Harde keuzes zijn noodzakelijk als de Nederlandse wetenschap wil blijven meetellen in de wereld. Sommige vakgebieden zullen daardoor helemaal verdwijnen, maar dat is de prijs voor excellentie.
Dat schrijft de Adviesraad voor het Wetenschapsbeleid in een rapport dat zojuist is overhandigd aan minister Bussemaker. De Nederlandse wetenschap staat hoog aangeschreven, stelt de AWT, maar dat is niet langer vanzelfsprekend: de internationale concurrentie neemt toe, terwijl de overheid steeds minder wil investeren in onderzoek.
Dus is het tijd om duidelijke keuzes te maken. De minister van OCW moet instellingen aansporen zich toe te leggen op wetenschapsgebieden waarin Nederland uitblinkt. Het geld dat kennisinstellingen van het Rijk ontvangen in de zogeheten eerste geldstroom moet afhankelijk worden van hun prestaties op specifieke onderzoeksgebieden. Onderzoeksinstellingen gaan zich op die manier beter profileren en onderling meer concurreren. Dat zal misschien leiden tot “witte vlekken” in de Nederlandse wetenschap, maar dat moeten we volgens de AWT aanvaarden.
Ook onderzoeksfinancier NWO, die beurzen uitreikt aan individuele onderzoekers, gaat zich als het aan de adviesraad ligt meer focussen op “wetenschappelijke zwaartepunten”. Onderzoekers binnen succesvolle wetenschapsgebieden, kunnen dan makkelijker aanspraak maken op geld.
Sterke regie vanuit het ministerie leidt tot betere keuzes en meer concurrentie tussen instellingen om het geld, is de verwachting. Dat zal volgens AWT de sterke positie van Nederland in de internationale wetenschap “optimaliseren”.
Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker gebruiken het advies van de AWT als inbreng voor hun beleidsvisie over de toekomst van de Nederlandse wetenschap. Die wordt in de zomer naar de Tweede Kamer gestuurd.
Comments are closed.