De voorgenomen benoemingen in het college van bestuur De ondernemingsraad van de TU is gevraagd advies te geven aan het college van bestuur over het voorstel van de raad van toezicht twee nieuwe leden in het cvb te benoemen.
In het zelfde voorstel wordt vermeld dat het nieuwe cvb zal gaan werken volgens de ideeën van integraal management. Tevens wordt de ondernemingsraad gehoord door de raad van toezicht over zijn mening over dit voorstel.
1 Illustratie: Victor Lemstra (Klik voor grotere foto)
De tekst van het advies van de ondernemingsraad is door de redactie bewerkt.
Adviezen
De raad van hoogleraren is om advies gevraagd en staat redelijk positief tegenover het voorstel. De studentenraad is om advies gevraagd en adviseert positief maar plaatst er wel veel kritische kanttekeningen bij. Zeker ten aanzien van de keuze tussen voorzitter en rector magnificus betreurt hij dat de rector magnificus, waarmee hij goed contact had, weggaat.
En de ondernemingsraad is om advies gevraagd.
De groepsraad (de decanen) is alleen ingelicht.
Achtergronden
Teneinde goed onderbouwd advies te geven heeft de ondernemingsraad een aantal betrokkenen geïnterviewd over de oorzaken en achtergronden van het onverwachte voorstel om twee nieuwe personen te benoemen in het cvb. Hierbij wordt ook de nieuwe taakverdeling betrokken. Het accent van de interviews ligt enerzijds op de oorzaken en achtergronden van vertrek van de leden, anderzijds op het vlak van het voorgestelde college.
Analyse
In de zomer van 1997 besluit het derde lid wegens onoverkomelijk verschil van mening met de voorzitter ten aanzien van de primaire zeggenschap over een aantal zaken op te stappen. Op het moment dat voor de tweede keer in drie jaar tijd het derde cvb-lid aankondigt te vertrekken, ontstaat voor de twee zittende personen de vraag: kiezen wij weer een derde lid erbij of blijven wij tweeën doorgaan?
Het denken over deze kwestie wordt doorkruist als, na een gezamenlijk bezoek in het buitenland, de rector magnificus besluit dat hij niet langer op deze wijze wil samenwerken met de voorzitter. Dit speelt zich eveneens in de zomer van 1997 af.
Aan de raad van toezicht de keuze om een van de twee leden te laten vertrekken. De raad van toezicht kiest tégen de rector magnificus, een zeer ongebruikelijke keuze in de academische wereld, en vóór de voorzitter. Motivatie voor deze keuze is continuïteit naar binnen van de ingezette veranderingsplannen van de universiteit, naar buiten toe eenheid van aanspreekpunt en geen beschadiging van het imago van de TU. De rector magnificus besluit per 1 januari te vertrekken. Hij betreurt deze keuze.
Nu is er een nieuwe situatie ontstaan. Bij het zoeken naar oplossingen in deze situatie laat de raad van toezicht eenaantal opties passeren. Optie a: niets doen, optie b: in overleg met de voorzitter een nieuwe sollicitatieprocedure starten; optie c: snel het college van bestuur weer volledig maken met personen bekend met de problematiek zodat de inwerktijd geminimaliseerd kan worden, wat belangrijk wordt geacht met het oog op de als dringend gevoelde continuïteit van de veranderingen.
Optie a wordt afgewezen als niet erg ondersteunend in deze problematiek. Optie b wordt afgewezen omdat solliciteren voor nieuwe kandidaten een te lange periode met zich mee zou brengen. De keuze valt op optie c. Er worden twee hoogleraren vanuit de TU gevraagd of zij bereid zijn deze functie te vervullen. Zij zijn hiertoe bereid.
De raad van toezicht besluit tegelijkertijd van de gelegenheid gebruik te maken om de taakverdeling van het college van bestuur te veranderen en over te gaan naar integraal management.
