Cabaretier Hans Dorrestijn staat bekend als de kampioen van de treurigheid. Huisgenoten Nick Albers en Liesbeth Faber staken zich in pak en galajurk en bezochten Professor Dorrestijn en zijn sprekende kat Piël in Theater de Veste.
/strong>
Albers: ,,Waar de titel van de voorstelling op slaat, is me niet duidelijk geworden. Het waren allemaal losse stukjes zonder enige samenhang.”
Faber: ,,Dorrestijn zet zichzelf neer als een zielig figuur, een loser. Alles in zijn leven is misgegaan. Zijn vrouw is er met zijn beste vriend vandoor gegaan en uiteindelijk zelfs lesbisch geworden. Iedereen om hem heen gaat dood en hij heeft enorme geldzorgen.”
Albers: ,,Hij geeft wel aan dat hij al die problemen erg goed kan gebruiken voor zijn grappen en liedjes. Artiesten putten hun inspiratie natuurlijk altijd wel een beetje uit leed.”
Faber: ,,Ik vond de grappen niet echt denderend. Het was allemaal erg braaf, misschien dat oudere mensen het leuker vinden. Ook viel het op dat hij totaal niet actueel was.”
Albers: ,,Slechts één keer maakte hij een actueel grapje: over mond- en klauwzeer. Hij vond dat het tijd werd om realistische slaapliedjes te gaan invoeren. De laatste twee regels van slaap kindje slaap, had hij veranderd in: schaapje leeft niet lang meer, want heeft mond- en klauwzeer. Eigenlijk waren dit soort rijmpjes wel typerend voor het niveau van de voorstelling. Daarnaast las hij heel veel van papier op en was er nauwelijks interactie met het publiek. Dat gaf de voorstelling iets afstandelijks en statisch. Sommige cabaretiers hoeven maar een bepaalde kop te trekken en je ligt al dubbel van het lachen, dat zal bij Dorrestijn niet snel gebeuren.”
Faber: ,,Slecht een keer had ik het idee dat er iets spontaans op het podium gebeurde. Hij zong een liedje over pornofilms. Hij vond dat bij scènes met groepsex die dertig erecties in beeld wel een aspergeveld leken. Op dat moment schoten Dorrestijn en zijn pianist zelf ook in de lach. Dat soort spontane momenten miste ik in de rest van de voorstelling.”
Cabaretier Hans Dorrestijn staat bekend als de kampioen van de treurigheid. Huisgenoten Nick Albers en Liesbeth Faber staken zich in pak en galajurk en bezochten Professor Dorrestijn en zijn sprekende kat Piël in Theater de Veste.
Albers: ,,Waar de titel van de voorstelling op slaat, is me niet duidelijk geworden. Het waren allemaal losse stukjes zonder enige samenhang.”
Faber: ,,Dorrestijn zet zichzelf neer als een zielig figuur, een loser. Alles in zijn leven is misgegaan. Zijn vrouw is er met zijn beste vriend vandoor gegaan en uiteindelijk zelfs lesbisch geworden. Iedereen om hem heen gaat dood en hij heeft enorme geldzorgen.”
Albers: ,,Hij geeft wel aan dat hij al die problemen erg goed kan gebruiken voor zijn grappen en liedjes. Artiesten putten hun inspiratie natuurlijk altijd wel een beetje uit leed.”
Faber: ,,Ik vond de grappen niet echt denderend. Het was allemaal erg braaf, misschien dat oudere mensen het leuker vinden. Ook viel het op dat hij totaal niet actueel was.”
Albers: ,,Slechts één keer maakte hij een actueel grapje: over mond- en klauwzeer. Hij vond dat het tijd werd om realistische slaapliedjes te gaan invoeren. De laatste twee regels van slaap kindje slaap, had hij veranderd in: schaapje leeft niet lang meer, want heeft mond- en klauwzeer. Eigenlijk waren dit soort rijmpjes wel typerend voor het niveau van de voorstelling. Daarnaast las hij heel veel van papier op en was er nauwelijks interactie met het publiek. Dat gaf de voorstelling iets afstandelijks en statisch. Sommige cabaretiers hoeven maar een bepaalde kop te trekken en je ligt al dubbel van het lachen, dat zal bij Dorrestijn niet snel gebeuren.”
Faber: ,,Slecht een keer had ik het idee dat er iets spontaans op het podium gebeurde. Hij zong een liedje over pornofilms. Hij vond dat bij scènes met groepsex die dertig erecties in beeld wel een aspergeveld leken. Op dat moment schoten Dorrestijn en zijn pianist zelf ook in de lach. Dat soort spontane momenten miste ik in de rest van de voorstelling.”

Comments are closed.