Onderwijs

‘Afstudeersteun nodig voor meer studenten’

Topsporters of studenten die op cultureel gebied de top halen, moeten geld kunnen krijgen uit het afstudeerfonds van hun universiteit of hogeschool.

Dat vindt het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO).

Het ISO onderzocht de afstudeerregelingen van alle hogescholen en universiteiten. In de wet is slechts vastgelegd dat een student die door ‘bijzondere omstandigheden’ (zoals ziekte of bestuurswerk) studievertraging heeft opgelopen en daardoor geen studiebeurs meer krijgt, geld uit een afstudeerfonds kan krijgen.

Het is aan de universiteiten en hogescholen zelf overgelaten om de precieze voorwaarden voor hun eigen fonds te bepalen. Die voorwaarden moeten overigens aangepast worden, onder meer omdat minister Ritzen besloten heeft dat ook studievertraging die door slecht onderwijs is veroorzaakt tot afstudeersteun moet kunnen leiden.

Het ISO ontdekte dat er grote verschillen bestaan tussen de afstudeerregelingen. Zo bleken vijf hogescholen geen regeling te hebben. Negen universiteiten, maar slechts één hogeschool (die van Utrecht), hebben een speciale beurs voor studenten die bestuurswerk doen. Sommige regelingen beslaan niet meer dan twee pagina’s, terwijl er ook anderen meer dan dertig velletjes papier in beslag nemen.

Het ISO pleit voor meer eenvormigheid. Ook zou er iets gedaan moeten worden aan de ondoorgrondelijke ambtelijke taal van veel regelingen. De studentenorganisatie pleit ten slotte voor verruiming van de criteria: ook studenten die veel tijd aan topsport of aan cultuur besteden, moeten desgewenst geld uit een afstudeerfonds kunnen krijgen.

Minister Ritzen stelt de universiteiten en hogescholen per jaar dertig miljoen gulden ter beschikking voor hun afstudeerfondsen. De vereniging van universiteiten (VSNU) gaat binnenkort onderzoeken of dat genoeg is, ook nu de regels voor steun uit zo’n fonds veranderen. (HOP/H.Ob.)

Topsporters of studenten die op cultureel gebied de top halen, moeten geld kunnen krijgen uit het afstudeerfonds van hun universiteit of hogeschool. Dat vindt het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO).

Het ISO onderzocht de afstudeerregelingen van alle hogescholen en universiteiten. In de wet is slechts vastgelegd dat een student die door ‘bijzondere omstandigheden’ (zoals ziekte of bestuurswerk) studievertraging heeft opgelopen en daardoor geen studiebeurs meer krijgt, geld uit een afstudeerfonds kan krijgen.

Het is aan de universiteiten en hogescholen zelf overgelaten om de precieze voorwaarden voor hun eigen fonds te bepalen. Die voorwaarden moeten overigens aangepast worden, onder meer omdat minister Ritzen besloten heeft dat ook studievertraging die door slecht onderwijs is veroorzaakt tot afstudeersteun moet kunnen leiden.

Het ISO ontdekte dat er grote verschillen bestaan tussen de afstudeerregelingen. Zo bleken vijf hogescholen geen regeling te hebben. Negen universiteiten, maar slechts één hogeschool (die van Utrecht), hebben een speciale beurs voor studenten die bestuurswerk doen. Sommige regelingen beslaan niet meer dan twee pagina’s, terwijl er ook anderen meer dan dertig velletjes papier in beslag nemen.

Het ISO pleit voor meer eenvormigheid. Ook zou er iets gedaan moeten worden aan de ondoorgrondelijke ambtelijke taal van veel regelingen. De studentenorganisatie pleit ten slotte voor verruiming van de criteria: ook studenten die veel tijd aan topsport of aan cultuur besteden, moeten desgewenst geld uit een afstudeerfonds kunnen krijgen.

Minister Ritzen stelt de universiteiten en hogescholen per jaar dertig miljoen gulden ter beschikking voor hun afstudeerfondsen. De vereniging van universiteiten (VSNU) gaat binnenkort onderzoeken of dat genoeg is, ook nu de regels voor steun uit zo’n fonds veranderen. (HOP/H.Ob.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.