leverde Delhez zo het bewijs dat er toen reeds handelscontacten waren tussen die landen. Rob vond het prachtig. “Ja, dat was wel een spectaculair resultaat.”

Ook zaten Delhez en zijn groep ooit wat te spelen met een pot kristalzout en wisselende luchtvochtigheden. Toen de jongens van Civiel de resultaten zagen, bleek dat Delhez de scheikundige verklaring voor verwering van stenen had gegeven. “Het was een eye-opener voor de heren. En dat was dus echt een heel dom proefje.”

Delhez besluit dat het tijd is voor een kleine excursie. Achter twee dikke deuren vinden we vier grote zware kasten: de röntgendiffractiemeters. In enkele zinnen slaagt Delhez erin de werking ervan uit te leggen. Hij weet zo veel van de apparaten, dat hij is gevraagd in een internationale ESA-denktank om de kasten te verkleinen tot schoenendoosformaat. In 2009 zal het doosje op zoek gaan naar leven op Mars. Delhez gelooft er wel in. Over huis-, tuin- en keukenmaterialen gesproken.

Stan en Sander

Rob Delhez (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.