Campus

‘In Atlanta valt niets te zeilen’

Al zeer vroeg werd Serge Kats het zeilen bijgebracht door zijn vader en broer. Toen al bleek de nu 24-jarige TU-student werktuigbouw over talent te beschikken.

Anno 1996 krijgt hij de kans om die aanleg te tonen op de Olympische Spelen in Atlanta.


Figuur 1 Serge Kats: ,,Ik behoor nu tot de top tien van de wereld”

,,Talent betekent in de zeilsport dat je een soort aangeboren gevoel moet hebben voor de boot en de wind”, meent Kats. ,,Wind is nooit een constante factor, en je moet altijd op draaiingen kunnen anticiperen. Als je dat goed doet, én je hebt een goede wedstrijdstrategie gekozen, dan heb je kans om voor in het veld te komen. En daar wordt het gemakkelijker, want voorin heb je de ruimte om te zeilen.”

Kats zal tijdens de Spelen uitkomen in de open klasse voor de Laser, een éénmansboot van 4,2 meter. ,,Het is een platte en lange boot met alleen een grootzeil, en een roer natuurlijk. Het is een éénheidsklasse, wat wil zeggen dat alle maten en materialen voorgeschreven zijn. Iedere zeiler werkt dus met hetzelfde materiaal en dat geeft een eerlijke uitgangspositie. Anderzijds heb je geen mogelijkheden om je eigen boot wat beter te trimmen dan de rest.”

Het is de eerste keer dat de Laser-klasse Olympisch is. De internationale belangstelling om in dit boottype deel te nemen is echter overweldigend. Per land mag slechts één zeiler per klasse worden uitgezonden. Toch gaat Serge niet alleen naar Atlanta. ,,Er zijn zo’n negen andere categorieën waar Nederlanders in meedoen en daarnaast gaan mijn begeleider en mijn vriendin mee.”

,,Trouwens”, voegt hij daaraan toe, ,,we gaan niet naar Atlanta. Daar kun je niet zeilen, want daar heb je namelijk geen geschikt water. Het zeilen vindt plaats in Savannah, zo’n vierhonderd kilometer verderop. Dat is wel vervelend, want daar mis je veel van de sfeer van de Spelen. We logeren bijvoorbeeld niet in het Olympisch dorp, en waarschijnlijk zijn we dus ook niet bij de opening aanwezig. Erg jammer.”

Na vele jaren van training op de Kralingse plas, buitenlandse wedstrijden en altijd vroeg naar bed, breekt in juli het grote moment aan. Hij schat zijn kansen voorzichtig optimistisch in: ,,Ik weet dat ik op dit moment tot de top tien van de wereld behoor. Op de laatste WK werd ik zesde. Met een beetje geluk wordt dat op de Spelen nog een iets hogere klassering…”

De studie werktuigbouw staat op dit moment stil. De voorbereidingen voor het zeilen op de Spelen hebben het afgelopen jaar centraal gestaan. Via het afstudeerfonds hoopt hij op een extra studietijd van tien maanden. En financieel? Met onkostendeclaraties bij sponsors als O’Neill, Rotterdam Topsport en natuurlijk het NOC kan de talentvolle zeiler net quitte spelen. Of, zoals hij het zelf uitdrukt: ,,Financieel schiet ik er niet bij in, maar ik schiet er ook niet veel mee op.” (L.d.V.)

ZWARE VOORBEREIDING VOOR SANDER VAN DER MARCK

‘De gekste dingen om maar te winnen’

Als op 6 juli de nationale roei-equipe op het vliegtuig naar Atlanta stapt, zit daar ook Sander van der Marck van Laga uit Delft bij. De 23-jarige TU-student zal de nationale eer verdedigen in de zware dubbelvier voor heren, na de heren acht het snelste roeinummer.


Figuur 2 Sander van der Marck: ,,Voetbal vind ik geen topsport”

,,De deelnemende ploegen zijn eigenlijk dezelfde als die op de WK’s”, zegt Van der Marck. ,,Op grond daarvan meen ik voorzichtig te kunnen voorspellen dat er een finaleplaats voor ons in moet zitten. En een kleine medaillekans.”