Hoe mooi modern integraal management ook moge klinken, in de praktijk kan het wel tot moeilijkheden leiden. Zeker bij personen die toch al de neiging hebben alles naar zich toe te trekken. Over de taakverdeling had de or advies gevraagd moeten worden. Dat is niet gebeurd.
Visie_van_de_raad_van_toezicht
De keuze tussen de voorzitter en de rector magnificus is meer dan een keuze tussen twee personen. Het is een keuze tussen een universiteit geleid met een meer bedrijfsmatige aanpak, de universiteit als concern, en een universiteit als academie, als gemeenschap van wetenschappers. Binnen de traditionele taakverdeling van de leden van het college van bestuur vertegenwoordigt de rector in zijn of haar persoon de academie, de wetenschappelijke wereld. De raad van toezicht heeft duidelijk gekozen voor de bedrijfsmatige aanpak.
De raad van toezicht laat weten dat hij niet alleen een goede universiteit wil, maar dat de TU in Nederland op de eerste plaats komt en bij de top vijf gaat behoren in de wereld. Het is een loffelijk streven als dit bereikt wordt, maar dan wel samen met en gedragen door het personeel van de TU.
De ondernemingsraad maakt zich echter grote zorgen over de snelheid waarmee veranderingen worden ingezet op deze universiteit, die in grote tegenstelling is met de traagheid waarmee deze zelfde organisatie dit soort veranderingen aankan. Het is dan ook niet voor niets dat al een aantal projectleiders van de MOD hun taken hebben neergelegd.
Overigens, wetenschap ontwikkelt zich alleen op basis van goede samenwerking.
Overwegingen_van_de_ondernemingsraad
In drie jaar tijd zijn twee leden van het cvb voortijdig vertrokken. Dit is een duidelijk signaal dat er iets niet goed gaat in het cvb. In dezelfde zomer dat ten tweede male een derde lid besluit op te stappen, komt het bovendien tot een onwerkbare situatie tussen de rector magnificus en de voorzitter van het cvb. Er zijn geen fundamentele verschillen aangegeven over de ingezette plannen op het gebied van reorganisatie, onderwijs en onderzoek.
De raad van toezicht besluit zich er mee te bemoeien en paktde zaak voortvarend aan. De keuze tussen de voorzitter en de rector magnificus valt na ampele overwegingen uit ten gunste van de voorzitter. De voorzitter van het cvb blijft zitten en de rector vertrekt. In het enthousiasme van de raad van toezicht om de zaak weer op de rails te zetten gaat deze voorbij aan het feit dat hij deze kwestie in een vroegtijdig stadium aan de studentenraad en aan de ondernemingsraad had moeten voorleggen.
Het zelfdenkmodel van de raad van toezicht gaat na het afwijzen van de rector magnificus door. De raad van toezicht besluit op grond van het idee ‘we moeten snel weer verder’ dat een normale sollicitatieprocedure overbodig is, en vraagt twee leden uit de TU-gemeenschap of zij respectievelijk als rector magnificus en als derde lid het cvb willen completeren.
De beide kandidaten die voorgedragen worden als nieuwe leden van het college zijn in de ogen van de or bekwame personen. Samen met de voorzitter zijn er dan in het cvb drie personen die over vele capaciteiten beschikken.
Desondanks blijft de vraag: kunnen ze wel met elkaar samenwerken? Zijn ze aan de ene kant kritisch genoeg naar elkaar en kunnen ze aan de andere kant het goed met elkaar vinden? Het cvb had immers hiervoor ook drie bekwame personen en toch konden die niet met elkaar samenwerken. Wil het nieuwe college geloofwaardig zijn voor het personeel en de buitenwacht, dan moeten er wel erg goede afspraken gemaakt worden en moeten er goede garanties zijn.
