Actuele verkeersprognoses

Met informatie uit het project Regiolab is verkeersdrukte rond Delft beter te voorspellen.

,,Elk systeem dat de verkeersstroom verbetert, is geld waard”, stelt prof.dr.ir. Hans Hellendoorn van het Regiolab, een project waar verkeersinformatie van gemeentelijke, provinciale en rijkswegen in de regio Delft bijeen wordt gebracht. Drie wegbeheerders en de verkeersindustrie werken in het project samen met de TU. ,,Het belang van het Regiolab voor het bedrijfsleven is enorm. Iets dat in Delft werkt, kan een bedrijf namelijk verkopen in andere steden.”

Prof.dr.ir. Hans Hellendoorn, hoogleraar bij meet- en regeltechniek (ITS) en werkzaam bij Siemens, gaf vorige week donderdag een lezing op het Trail-zomercongres dat werd gehouden in het Scheveningse Kurhaus ter ere van het afscheid van drs.ing. André Loos, directeur van de onderzoeksschool voor verkeer en vervoer. Loos is op 1 mei benoemd tot directeur van het Business Service Center van de universiteit.

In het Regiolab verzamelen onderzoekers informatie over de intensiteit en de snelheid van het autoverkeer, over de routes die auto’s volgen en over de verschuivingen die daarin optreden tijdens congestie en toeritdosering. Ook passeertijden van openbaar vervoer worden gevolgd.

In de Duitse stad Keulen bestaat een systeem dat veel weg heeft van het Delftse project. Met geld van de Europese Unie werd een aantal jaren geleden in een Keulse wijk infrastructuur neergezet die informatie levert om verkeersstromen beter te voorspellen. Verder worden informatie over beurzen, activiteiten in het voetbalstadion en andere gebeurtenissen meegenomen in de prognoses van verkeersdrukte. De plaatselijke media melden op basis hiervan de verkeersverwachtingen.

,,Het is vrij eenvoudig om prognoses te maken op basis van de verzamelde gegevens”, vertelt Hellendoorn. ,,Zo kun je mensen aanraden om bijvoorbeeld een weg tussen elf uur en half twaalf te vermijden. Gelukkig geeft niet iedereen gehoor aan zo’n oproep, want dan staat er weer ergens anders een opstopping.”

De informatie over het verkeer wordt verzameld met behulp van bestaande detectoren, zoals verkeerslichten, doseerlichten en matrixborden. Hieronder vallen ook nieuwe detectiemethodes, zoals detectoren die draadloos de verkeersinformatie oversturen en kentekenherkenning door video.

Kruithuisweg

Op dit moment is de eerste fase van het onderzoek afgerond. De onderzoekers volgden bussen in Delft en evalueerden en analyseerden de dienstregelingen. ,,We werken nu aan een methode om met de informatie van de busdetectoren een betrouwbaar systeem te maken voor halte-informatie”, aldus Hellendoorn. ,,Zo kunnen we deaankomsttijd van de bus beter voorspellen. Daarnaast kunnen we die kennis gebruiken voor het andere verkeer. Immers als een bus vertraging heeft is er wat aan de hand.”

De volgende fase van het Delftse Regiolab bestaat uit het koppelen van detectoren op de Kruithuisweg en de kruisingen op die weg en de toerit Delft-Zuid van de A13. Dat gebeurt met camera’s die Rijkswaterstaat binnenkort speciaal voor dit doel installeert. ,,Hiermee willen we inzicht krijgen in het effect van de toeritdosering op de verkeersafwikkeling op de provinciale weg en de wegen in Delft”, zegt Hellendoorn.

Als dit deel van het project is afgerond, worden verkeersgegevens verzameld op de A13 tussen Rijswijk en Delft Zuid, op de A4 en de provinciale weg door Delft. ,,Dan kunnen we ook veranderingen in routekeuze meten.” Als laatste worden de Veilingroute en de rest van de Delftse kruisingen in het systeem opgenomen. Er bestaan plannen om samen met de regio Haaglanden route-informatie te gaan geven, speciaal gericht op vrachtauto’s die de snelste weg willen weten naar een van de industrieterreinen rond Den Haag.

Het Regiolab is een ambitieus en kostbaar project. Hellendoorn zegt daarom het vertrek van Trail-directeur Loos te betreuren. ,,Hij was de drijvende kracht achter het Regiolab. Hij bracht verkeersindustrie, overheden en kenniscentra samen en kon ideeën verkopen. We hebben eigenlijk een tweede André Loos nodig om van dit project een succes te maken.”