Als onderdeel van de voorbereiding op de Spelen moest de roeier verhuizen naar Amsterdam. Daar traint hij twee keer per dag op de Bosbaan en komt regelmatig uit op internationale regatta’s. Zijn studie scheikundige technologie heeft hij tijdelijk opgeschort: ,,Ik moet nog ongeveer anderhalf jaar studeren. Voor dit Olympische roei-jaar heb ik van de universiteit een jaar compensatie gekregen. Na de Spelen kom ik weer in Delft wonen om hard te studeren. Ik heb mijn kamer gewoon aangehouden. Voor wat betreft het roeien hoop ik volgend jaar de Varsity te winnen in de Oude Vier van Laga. Dat wordt wel eens tijd.”

De voorbereidingen op de Olympische Spelen zijn zeer intensief, vindt Van der Marck: ,,In aanloop naar de Spelen zie je dat de deelnemende landen zich plotseling bijzonder goed prepareren. Dat heeft tot gevolg dat de onderlinge verschillen kleiner worden. Mentaal bereid ik me niet anders op deze Olympische Spelen voor dan bijvoorbeeld op een WK. Fysiek ligt dat anders, dan wordt er in deze periode veel zwaarder getraind. Dat moet ook wel, want bij zo’n belangrijk evenement gaan ploegen de gekste dingen doen om maar te kunnen winnen; nóg harder weg tijdens de start of nog meer sprints, met alle risico’s van dien. Op de Spelen is het alles of niets; dood of de gladiolen.”

,,Ik vind het geweldig dat die veertien man van mijn jaarclub komen kijken. Hopelijk kunnen ze nog kaarten voor de finale bemachtigen. Ik denk dat ik ze nog wel zal ontmoeten in het Heineken Holland House; een andere gelegenheid is er bijna niet door de extreme beveiliging van het Olympisch dorp.”

Wie denkt dat een topsporter als Van der Marck zich in de avonduren onledig houdt met het bekijken van de andere nationale sporters op tv, de voetballers, vergist zich. ,,Voetbal vind ik geen topsport”, meent hij. ,,Voetbal is maar een spelletje. Nee, dan speel ik ’s avonds veel liever een goed computerspel.” (L.d.V.)

BLIKSEMBEZOEK VAN DELFTSE SUPPORTERS

Jaarclub Ubar goes Olympic

Niet alleen topsporters gaan deze zomer naar het warme Atlanta, trouwe fans reizen ook de halve wereld af. Alle jaarclubgenoten van Sander van der Marck gaan de roeiertoejuichen bij de finale als een onderdeel van hun clublustrumreis.


Figuur 3 ,,We hebben ons behoorlijk in de schulden gestoken voor deze reis”

De jaarclub Ubar bestaat sinds 1991 en viert zijn eerste lustrum door een achttien dagen durende reis door Amerika te maken. ,,Je maakt het maar één keer in je studententijd mee dat een clubgenoot meeroeit bij de Olympische Spelen. Als dat valt in het jaar van het clublustrum, dan is de beslissing snel gemaakt om hem te gaan aanmoedigen”, aldus Geert-Jan Eenhoorn. ,,We kopen alleen kaartjes voor de finale, want we weten zeker dat de ploeg goed genoeg is om die te behalen”, zegt Petran van Heel. De reis moet voor enkele afstuderende jaarclubgenoten een daverende afsluiting worden van hun studententijd.

De club blijft maar heel kort in Atlanta, want een overnachting is niet te betalen. Ze rijden ’s ochtends vroeg de stad in en vertrekken ’s nachts weer naar de volgende bestemming. ,,We hebben ons behoorlijk in de schulden gestoken om ons deze reis te veroorloven. Eenmaal in Amerika moeten we goed op de centen letten”, aldus van Heel.

Voor op de tribune is een speciale outfit geregeld: T-shirts petjes en veel oranje accessoires. En natuurlijk grote spandoeken. ,,Als Sander niet in de finale komt dan gaan we een oranje-feestje vieren in het ‘Holland-house’, een ontmoetingsplek voor alle Nederlanders om en rond de Spelen”, zeggen de clubgenoten.

Op dit moment zijn ze erg druk met het voorbereiden van de reis. Behalve het bezoek aan de Olympische Spelen zijn er nog zestien dagen om andere dingen te doen. De club zal het land doorrijden met twee mini-vans.

De meeste van hen zitten nu nog hard te blokken voor de laatste vakkenperiode voor de vakantie. De jongens kunnen bijna niet wachten om op 22 juli het vliegtuig in te stappen. ,, Het wordt sowieso een fantastische reis, maar als Van der Marck wint, dan zijn er geen woorden voor om te beschrijven hoe gaaf de vakantie zal zijn.” (M.v.d.K.)