Over deze zaken heeft het cvb met de raad van toezicht wel afspraken gemaakt, maar voor zover de or hierover inzicht is gegeven, zijn deze afspraken te vaag en te vrijblijvend. Dit weegt gezien de voorgaande situatie erg zwaar. Immers de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens. Goede voornemens, zoals zoveel mogelijk overleg met de decanen, integraal management en verbetering managementstijl van de voorzitter, zijn gemakkelijker voorgenomen dan gedaan. De goede voornemens zijn te weinig geoperationaliseerd. Garanties, evaluatiemogelijkheden en eventuele sancties ontbreken.
Integraal management lijkt op zich erg mooi, maar houdt het gevaar in dat een dominant persoon in deze setting de beide andere leden nog makkelijker kan overschaduwen en nog meer zaken naar zich toe kan trekken. De ideeën van de or ten aanzien van een collegiaal bestuur, samengesteld met personen die aan elkaar gewaagd zijn in de goede zin van het woord, is in deze samenstelling niet verzekerd.
Ten aanzien van de portefeuille van personeel en organisatie is in het huidige voorstel van de cvb geen vakbekwaam persoon genoemd De ‘oplossing’ van het cvb is om dit aan de voorzitter over te laten en hiervoor externe expertise in te huren. Dit is voor de or onaanvaardbaar.
De ondernemingsraad merkt op dat tijdens de zittingsperiode van de huidige voorzitter het draagvlak is afgenomen voor de reorganisaties, getuige ook de ‘brandbrief’ van de vakbonden.
De or ziet in het aftreden van diverse projectleiders dat het voorstel weinig draagvlak heeft bij het personeel en bij de bonden. Het draagvlak in de raad van hoogleraren is er wel, maar het draagvlak bij de decanen (groepsraad) lijkt magertjes. Dit is volgens de ondernemingsraad een te gering draagvlak om de enorme spanningen die de nog komendereorganisaties zullen geven, het hoofd te kunnen bieden.
Advies_van_de_ondernemingsraad
Op grond van het voorgaande geeft de or een negatief advies over het voorstel van de raad van toezicht voor het benoemen van de twee voorgestelde nieuwe leden voor het cvb van Bestuur.
De or geeft dit advies in de hoop en de verwachting dat het huidige cvb en de raad van toezicht in wijsheid en alle rust nog eens alles willen heroverwegen om, mogelijk met ons samen, tot een betere oplossing te komen voor dit voor ons alle toch zo heikele probleem. Een oplossing die, zowel in als buiten de Technische Universiteit Delft, op alle instemming en draagkracht kan rekenen. De ondernemingsraad meent er daarom goed aan te doen dit advies te laten vergezellen met een initiatiefrecht tot verandering van het voorstel.
Voorstel_van_de_ondernemingsraad
Het is duidelijk dat de boven geschetste problematiek voor geen van de partijen en betrokken personen erg plezierig is.
De ondernemingsraad wil aan het hierboven genoemde negatieve advies dan ook nog een aantal alternatieven oplossingen koppelen, die aanknopingspunten bieden om uit deze moeilijke problematiek te komen.
De or wil de keuze tussen de voorzitter en de rector magnificus nog eens ter overweging geven. De raad van toezicht vreesde dat met het wegsturen van de voorzitter en het aanhouden van de rector magnificus de ingezette reorganisatie zou stagneren. De or denkt dat deze vrees ongegrond is. De rector magnificus is ook zeker in staat dit proces op voldoende wijze te ondersteunen. Er zijn immers nauwelijks inhoudelijke verschillen ten aanzien van de vernieuwingen tussen de voorzitter en de rector magnificus.
Onafhankelijk van deze keuze wil de ondernemingsraad voorstellen een tijdelijke oplossing te zoeken ter vervulling van de twee overgebleven posities. Dit kan, ter voorkoming van een bestuursvacuüm, het huidige voorstel zijn. Echter dan niet als vaste benoemingen, doch in de vorm van een interim-cvb, voor een van tevoren vast te stellen korte periode. Tegelijkertijd kunnen dan interne en externe sollicitatieprocedures gestart worden. De ondernemingsraad hecht er grote waarde aan dat elke positie, hoe belangrijk of eenvoudig ook, volgens de officiële sollicitatieprocedures wordt vervuld.
