Campus

Altijd streven naar verbetering

Laga werd vorig jaar verkozen tot best georganiseerde roeivereniging van Nederland. De door Aegon uitgeloofde geldprijs van dertigduizend euro werd gestoken in een nieuwe acht. De boot werd zondag gedoopt in Amsterdam.

Nooit eerder klonk het Allez Lagaai harder en overtuigder dan zondagavond aan de Amstel. “Het zag rood van Lagaaiers”, vertelt een enthousiaste president Sean Pieters. De wedstrijd Head of the River, hét jaarlijkse strijdtoneel van de verenigingsachten, bood een uitstekende ambiance voor de doop en de daarbij behorende rituelen. Hopelijk hebben ze het aan de overzijde van de Amstel bij Nereus, Neerlands beste roeivereniging, goed gehoord.

De boot is genoemd naar Bart Struwe die een belangrijke rol speelde in de recente ontwikkeling van Laga. De voorzitter van de oud-ledenvereniging gooide zelf de honderd jaar oude, met bier gevulde Laga-beker over de boeg. “In 2005 ging het met Laga niet best”, vertelt Pieters. “Weinig leden, weinig aanwas, prestaties waren niet best. Er is aan de bel getrokken. Leden en oud-leden zaten bij elkaar: wat willen we bereiken.” Er kwam onder meer een meerjarenplan. Het ledenaantal groeide van 200 tot 720 nu, dankzij een actievere werving, ook buiten DSC.

“We hebben een structuur neergezet, gezorgd voor continuïteit in de organisatie en samenwerkingsverbanden gezocht. Bij andere verenigingen staken we ons licht op, over zaken als coachingstructuren, sponsoring, het aantrekken van talenten. We zijn eigenlijk op zoek gegaan naar de succesformules van andere verenigingen. Dat laatste gaf de doorslag voor de prijs. We hebben heilige huisjes omvergegooid in de conservatieve roeiwereld. Er werd zondag met lof over gesproken.”

Hard varen, daar gaat het uiteindelijk om. “Het maakt niet uit op welk niveau, als je maar gaat voor het maximaal haalbare. Niet zomaar trainen, maar trainen om beter te worden. Een groot verschil met vroeger. Om dat doel te bereiken is het goed om een moderne invulling te geven aan je tradities. Niet meer hetzelfde doen als in 1876. Geen diner geven vlak voor een wedstrijd, om maar wat te noemen. Tegelijkertijd zijn er meer sociale activiteiten gekomen.”

Laga speelt in eigen bewoordingen ‘een voortrekkersrol in baanbrekende, de vereniging overstijgende projecten’. “Met Aegon en de KNRB zijn wij bezig met een Talenten Identificatie Project. We willen actief scouten op middelbare scholen op roeitalent. Het Verenigd Koninkrijk stort miljoenen in de roeisport. Hier in Nederland, met onze typische verenigingenstructuur, kun je zoiets met vrijwilligers opzetten. Binnenkort ga ik bij de jeugdopleiding van Ajax kijken naar de omgevingsfactoren, zoals studiebegeleiding, de relatie met ouders. Met oud-toproeier Henk Jan Zwolle ben ik bezig uit te zoeken welke testen we via de gymleraren kunnen houden op scholen om talenten te onderkennen. Hoe je roeien cool kan maken voor scholieren. We willen een pilot doen in Delft. Met Proteus en het Rotterdamse Skadi zijn we bezig met het opzetten van een regionaal talentencentrum.”

De definitieve aanleg van een roeibaan in Rotterdam helpt om het zwaartepunt te verschuiven van Amsterdam naar hier. “Het TU-sportcentrum denkt met ons mee vanuit hun kennis en expertise. We hebben er met Proteus een rapport over gemaakt, dat wordt gepresenteerd aan het college van bestuur, ‘Toproeien Delft’. Het is naïef om te denken dat je als Laga alleen naar de top kunt, daar heb je sterke partners voor nodig. Dat was voor Laga een belangrijke eyeopener.”