‘…Zonnige perioden en af en toe regen.. En dan nu de verkeersverwachting voor Delft en omstreken…’ Toekomstmuziek? Niet als het aan onderzoekers van Trail ligt. Met informatie uit het project Regiolab is verkeersdrukte rond Delft beter te voorspellen.

,,Elk systeem dat de verkeersstroom verbetert, is geld waard”, stelt prof.dr.ir. Hans Hellendoorn van het Regiolab, een project waar verkeersinformatie van gemeentelijke, provinciale en rijkswegen in de regio Delft bijeen wordt gebracht. Drie wegbeheerders en de verkeersindustrie werken in het project samen met de TU. ,,Het belang van het Regiolab voor het bedrijfsleven is enorm. Iets dat in Delft werkt, kan een bedrijf namelijk verkopen in andere steden.”

Prof.dr.ir. Hans Hellendoorn, hoogleraar bij meet- en regeltechniek (ITS) en werkzaam bij Siemens, gaf vorige week donderdag een lezing op het Trail-zomercongres dat werd gehouden in het Scheveningse Kurhaus ter ere van het afscheid van drs.ing. André Loos, directeur van de onderzoeksschool voor verkeer en vervoer. Loos is op 1 mei benoemd tot directeur van het Business Service Center van de universiteit.

In het Regiolab verzamelen onderzoekers informatie over de intensiteit en de snelheid van het autoverkeer, over de routes die auto’s volgen en over de verschuivingen die daarin optreden tijdens congestie en toeritdosering. Ook passeertijden van openbaar vervoer worden gevolgd.

In de Duitse stad Keulen bestaat een systeem dat veel weg heeft van het Delftse project. Met geld van de Europese Unie werd een aantal jaren geleden in een Keulse wijk infrastructuur neergezet die informatie levert om verkeersstromen beter te voorspellen. Verder worden informatie over beurzen, activiteiten in het voetbalstadion en andere gebeurtenissen meegenomen in de prognoses van verkeersdrukte. De plaatselijke media melden op basis hiervan de verkeersverwachtingen.

,,Het is vrij eenvoudig om prognoses te maken op basis van de verzamelde gegevens”, vertelt Hellendoorn. ,,Zo kun je mensen aanraden om bijvoorbeeld een weg tussen elf uur en half twaalf te vermijden. Gelukkig geeft niet iedereen gehoor aan zo’n oproep, want dan staat er weer ergens anders een opstopping.”

De informatie over het verkeer wordt verzameld met behulp van bestaande detectoren, zoals verkeerslichten, doseerlichten en matrixborden. Hieronder vallen ook nieuwe detectiemethodes, zoals detectoren die draadloos de verkeersinformatie oversturen en kentekenherkenning door video.

Kruithuisweg

Op dit moment is de eerste fase van het onderzoek afgerond. De onderzoekers volgden bussen in Delft en evalueerden en analyseerden de dienstregelingen. ,,We werken nu aan een methode om met de informatie van de busdetectoren een betrouwbaar systeem te maken voor halte-informatie”, aldus Hellendoorn. ,,Zo kunnen we deaankomsttijd van de bus beter voorspellen. Daarnaast kunnen we die kennis gebruiken voor het andere verkeer. Immers als een bus vertraging heeft is er wat aan de hand.”

De volgende fase van het Delftse Regiolab bestaat uit het koppelen van detectoren op de Kruithuisweg en de kruisingen op die weg en de toerit Delft-Zuid van de A13. Dat gebeurt met camera’s die Rijkswaterstaat binnenkort speciaal voor dit doel installeert. ,,Hiermee willen we inzicht krijgen in het effect van de toeritdosering op de verkeersafwikkeling op de provinciale weg en de wegen in Delft”, zegt Hellendoorn.

Als dit deel van het project is afgerond, worden verkeersgegevens verzameld op de A13 tussen Rijswijk en Delft Zuid, op de A4 en de provinciale weg door Delft. ,,Dan kunnen we ook veranderingen in routekeuze meten.” Als laatste worden de Veilingroute en de rest van de Delftse kruisingen in het systeem opgenomen. Er bestaan plannen om samen met de regio Haaglanden route-informatie te gaan geven, speciaal gericht op vrachtauto’s die de snelste weg willen weten naar een van de industrieterreinen rond Den Haag.

Het Regiolab is een ambitieus en kostbaar project. Hellendoorn zegt daarom het vertrek van Trail-directeur Loos te betreuren. ,,Hij was de drijvende kracht achter het Regiolab. Hij bracht verkeersindustrie, overheden en kenniscentra samen en kon ideeën verkopen. We hebben eigenlijk een tweede André Loos nodig om van dit project een succes te maken.”