Bij deze nieuwe werving lijkt het de ondernemingsraad van belang bij de profilering van de personen uit te gaan van de volgende ideeën. Er moet zoveel mogelijk een evenwichtige verdeling zijn van personen over de verschillende vakgebieden van de TU en over de beide seksen. In die zin moet het een pluralistisch college zijn.
Het lijkt de ondernemingsraad van het grootste belang voor de portefeuille van personeel en organisatie om de betreffende deskundigheid in het college aan te treffen. Verder lijkt het de ondernemingsraad van groot belang dat er een managementstijl komt waarin plaats is voor veel overleg, zonder al te star vast te houden aan ‘regeerakkoorden’.Daarbij is het van belang dat het streefdoel van het college van bestuur past bij de ambitie en werkstijl van het TU-personeel.
Bij de samenstelling van het cvb moet gelet worden op een collegiaal bestuur. Een bestuur dat tezamen kan werken, en samen kan werken, waarbij een gezonde kritische discussie zeker op zijn plaats is, onder personen die aan elkaar gewaagd zijn. Daarnaast moet er op gelet worden dat met name de voorzitter goed overweg kan met de vele externe en interne gremia waarmee de TU moet samenwerken.
De ondernemingsraad wil graag over dit voorstel, in een vroegtijdig stadium, samen met de raad van toezicht en college van bestuur discussiëren.
Nadere overwegingen
Ten aanzien van de keuze tussen de rector magnificus en de voorzitter had het cvb formeel aan de ondernemingsraad advies moeten vragen, en had de ondernemingsraad gehoord moeten worden door de raad van toezicht. Wij zijn ons echter bewust van het feit dat deze procedure belemmerd is doordat de ondernemingsraad eerst in oktober is aangetreden en pas 5 november is geïnstalleerd.
De ondernemingsraad meent in de keuze tussen voorzitter of rector een keuze te zien tussen een bedrijfskundige aanpak en de academische wereld. De or betreurt dat de keuze niet op de rector magnificus is gevallen. Onverlet of de rector magnificus heeft gezegd wel of geen tweede ambtstermijn te ambiëren.
De ondernemingsraad betreurt dat in het denkmodel van de raad van toezicht gekozen is voor de meer bedrijfsmatige aanpak van de voorzitter en in deze tegen het academiemodel. Het is nog zeer de vraag of de bedrijfsmatige aanpak beter past bij de TU Delft dan het academiemodel. De ondernemingsraad is in deze van mening dat een academiemodel waarin ruimte wordt gegeven aan de primaire taken van onderzoek en onderwijs met een humane werkgever die creativiteit op alle lagen van onderwijs en onderzoek ondersteunt.
Op grond van de voorgaande argumentatie meent de ondernemingsraad een negatief advies te moeten geven over de keuze voorzitter en rector magnificus van het college van bestuur. De ondernemingsraad acht de vrees ongegrond, dat bij continuering van de positie van de rector magnificus er niet genoeg beweging meer is. Ook onder leiding van de rector magnificus kan de TU veranderd worden in de gewenste richting.
Ten aanzien van verandering van takenpakket had de or ook advies gevraagd moeten worden.
Schade
Is de TU Delft geschaad door deze ‘affaire’?
Is ten aanzien van deze affaire het imago van de TU geschaad? Het cvb heeft getoond niet te kunnen samenwerken, dit slaat altijd negatief terug op de gehele instelling. Hoe erg is dat? Dat is natuurlijk triest, zowel voor de desbetreffende personen als voor de instelling.
Gelukkig is de universiteit als zodanig nogal weerbarstig en bestand tegen een stootje. De meeste medewerkers zullen zich waarschijnlijk enige momenten in de ‘affaire’ hebben verdiept om zich vervolgens weer geheel te wijden aan de veel interessantere dagelijkse werkzaamheden. De deadlines wachten niet. En de studenten staan al voor de deur.