Dit alles met behoud van de eigen cultuur, ondanks de explosieve ledengroei. “Wat die cultuur is? Altijd streven naar verbetering, gaan voor de ultieme prestatie met trots en plezier voor je vereniging. Cultuur is ook het saamhorigheidsgevoel. Dat je je één voelt.”
De prestaties zijn vooruitgegaan. “Vorig jaar hadden we de beste eerstejaarsacht van Nederland en gingen zes roeiers naar het studenten-WK. De basis ligt er, nu moeten we de volgende stap maken zodat we een van de beste clubs worden en blijven. We gaan nu Nereus uitdagen.”

Net als vorig jaar was S.N.O.T.  het hoogst geëindigde, aan de TU Delft gerelateerde team in het algemeen klassement van de Batavierenrace. De eindtijd van 11:29.30 uur over het in 25 etappes verdeelde traject tussen Nijmegen en Enschede was goed voor de vierde plaats. De snelste loper van het team was Martin Bloemendal, die op zijn etappe een gemiddelde snelheid van 17.09 kilometer per uur haalde. Teamgenoot Rob Mulders wist te verklaren waarom de ploeg een plaats lager eindigde dan vorig jaar: “Er vielen in de laatste week vijf mensen af, de meeste vanwege blessures. Eentje zat nog vast in New York, door de aswolk. We moesten dus op het laatste moment nog wat lopers bij elkaar zoeken. Volgend jaar gaan we weer voor een podiumplaats.” Het universiteitsklassement werd gewonnen door Nijmegen. De TU Delft kon dit jaar geen team op de been brengen, meldt Fleur Kessels namens de Stichting Studentensport Delft (SSD): “Er was niet genoeg animo voor. Sommige sterke lopers wilden liever met het team van hun eigen club of kennissenkring meedoen. Anderen hadden geen tijd of interesse.”
De beste Delftse prestatie in het senioren-A-veld bij het NK roeien voor kleine nummers werd zaterdag geleverd door de dames twee-zonder van Proteus-Eretes. Chantal Achterberg en Sytske de Groot zetten op de Amstelveense Bosbaan de tweede tijd neer. Bij de B-senioren haalde clubgenote Ellen Hogerwerf goud binnen in de skiff en zilver in de gecombineerde twee-zonder met Rianne Schoo van Okeanos.
Op de veel onstuimiger golven van de wildwaterbaan in Zoetermeer raakte een week eerder Robert Bouten verrassend zijn nationale titel op de kanoslalom kwijt aan Bas Wesselink uit Bergen op Zoom. Wesselinks snelste run ging in 87.23 seconden. Bouten overtroefde dat met een run in 85.53, maar zag daar twee strafseconden bijgeteld worden. De TU-student, in 2008 finalist op de Olympische Spelen in Peking, was in de afgelopen jaren vijfmaal op rij de ongenaakbare Nederlands kampioen. Collega werktuigbouwkundestudent Roy Hopmans eindigde als twaalfde.
In de categorie freestyle had zijn Delftse studiegenoot Casper van Kalmthout eveneens veel moeite met de concurrentie. Niettemin schreef hij zijn vierde nationale titel op rij op zijn naam. Het jaarlijks kampioen worden verveelt hem niet: “Het was de zwaarste strijd om de titel tot nu toe. Ik eindigde in de voorrondes als derde Nederlander en moest er alles aan doen om mezelf omhoog te vechten. Gelukkig is het gelukt. Er is dus zeker geen sprake van sleur.”
Keiharde beslissingen vielen er de afgelopen weken ook in diverse teamsportcompetities. De rugbyers van Thor liepen promotie naar de derde klasse mis. De volleyballers van Punch zagen het doek vallen in de regionale derde divisie na twee nederlagen in de laatste twee competitieduels. (JT)
 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.