Mariëlle van der Krol

,,

Al zeer vroeg werd Serge Kats het zeilen bijgebracht door zijn vader en broer. Toen al bleek de nu 24-jarige TU-student werktuigbouw over talent te beschikken. Anno 1996 krijgt hij de kans om die aanleg te tonen op de Olympische Spelen in Atlanta.


Figuur 1 Serge Kats: ,,Ik behoor nu tot de top tien van de wereld”

,,Talent betekent in de zeilsport dat je een soort aangeboren gevoel moet hebben voor de boot en de wind”, meent Kats. ,,Wind is nooit een constante factor, en je moet altijd op draaiingen kunnen anticiperen. Als je dat goed doet, én je hebt een goede wedstrijdstrategie gekozen, dan heb je kans om voor in het veld te komen. En daar wordt het gemakkelijker, want voorin heb je de ruimte om te zeilen.”

Kats zal tijdens de Spelen uitkomen in de open klasse voor de Laser, een éénmansboot van 4,2 meter. ,,Het is een platte en lange boot met alleen een grootzeil, en een roer natuurlijk. Het is een éénheidsklasse, wat wil zeggen dat alle maten en materialen voorgeschreven zijn. Iedere zeiler werkt dus met hetzelfde materiaal en dat geeft een eerlijke uitgangspositie. Anderzijds heb je geen mogelijkheden om je eigen boot wat beter te trimmen dan de rest.”

Het is de eerste keer dat de Laser-klasse Olympisch is. De internationale belangstelling om in dit boottype deel te nemen is echter overweldigend. Per land mag slechts één zeiler per klasse worden uitgezonden. Toch gaat Serge niet alleen naar Atlanta. ,,Er zijn zo’n negen andere categorieën waar Nederlanders in meedoen en daarnaast gaan mijn begeleider en mijn vriendin mee.”

,,Trouwens”, voegt hij daaraan toe, ,,we gaan niet naar Atlanta. Daar kun je niet zeilen, want daar heb je namelijk geen geschikt water. Het zeilen vindt plaats in Savannah, zo’n vierhonderd kilometer verderop. Dat is wel vervelend, want daar mis je veel van de sfeer van de Spelen. We logeren bijvoorbeeld niet in het Olympisch dorp, en waarschijnlijk zijn we dus ook niet bij de opening aanwezig. Erg jammer.”

Na vele jaren van training op de Kralingse plas, buitenlandse wedstrijden en altijd vroeg naar bed, breekt in juli het grote moment aan. Hij schat zijn kansen voorzichtig optimistisch in: ,,Ik weet dat ik op dit moment tot de top tien van de wereld behoor. Op de laatste WK werd ik zesde. Met een beetje geluk wordt dat op de Spelen nog een iets hogere klassering…”

De studie werktuigbouw staat op dit moment stil. De voorbereidingen voor het zeilen op de Spelen hebben het afgelopen jaar centraal gestaan. Via het afstudeerfonds hoopt hij op een extra studietijd van tien maanden. En financieel? Met onkostendeclaraties bij sponsors als O’Neill, Rotterdam Topsport en natuurlijk het NOC kan de talentvolle zeiler net quitte spelen. Of, zoals hij het zelf uitdrukt: ,,Financieel schiet ik er niet bij in, maar ik schiet er ook niet veel mee op.” (L.d.V.)

ZWARE VOORBEREIDING VOOR SANDER VAN DER MARCK

‘De gekste dingen om maar te winnen’

Als op 6 juli de nationale roei-equipe op het vliegtuig naar Atlanta stapt, zit daar ook Sander van der Marck van Laga uit Delft bij. De 23-jarige TU-student zal de nationale eer verdedigen in de zware dubbelvier voor heren, na de heren acht het snelste roeinummer.


Figuur 2 Sander van der Marck: ,,Voetbal vind ik geen topsport”

,,De deelnemende ploegen zijn eigenlijk dezelfde als die op de WK’s”, zegt Van der Marck. ,,Op grond daarvan meen ik voorzichtig te kunnen voorspellen dat er een finaleplaats voor ons in moet zitten. En een kleine medaillekans.”