De ondernemingsraad van de TU is gevraagd advies te geven aan het college van bestuur over het voorstel van de raad van toezicht twee nieuwe leden in het cvb te benoemen. In het zelfde voorstel wordt vermeld dat het nieuwe cvb zal gaan werken volgens de ideeën van integraal management. Tevens wordt de ondernemingsraad gehoord door de raad van toezicht over zijn mening over dit voorstel.
1 Illustratie: Victor Lemstra (Klik voor grotere foto)
De tekst van het advies van de ondernemingsraad is door de redactie bewerkt.
Adviezen
De raad van hoogleraren is om advies gevraagd en staat redelijk positief tegenover het voorstel. De studentenraad is om advies gevraagd en adviseert positief maar plaatst er wel veel kritische kanttekeningen bij. Zeker ten aanzien van de keuze tussen voorzitter en rector magnificus betreurt hij dat de rector magnificus, waarmee hij goed contact had, weggaat.
En de ondernemingsraad is om advies gevraagd.
De groepsraad (de decanen) is alleen ingelicht.
Achtergronden
Teneinde goed onderbouwd advies te geven heeft de ondernemingsraad een aantal betrokkenen geïnterviewd over de oorzaken en achtergronden van het onverwachte voorstel om twee nieuwe personen te benoemen in het cvb. Hierbij wordt ook de nieuwe taakverdeling betrokken. Het accent van de interviews ligt enerzijds op de oorzaken en achtergronden van vertrek van de leden, anderzijds op het vlak van het voorgestelde college.
Analyse
In de zomer van 1997 besluit het derde lid wegens onoverkomelijk verschil van mening met de voorzitter ten aanzien van de primaire zeggenschap over een aantal zaken op te stappen. Op het moment dat voor de tweede keer in drie jaar tijd het derde cvb-lid aankondigt te vertrekken, ontstaat voor de twee zittende personen de vraag: kiezen wij weer een derde lid erbij of blijven wij tweeën doorgaan?
Het denken over deze kwestie wordt doorkruist als, na een gezamenlijk bezoek in het buitenland, de rector magnificus besluit dat hij niet langer op deze wijze wil samenwerken met de voorzitter. Dit speelt zich eveneens in de zomer van 1997 af.
Aan de raad van toezicht de keuze om een van de twee leden te laten vertrekken. De raad van toezicht kiest tégen de rector magnificus, een zeer ongebruikelijke keuze in de academische wereld, en vóór de voorzitter. Motivatie voor deze keuze is continuïteit naar binnen van de ingezette veranderingsplannen van de universiteit, naar buiten toe eenheid van aanspreekpunt en geen beschadiging van het imago van de TU. De rector magnificus besluit per 1 januari te vertrekken. Hij betreurt deze keuze.
Nu is er een nieuwe situatie ontstaan. Bij het zoeken naar oplossingen in deze situatie laat de raad van toezicht eenaantal opties passeren. Optie a: niets doen, optie b: in overleg met de voorzitter een nieuwe sollicitatieprocedure starten; optie c: snel het college van bestuur weer volledig maken met personen bekend met de problematiek zodat de inwerktijd geminimaliseerd kan worden, wat belangrijk wordt geacht met het oog op de als dringend gevoelde continuïteit van de veranderingen.
Optie a wordt afgewezen als niet erg ondersteunend in deze problematiek. Optie b wordt afgewezen omdat solliciteren voor nieuwe kandidaten een te lange periode met zich mee zou brengen. De keuze valt op optie c. Er worden twee hoogleraren vanuit de TU gevraagd of zij bereid zijn deze functie te vervullen. Zij zijn hiertoe bereid.
De raad van toezicht besluit tegelijkertijd van de gelegenheid gebruik te maken om de taakverdeling van het college van bestuur te veranderen en over te gaan naar integraal management.
