Wie naar het casino gaat, komt om te gokken. Maar niet als het aan Ben van der Genugten ligt. De hoogleraar kansrekening en statistiek aan de KUB gaf woensdag op het symposium over financiële wiskunde les in ‘wiskundig gokken’.
br />
Zijn verhaal spitst zich toe op blackjack of een-en-twintigen. Voor dit spel ontwikkelde Van der Genugten een systeem dat gebaseerd is op kaarten tellen. De vier hoogste kaarten hebben als waarde +1, de vier laagste -1. Alles wat daartussen zit heeft waarde 0. Een speler dient bij te houden welke kaarten er op tafel komen. Hun waarden (+1, 0, -1) telt hij op. Dat is het high/low getal. Naarmate het spel vordert geeft het high/low getal een steeds nauwkeuriger vermoeden welke kaarten er nog over zijn.
Na deze uitleg melden de wisko’s zich bij vier blackjack-tafels en een roulettespel. Er wordt gespeeld met virtuele guldens, de prijs is een fles champagne. Een enkeling probeert manmoedig de high/low count bij te houden. Maar hoewel de delers extra langzaam delen, raken de speleres binnen de kortste keren de tel kwijt. Wat hen rest is een A4-tje met instructies voor wanneer te passen en wanneer te kopen.
De tactiek van Van der Genugten werpt slechts op de lange duur vruchten af. Wie bereid is een jaar lang acht uur per dag te spelen, een totaal van honderduizend spelletjes per jaar, zal naar verwachting een salaris van 70-duizend gulden binnenhalen.
Heel anders ligt het bij roulette, het kansspel waarbij elke denkbare inzetstrategie een winstkans van -0,027 oplevert. Altijd verlies dus. Maar: je kunt wel in één klap een grote winst behalen, wat bij blackjack niet kan.
Aan het eind van de pauze staat de hoogste winst bij het een-en-twintigen op 35 gulden. Bij lange na niet genoeg voor een fles champagne. Een geluksvogel heeft bij de roulette maar liefst 94 gulden opgestreken. Bij het sluiten van de markt, iedereen is op weg naar de lunch, staat nog een jonge vrouw aan de roulettetafel. Ze is hot, zoals dat in de gokwereld heet. Alles wat ze aanraakt verandert in goud. Willekeurig plaatst ze haar fiches op de nummers, en altijd is het raak. Haar kapitaal doorbreekt de honderd-gulden-barrière en stijgt tot een formidabele honderdvijftig. Stoppen, roept zelfs de croupier, maar ze werpt een geringschattende blik op de fles champagne. ,,Dat spul drink ik toch niet”, en legt al haar fiches mooi geometrisch neer. Dan valt zowel het balletje als het doek. Beteuterd ziet ze haar ‘goud’ naar de bank gaan, haalt dan haar schouders op en gaat lunchen.
Wie naar het casino gaat, komt om te gokken. Maar niet als het aan Ben van der Genugten ligt. De hoogleraar kansrekening en statistiek aan de KUB gaf woensdag op het symposium over financiële wiskunde les in ‘wiskundig gokken’.
Zijn verhaal spitst zich toe op blackjack of een-en-twintigen. Voor dit spel ontwikkelde Van der Genugten een systeem dat gebaseerd is op kaarten tellen. De vier hoogste kaarten hebben als waarde +1, de vier laagste -1. Alles wat daartussen zit heeft waarde 0. Een speler dient bij te houden welke kaarten er op tafel komen. Hun waarden (+1, 0, -1) telt hij op. Dat is het high/low getal. Naarmate het spel vordert geeft het high/low getal een steeds nauwkeuriger vermoeden welke kaarten er nog over zijn.
Na deze uitleg melden de wisko’s zich bij vier blackjack-tafels en een roulettespel. Er wordt gespeeld met virtuele guldens, de prijs is een fles champagne. Een enkeling probeert manmoedig de high/low count bij te houden. Maar hoewel de delers extra langzaam delen, raken de speleres binnen de kortste keren de tel kwijt. Wat hen rest is een A4-tje met instructies voor wanneer te passen en wanneer te kopen.
De tactiek van Van der Genugten werpt slechts op de lange duur vruchten af. Wie bereid is een jaar lang acht uur per dag te spelen, een totaal van honderduizend spelletjes per jaar, zal naar verwachting een salaris van 70-duizend gulden binnenhalen.
Heel anders ligt het bij roulette, het kansspel waarbij elke denkbare inzetstrategie een winstkans van -0,027 oplevert. Altijd verlies dus. Maar: je kunt wel in één klap een grote winst behalen, wat bij blackjack niet kan.
Aan het eind van de pauze staat de hoogste winst bij het een-en-twintigen op 35 gulden. Bij lange na niet genoeg voor een fles champagne. Een geluksvogel heeft bij de roulette maar liefst 94 gulden opgestreken. Bij het sluiten van de markt, iedereen is op weg naar de lunch, staat nog een jonge vrouw aan de roulettetafel. Ze is hot, zoals dat in de gokwereld heet. Alles wat ze aanraakt verandert in goud. Willekeurig plaatst ze haar fiches op de nummers, en altijd is het raak. Haar kapitaal doorbreekt de honderd-gulden-barrière en stijgt tot een formidabele honderdvijftig. Stoppen, roept zelfs de croupier, maar ze werpt een geringschattende blik op de fles champagne. ,,Dat spul drink ik toch niet”, en legt al haar fiches mooi geometrisch neer. Dan valt zowel het balletje als het doek. Beteuterd ziet ze haar ‘goud’ naar de bank gaan, haalt dan haar schouders op en gaat lunchen.
Comments are closed.