Als onderdeel van de voorbereiding op de Spelen moest de roeier verhuizen naar Amsterdam. Daar traint hij twee keer per dag op de Bosbaan en komt regelmatig uit op internationale regatta’s. Zijn studie scheikundige technologie heeft hij tijdelijk opgeschort: ,,Ik moet nog ongeveer anderhalf jaar studeren. Voor dit Olympische roei-jaar heb ik van de universiteit een jaar compensatie gekregen. Na de Spelen kom ik weer in Delft wonen om hard te studeren. Ik heb mijn kamer gewoon aangehouden. Voor wat betreft het roeien hoop ik volgend jaar de Varsity te winnen in de Oude Vier van Laga. Dat wordt wel eens tijd.”

De voorbereidingen op de Olympische Spelen zijn zeer intensief, vindt Van der Marck: ,,In aanloop naar de Spelen zie je dat de deelnemende landen zich plotseling bijzonder goed prepareren. Dat heeft tot gevolg dat de onderlinge verschillen kleiner worden. Mentaal bereid ik me niet anders op deze Olympische Spelen voor dan bijvoorbeeld op een WK. Fysiek ligt dat anders, dan wordt er in deze periode veel zwaarder getraind. Dat moet ook wel, want bij zo’n belangrijk evenement gaan ploegen de gekste dingen doen om maar te kunnen winnen; nóg harder weg tijdens de start of nog meer sprints, met alle risico’s van dien. Op de Spelen is het alles of niets; dood of de gladiolen.”

,,Ik vind het geweldig dat die veertien man van mijn jaarclub komen kijken. Hopelijk kunnen ze nog kaarten voor de finale bemachtigen. Ik denk dat ik ze nog wel zal ontmoeten in het Heineken Holland House; een andere gelegenheid is er bijna niet door de extreme beveiliging van het Olympisch dorp.”

Wie denkt dat een topsporter als Van der Marck zich in de avonduren onledig houdt met het bekijken van de andere nationale sporters op tv, de voetballers, vergist zich. ,,Voetbal vind ik geen topsport”, meent hij. ,,Voetbal is maar een spelletje. Nee, dan speel ik ’s avonds veel liever een goed computerspel.” (L.d.V.)

BLIKSEMBEZOEK VAN DELFTSE SUPPORTERS

Jaarclub Ubar goes Olympic

Niet alleen topsporters gaan deze zomer naar het warme Atlanta, trouwe fans reizen ook de halve wereld af. Alle jaarclubgenoten van Sander van der Marck gaan de roeiertoejuichen bij de finale als een onderdeel van hun clublustrumreis.


Figuur 3 ,,We hebben ons behoorlijk in de schulden gestoken voor deze reis”

De jaarclub Ubar bestaat sinds 1991 en viert zijn eerste lustrum door een achttien dagen durende reis door Amerika te maken. ,,Je maakt het maar één keer in je studententijd mee dat een clubgenoot meeroeit bij de Olympische Spelen. Als dat valt in het jaar van het clublustrum, dan is de beslissing snel gemaakt om hem te gaan aanmoedigen”, aldus Geert-Jan Eenhoorn. ,,We kopen alleen kaartjes voor de finale, want we weten zeker dat de ploeg goed genoeg is om die te behalen”, zegt Petran van Heel. De reis moet voor enkele afstuderende jaarclubgenoten een daverende afsluiting worden van hun studententijd.

De club blijft maar heel kort in Atlanta, want een overnachting is niet te betalen. Ze rijden ’s ochtends vroeg de stad in en vertrekken ’s nachts weer naar de volgende bestemming. ,,We hebben ons behoorlijk in de schulden gestoken om ons deze reis te veroorloven. Eenmaal in Amerika moeten we goed op de centen letten”, aldus van Heel.

Voor op de tribune is een speciale outfit geregeld: T-shirts petjes en veel oranje accessoires. En natuurlijk grote spandoeken. ,,Als Sander niet in de finale komt dan gaan we een oranje-feestje vieren in het ‘Holland-house’, een ontmoetingsplek voor alle Nederlanders om en rond de Spelen”, zeggen de clubgenoten.

Op dit moment zijn ze erg druk met het voorbereiden van de reis. Behalve het bezoek aan de Olympische Spelen zijn er nog zestien dagen om andere dingen te doen. De club zal het land doorrijden met twee mini-vans.

De meeste van hen zitten nu nog hard te blokken voor de laatste vakkenperiode voor de vakantie. De jongens kunnen bijna niet wachten om op 22 juli het vliegtuig in te stappen. ,, Het wordt sowieso een fantastische reis, maar als Van der Marck wint, dan zijn er geen woorden voor om te beschrijven hoe gaaf de vakantie zal zijn.” (M.v.d.K.)

