Francine Houben liet zich voor ‘Dutch Mountains’ uitgebreid interviewen door de bevriende journalist Jan Tromp. In hun gesprekken houden ze zich verre van alles wat zweemt naar jargon of opzichtig vertoon van eruditie.
Dit boek trekt geen rookgordijnen op rond de architectuur. Het mikt op een breder publiek.
Ergens in het interview wijst Tromp op het talent van Houben om complexe zaken bedrieglijk simpel te formuleren. Daar komt nog bij dat uit de mond van Houben een uitspraak als ‘Schoonheid is mijn leidraad’ eerder eerlijk dan aanstellerig klinkt. Houben is bepaald niet wars van ratio, maar houdt er niet van alles kapot te analyseren.
‘Dutch Mountains’ is in de allereerste plaats beeld. Harry Cock, onder meer bekend van zijn werk voor de Volkskrant, sleurt je het boek in met acht fotoreportages die een even grote belangstelling voor mensen als voor gebouwen verraden. Hij volgde Houben op haar reizen naar Mecanoo-projecten in Zuid-Korea, Taiwan, Spanje en Groot-Brittannië. De afwisseling van mensen en gebouwen geeft de fotoreportages hun levendige ritme. Je krijgt niet alleen te zien hoe in een Zuid-Koreaans berglandschap een golfclubhuis met drie bijbehorende theehuizen een schijnbaar vanzelfsprekende aanwezigheid gaat vormen, Cock legt ook de opwinding en de energie vast: bouwvakkers aan het werk, Houben in druk overleg, Houben die haar hotelkamer tijdelijk tot digitaal hoofdkantoor heeft gebombardeerd. En of Houben nu de nieuwe bibliotheek van Birmingham bezoekt of het imposante Wei-Wu-Ying Center for the Arts in de Taiwanese havenstad Kaohsiung, Cock stort zich graag in het stadsgewoel. Houben zelf maakt zich een stad bij voorkeur eigen door die dagenlang intensief te voet te doorkruisen, gewapend met haar ‘schetsboek’: een camera met groothoeklens.
Internationale projecten worden in het boek afgewisseld met Nederlandse successen, zoals Montevideo, de woontoren aan de Rotterdamse Wilhelminapier, en het Bijlmerpark. Zo ontdek je al bladerend wat ook in het interview naar voren komt: Houben legt zich niet graag vast op één stijl. Ze verdiept zich intensief in de omgeving, juist omdat ze gebouwen wil ontwerpen die een omgeving boven zichzelf uittillen.
Is dit nu een boek dat een weifelende 17-jarige zal overhalen om zich voor een studie bouwkunde aan te melden? Houben noch Tromp valt te verwijten dat ze een te rooskleurig beeld van de architectuurwereld geven. Houben vertelt over een competitie voor het Rotterdamse stadskantoor, die in haar ogen oneerlijk verliep, en hekelt de toparchitecten die zich aanmeldden voor een megalomaan Gazprom-bouwproject in Sint Petersburg. Ze benadrukt dat ze zelf haar principes niet verloochend heeft. Het zou prachtig zijn als ze ooit in Azië de kwalitatief hoogstaande sociale woningbouw zou kunnen realiseren waarmee Mecanoo destijds in Nederland doorbrak.
Jan Tromp (tekst) en Harry Cock (fotografie), ‘Dutch Mountains. Francine Houben / Mecanoo Architecten’, Uitgeverij De Kunst, 352p., €29,95
Smaakt dit naar meer? Het besproken boek is binnenkort te vinden op de leestafel in de TU Library.
Comments are closed.