Hoe mooi modern integraal management ook moge klinken, in de praktijk kan het wel tot moeilijkheden leiden. Zeker bij personen die toch al de neiging hebben alles naar zich toe te trekken. Over de taakverdeling had de or advies gevraagd moeten worden. Dat is niet gebeurd.
Visie_van_de_raad_van_toezicht
De keuze tussen de voorzitter en de rector magnificus is meer dan een keuze tussen twee personen. Het is een keuze tussen een universiteit geleid met een meer bedrijfsmatige aanpak, de universiteit als concern, en een universiteit als academie, als gemeenschap van wetenschappers. Binnen de traditionele taakverdeling van de leden van het college van bestuur vertegenwoordigt de rector in zijn of haar persoon de academie, de wetenschappelijke wereld. De raad van toezicht heeft duidelijk gekozen voor de bedrijfsmatige aanpak.
De raad van toezicht laat weten dat hij niet alleen een goede universiteit wil, maar dat de TU in Nederland op de eerste plaats komt en bij de top vijf gaat behoren in de wereld. Het is een loffelijk streven als dit bereikt wordt, maar dan wel samen met en gedragen door het personeel van de TU.
De ondernemingsraad maakt zich echter grote zorgen over de snelheid waarmee veranderingen worden ingezet op deze universiteit, die in grote tegenstelling is met de traagheid waarmee deze zelfde organisatie dit soort veranderingen aankan. Het is dan ook niet voor niets dat al een aantal projectleiders van de MOD hun taken hebben neergelegd.
Overigens, wetenschap ontwikkelt zich alleen op basis van goede samenwerking.
Overwegingen_van_de_ondernemingsraad
In drie jaar tijd zijn twee leden van het cvb voortijdig vertrokken. Dit is een duidelijk signaal dat er iets niet goed gaat in het cvb. In dezelfde zomer dat ten tweede male een derde lid besluit op te stappen, komt het bovendien tot een onwerkbare situatie tussen de rector magnificus en de voorzitter van het cvb. Er zijn geen fundamentele verschillen aangegeven over de ingezette plannen op het gebied van reorganisatie, onderwijs en onderzoek.
De raad van toezicht besluit zich er mee te bemoeien en paktde zaak voortvarend aan. De keuze tussen de voorzitter en de rector magnificus valt na ampele overwegingen uit ten gunste van de voorzitter. De voorzitter van het cvb blijft zitten en de rector vertrekt. In het enthousiasme van de raad van toezicht om de zaak weer op de rails te zetten gaat deze voorbij aan het feit dat hij deze kwestie in een vroegtijdig stadium aan de studentenraad en aan de ondernemingsraad had moeten voorleggen.
Het zelfdenkmodel van de raad van toezicht gaat na het afwijzen van de rector magnificus door. De raad van toezicht besluit op grond van het idee ‘we moeten snel weer verder’ dat een normale sollicitatieprocedure overbodig is, en vraagt twee leden uit de TU-gemeenschap of zij respectievelijk als rector magnificus en als derde lid het cvb willen completeren.
De beide kandidaten die voorgedragen worden als nieuwe leden van het college zijn in de ogen van de or bekwame personen. Samen met de voorzitter zijn er dan in het cvb drie personen die over vele capaciteiten beschikken.
Desondanks blijft de vraag: kunnen ze wel met elkaar samenwerken? Zijn ze aan de ene kant kritisch genoeg naar elkaar en kunnen ze aan de andere kant het goed met elkaar vinden? Het cvb had immers hiervoor ook drie bekwame personen en toch konden die niet met elkaar samenwerken. Wil het nieuwe college geloofwaardig zijn voor het personeel en de buitenwacht, dan moeten er wel erg goede afspraken gemaakt worden en moeten er goede garanties zijn.