Mariëlle van der Krol

Al zeer vroeg werd Serge Kats het zeilen bijgebracht door zijn vader en broer. Toen al bleek de nu 24-jarige TU-student werktuigbouw over talent te beschikken. Anno 1996 krijgt hij de kans om die aanleg te tonen op de Olympische Spelen in Atlanta.


Figuur 1 Serge Kats: ,,Ik behoor nu tot de top tien van de wereld”

,,Talent betekent in de zeilsport dat je een soort aangeboren gevoel moet hebben voor de boot en de wind”, meent Kats. ,,Wind is nooit een constante factor, en je moet altijd op draaiingen kunnen anticiperen. Als je dat goed doet, én je hebt een goede wedstrijdstrategie gekozen, dan heb je kans om voor in het veld te komen. En daar wordt het gemakkelijker, want voorin heb je de ruimte om te zeilen.”

Kats zal tijdens de Spelen uitkomen in de open klasse voor de Laser, een éénmansboot van 4,2 meter. ,,Het is een platte en lange boot met alleen een grootzeil, en een roer natuurlijk. Het is een éénheidsklasse, wat wil zeggen dat alle maten en materialen voorgeschreven zijn. Iedere zeiler werkt dus met hetzelfde materiaal en dat geeft een eerlijke uitgangspositie. Anderzijds heb je geen mogelijkheden om je eigen boot wat beter te trimmen dan de rest.”

Het is de eerste keer dat de Laser-klasse Olympisch is. De internationale belangstelling om in dit boottype deel te nemen is echter overweldigend. Per land mag slechts één zeiler per klasse worden uitgezonden. Toch gaat Serge niet alleen naar Atlanta. ,,Er zijn zo’n negen andere categorieën waar Nederlanders in meedoen en daarnaast gaan mijn begeleider en mijn vriendin mee.”

,,Trouwens”, voegt hij daaraan toe, ,,we gaan niet naar Atlanta. Daar kun je niet zeilen, want daar heb je namelijk geen geschikt water. Het zeilen vindt plaats in Savannah, zo’n vierhonderd kilometer verderop. Dat is wel vervelend, want daar mis je veel van de sfeer van de Spelen. We logeren bijvoorbeeld niet in het Olympisch dorp, en waarschijnlijk zijn we dus ook niet bij de opening aanwezig. Erg jammer.”

Na vele jaren van training op de Kralingse plas, buitenlandse wedstrijden en altijd vroeg naar bed, breekt in juli het grote moment aan. Hij schat zijn kansen voorzichtig optimistisch in: ,,Ik weet dat ik op dit moment tot de top tien van de wereld behoor. Op de laatste WK werd ik zesde. Met een beetje geluk wordt dat op de Spelen nog een iets hogere klassering…”

De studie werktuigbouw staat op dit moment stil. De voorbereidingen voor het zeilen op de Spelen hebben het afgelopen jaar centraal gestaan. Via het afstudeerfonds hoopt hij op een extra studietijd van tien maanden. En financieel? Met onkostendeclaraties bij sponsors als O’Neill, Rotterdam Topsport en natuurlijk het NOC kan de talentvolle zeiler net quitte spelen. Of, zoals hij het zelf uitdrukt: ,,Financieel schiet ik er niet bij in, maar ik schiet er ook niet veel mee op.” (L.d.V.)

ZWARE VOORBEREIDING VOOR SANDER VAN DER MARCK

‘De gekste dingen om maar te winnen’

Als op 6 juli de nationale roei-equipe op het vliegtuig naar Atlanta stapt, zit daar ook Sander van der Marck van Laga uit Delft bij. De 23-jarige TU-student zal de nationale eer verdedigen in de zware dubbelvier voor heren, na de heren acht het snelste roeinummer.


Figuur 2 Sander van der Marck: ,,Voetbal vind ik geen topsport”

,,De deelnemende ploegen zijn eigenlijk dezelfde als die op de WK’s”, zegt Van der Marck. ,,Op grond daarvan meen ik voorzichtig te kunnen voorspellen dat er een finaleplaats voor ons in moet zitten. En een kleine medaillekans.”

