Onderwijs

Alle ogen op Kouwenhoven

Bij het jaarlijkse congres van de American Physical Society in Boston is Leo Kouwenhoven de talk of the town. Aanleiding is de waarschijnlijke ontdekking van een deeltje dat in 1937 voorspeld is, maar nooit aangetroffen: het Majorana fermion.


Het artikel op de Nature website suggereert dat prof.dr.ir. Kouwenhoven en zijn groep (TNW) de jackpot hebben gewonnen: ‘Quest for quirky quantum particles may have struck gold’.


Het vakblad is zo opgewonden omdat het ernaar uitziet dat Kouwenhoven iets heeft gemeten waar andere teams van vastestof fysici en hoge-energie fysici naar op zoek waren. Aan het eind van de presentatie antwoordde Kouwenhoven op de vraag of hij Majorana’s had waargenomen voorzichtig maar onomwonden:”Have we seen Majorana fermions? I’d say it’s a cautious yes,”


Zo, wat zijn Majorana’s? Volgens wikipedia een deeltje dat zijn eigen anti-deeltje is. Dat in tegenstelling tot Dirac fermionen die verschillen van hun antideeltjes. Denk aan een negatief geladen elektron en een positief geladen positron. In 1937 paste de Italiaanse natuurkundige Ettore Majorana de Dirac vergelijkingen aan en toonde aan dat er een deeltje kon bestaan dat zijn eigen anti-deeltje zou zijn.


Het is echter nog nooit aangetoond. Vanaf 2008 dat het collectieve gedrag van elektronen aan de oppervlakte van halfgeleiders Majorana’s zou kunnen vormen. En dat lijkt wat Kouwenhoven gemeten heeft op oppervlakte van supergeleiders of in eendimensionale draden.


Wat de Majorana’s praktisch interessant maakt is dat ze wellicht gebruikt kunnen worden als bits in quantumcomputers, hoewel nog onduidelijk is of ze daar stabiel genoeg voor zijn.


Lees ‘A solid case for Majorana fermions’, bij Nature


Lees uitleg over Majoranafermionen bij wetenschap24


Lees het nieuwsbericht bij Nature 


Lees het artikel in Physical Review Letters dat Majorana’s voorspelt.

Door de huidige ‘zachte knip’ kunnen studenten aan veel instellingen alvast aan hun master beginnen wanneer zij hun bachelor nog aan het afronden zijn. Maar dan kiezen ze dus niet voor een master aan een andere instelling, laat staan in het buitenland. Zijlstra vindt, net als zijn voorganger Plasterk, dat de keuze voor de master bewust moet worden gemaakt en geen automatisme mag zijn. Alleen dan werkt het bachelor-mastersysteem optimaal, zei hij maandag in een debat met de Tweede Kamer.

CDA-kamerlid De Rouwe pleitte voor een minder harde knip. Hij vroeg zich af of er niet te veel oponthoud ontstaat als studenten die nog maar één of twee bachelorvakken moeten afronden, niet al aan hun master kunnen beginnen.

Maar de staatssecretaris liet zich niet vermurwen. Hij wees op de hardheidsclausule in het wetsvoorstel die ervoor zorgt dat studenten alvast aan een master kunnen beginnen als zij buiten hun schuld uitlopen. Maar dat gaat om individuele gevallen, benadrukte hij.

De Rouwe diende samen met zijn VVD-collega Lucas een motie in die opleidingen verplicht om meerder tentamen- en instroommomenten te regelen, zodat studenten door de harde knip niet onnodig veel vertraging oplopen. Zijlstra gaat er vanuit dat alle opleidingen die daartoe in staat zijn dergelijke randvoorwaarden creëren, en ten minste twee instroommomenten per jaar zullen plannen. De Onderwijsinspectie houdt de invoering in de gaten en instellingen die de randvoorwaarden niet op tijd kunnen realiseren krijgen een extra jaar uitstel.

 

 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.