Over deze zaken heeft het cvb met de raad van toezicht wel afspraken gemaakt, maar voor zover de or hierover inzicht is gegeven, zijn deze afspraken te vaag en te vrijblijvend. Dit weegt gezien de voorgaande situatie erg zwaar. Immers de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens. Goede voornemens, zoals zoveel mogelijk overleg met de decanen, integraal management en verbetering managementstijl van de voorzitter, zijn gemakkelijker voorgenomen dan gedaan. De goede voornemens zijn te weinig geoperationaliseerd. Garanties, evaluatiemogelijkheden en eventuele sancties ontbreken.
Integraal management lijkt op zich erg mooi, maar houdt het gevaar in dat een dominant persoon in deze setting de beide andere leden nog makkelijker kan overschaduwen en nog meer zaken naar zich toe kan trekken. De ideeën van de or ten aanzien van een collegiaal bestuur, samengesteld met personen die aan elkaar gewaagd zijn in de goede zin van het woord, is in deze samenstelling niet verzekerd.
Ten aanzien van de portefeuille van personeel en organisatie is in het huidige voorstel van de cvb geen vakbekwaam persoon genoemd De ‘oplossing’ van het cvb is om dit aan de voorzitter over te laten en hiervoor externe expertise in te huren. Dit is voor de or onaanvaardbaar.
De ondernemingsraad merkt op dat tijdens de zittingsperiode van de huidige voorzitter het draagvlak is afgenomen voor de reorganisaties, getuige ook de ‘brandbrief’ van de vakbonden.
De or ziet in het aftreden van diverse projectleiders dat het voorstel weinig draagvlak heeft bij het personeel en bij de bonden. Het draagvlak in de raad van hoogleraren is er wel, maar het draagvlak bij de decanen (groepsraad) lijkt magertjes. Dit is volgens de ondernemingsraad een te gering draagvlak om de enorme spanningen die de nog komendereorganisaties zullen geven, het hoofd te kunnen bieden.
Advies_van_de_ondernemingsraad
Op grond van het voorgaande geeft de or een negatief advies over het voorstel van de raad van toezicht voor het benoemen van de twee voorgestelde nieuwe leden voor het cvb van Bestuur.
De or geeft dit advies in de hoop en de verwachting dat het huidige cvb en de raad van toezicht in wijsheid en alle rust nog eens alles willen heroverwegen om, mogelijk met ons samen, tot een betere oplossing te komen voor dit voor ons alle toch zo heikele probleem. Een oplossing die, zowel in als buiten de Technische Universiteit Delft, op alle instemming en draagkracht kan rekenen. De ondernemingsraad meent er daarom goed aan te doen dit advies te laten vergezellen met een initiatiefrecht tot verandering van het voorstel.
Voorstel_van_de_ondernemingsraad
Het is duidelijk dat de boven geschetste problematiek voor geen van de partijen en betrokken personen erg plezierig is.
De ondernemingsraad wil aan het hierboven genoemde negatieve advies dan ook nog een aantal alternatieven oplossingen koppelen, die aanknopingspunten bieden om uit deze moeilijke problematiek te komen.
De or wil de keuze tussen de voorzitter en de rector magnificus nog eens ter overweging geven. De raad van toezicht vreesde dat met het wegsturen van de voorzitter en het aanhouden van de rector magnificus de ingezette reorganisatie zou stagneren. De or denkt dat deze vrees ongegrond is. De rector magnificus is ook zeker in staat dit proces op voldoende wijze te ondersteunen. Er zijn immers nauwelijks inhoudelijke verschillen ten aanzien van de vernieuwingen tussen de voorzitter en de rector magnificus.
Onafhankelijk van deze keuze wil de ondernemingsraad voorstellen een tijdelijke oplossing te zoeken ter vervulling van de twee overgebleven posities. Dit kan, ter voorkoming van een bestuursvacuüm, het huidige voorstel zijn. Echter dan niet als vaste benoemingen, doch in de vorm van een interim-cvb, voor een van tevoren vast te stellen korte periode. Tegelijkertijd kunnen dan interne en externe sollicitatieprocedures gestart worden. De ondernemingsraad hecht er grote waarde aan dat elke positie, hoe belangrijk of eenvoudig ook, volgens de officiële sollicitatieprocedures wordt vervuld.