Als onderdeel van de voorbereiding op de Spelen moest de roeier verhuizen naar Amsterdam. Daar traint hij twee keer per dag op de Bosbaan en komt regelmatig uit op internationale regatta’s. Zijn studie scheikundige technologie heeft hij tijdelijk opgeschort: ,,Ik moet nog ongeveer anderhalf jaar studeren. Voor dit Olympische roei-jaar heb ik van de universiteit een jaar compensatie gekregen. Na de Spelen kom ik weer in Delft wonen om hard te studeren. Ik heb mijn kamer gewoon aangehouden. Voor wat betreft het roeien hoop ik volgend jaar de Varsity te winnen in de Oude Vier van Laga. Dat wordt wel eens tijd.”

De voorbereidingen op de Olympische Spelen zijn zeer intensief, vindt Van der Marck: ,,In aanloop naar de Spelen zie je dat de deelnemende landen zich plotseling bijzonder goed prepareren. Dat heeft tot gevolg dat de onderlinge verschillen kleiner worden. Mentaal bereid ik me niet anders op deze Olympische Spelen voor dan bijvoorbeeld op een WK. Fysiek ligt dat anders, dan wordt er in deze periode veel zwaarder getraind. Dat moet ook wel, want bij zo’n belangrijk evenement gaan ploegen de gekste dingen doen om maar te kunnen winnen; nóg harder weg tijdens de start of nog meer sprints, met alle risico’s van dien. Op de Spelen is het alles of niets; dood of de gladiolen.”

,,Ik vind het geweldig dat die veertien man van mijn jaarclub komen kijken. Hopelijk kunnen ze nog kaarten voor de finale bemachtigen. Ik denk dat ik ze nog wel zal ontmoeten in het Heineken Holland House; een andere gelegenheid is er bijna niet door de extreme beveiliging van het Olympisch dorp.”

Wie denkt dat een topsporter als Van der Marck zich in de avonduren onledig houdt met het bekijken van de andere nationale sporters op tv, de voetballers, vergist zich. ,,Voetbal vind ik geen topsport”, meent hij. ,,Voetbal is maar een spelletje. Nee, dan speel ik ’s avonds veel liever een goed computerspel.” (L.d.V.)

BLIKSEMBEZOEK VAN DELFTSE SUPPORTERS

Jaarclub Ubar goes Olympic

Niet alleen topsporters gaan deze zomer naar het warme Atlanta, trouwe fans reizen ook de halve wereld af. Alle jaarclubgenoten van Sander van der Marck gaan de roeiertoejuichen bij de finale als een onderdeel van hun clublustrumreis.


Figuur 3 ,,We hebben ons behoorlijk in de schulden gestoken voor deze reis”

De jaarclub Ubar bestaat sinds 1991 en viert zijn eerste lustrum door een achttien dagen durende reis door Amerika te maken. ,,Je maakt het maar één keer in je studententijd mee dat een clubgenoot meeroeit bij de Olympische Spelen. Als dat valt in het jaar van het clublustrum, dan is de beslissing snel gemaakt om hem te gaan aanmoedigen”, aldus Geert-Jan Eenhoorn. ,,We kopen alleen kaartjes voor de finale, want we weten zeker dat de ploeg goed genoeg is om die te behalen”, zegt Petran van Heel. De reis moet voor enkele afstuderende jaarclubgenoten een daverende afsluiting worden van hun studententijd.

De club blijft maar heel kort in Atlanta, want een overnachting is niet te betalen. Ze rijden ’s ochtends vroeg de stad in en vertrekken ’s nachts weer naar de volgende bestemming. ,,We hebben ons behoorlijk in de schulden gestoken om ons deze reis te veroorloven. Eenmaal in Amerika moeten we goed op de centen letten”, aldus van Heel.

Voor op de tribune is een speciale outfit geregeld: T-shirts petjes en veel oranje accessoires. En natuurlijk grote spandoeken. ,,Als Sander niet in de finale komt dan gaan we een oranje-feestje vieren in het ‘Holland-house’, een ontmoetingsplek voor alle Nederlanders om en rond de Spelen”, zeggen de clubgenoten.

Op dit moment zijn ze erg druk met het voorbereiden van de reis. Behalve het bezoek aan de Olympische Spelen zijn er nog zestien dagen om andere dingen te doen. De club zal het land doorrijden met twee mini-vans.

De meeste van hen zitten nu nog hard te blokken voor de laatste vakkenperiode voor de vakantie. De jongens kunnen bijna niet wachten om op 22 juli het vliegtuig in te stappen. ,, Het wordt sowieso een fantastische reis, maar als Van der Marck wint, dan zijn er geen woorden voor om te beschrijven hoe gaaf de vakantie zal zijn.” (M.v.d.K.)

Mariëlle van der Krol

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.