Bij deze nieuwe werving lijkt het de ondernemingsraad van belang bij de profilering van de personen uit te gaan van de volgende ideeën. Er moet zoveel mogelijk een evenwichtige verdeling zijn van personen over de verschillende vakgebieden van de TU en over de beide seksen. In die zin moet het een pluralistisch college zijn.
Het lijkt de ondernemingsraad van het grootste belang voor de portefeuille van personeel en organisatie om de betreffende deskundigheid in het college aan te treffen. Verder lijkt het de ondernemingsraad van groot belang dat er een managementstijl komt waarin plaats is voor veel overleg, zonder al te star vast te houden aan ‘regeerakkoorden’.Daarbij is het van belang dat het streefdoel van het college van bestuur past bij de ambitie en werkstijl van het TU-personeel.
Bij de samenstelling van het cvb moet gelet worden op een collegiaal bestuur. Een bestuur dat tezamen kan werken, en samen kan werken, waarbij een gezonde kritische discussie zeker op zijn plaats is, onder personen die aan elkaar gewaagd zijn. Daarnaast moet er op gelet worden dat met name de voorzitter goed overweg kan met de vele externe en interne gremia waarmee de TU moet samenwerken.
De ondernemingsraad wil graag over dit voorstel, in een vroegtijdig stadium, samen met de raad van toezicht en college van bestuur discussiëren.
Nadere overwegingen
Ten aanzien van de keuze tussen de rector magnificus en de voorzitter had het cvb formeel aan de ondernemingsraad advies moeten vragen, en had de ondernemingsraad gehoord moeten worden door de raad van toezicht. Wij zijn ons echter bewust van het feit dat deze procedure belemmerd is doordat de ondernemingsraad eerst in oktober is aangetreden en pas 5 november is geïnstalleerd.
De ondernemingsraad meent in de keuze tussen voorzitter of rector een keuze te zien tussen een bedrijfskundige aanpak en de academische wereld. De or betreurt dat de keuze niet op de rector magnificus is gevallen. Onverlet of de rector magnificus heeft gezegd wel of geen tweede ambtstermijn te ambiëren.
De ondernemingsraad betreurt dat in het denkmodel van de raad van toezicht gekozen is voor de meer bedrijfsmatige aanpak van de voorzitter en in deze tegen het academiemodel. Het is nog zeer de vraag of de bedrijfsmatige aanpak beter past bij de TU Delft dan het academiemodel. De ondernemingsraad is in deze van mening dat een academiemodel waarin ruimte wordt gegeven aan de primaire taken van onderzoek en onderwijs met een humane werkgever die creativiteit op alle lagen van onderwijs en onderzoek ondersteunt.
Op grond van de voorgaande argumentatie meent de ondernemingsraad een negatief advies te moeten geven over de keuze voorzitter en rector magnificus van het college van bestuur. De ondernemingsraad acht de vrees ongegrond, dat bij continuering van de positie van de rector magnificus er niet genoeg beweging meer is. Ook onder leiding van de rector magnificus kan de TU veranderd worden in de gewenste richting.
Ten aanzien van verandering van takenpakket had de or ook advies gevraagd moeten worden.
Schade
Is de TU Delft geschaad door deze ‘affaire’?
Is ten aanzien van deze affaire het imago van de TU geschaad? Het cvb heeft getoond niet te kunnen samenwerken, dit slaat altijd negatief terug op de gehele instelling. Hoe erg is dat? Dat is natuurlijk triest, zowel voor de desbetreffende personen als voor de instelling.
Gelukkig is de universiteit als zodanig nogal weerbarstig en bestand tegen een stootje. De meeste medewerkers zullen zich waarschijnlijk enige momenten in de ‘affaire’ hebben verdiept om zich vervolgens weer geheel te wijden aan de veel interessantere dagelijkse werkzaamheden. De deadlines wachten niet. En de studenten staan al voor de deur.
Comments are closed.