Onderwijs

TU speurt naar restanten van gestolen schilderijen

Zijn de zeven geroofde ‘Kunsthal-schilderijen’ verbrand in een kacheltje? Dat vrezen de Roemeense onderzoekers die het as uitplozen. Delftse wetenschappers gaan het hoopje stof ook onder de loep nemen.

Hij is erg blij dat onderzoekers van de TU Delft de as gaan onderzoeken, zegt Ernest Oberländer-Târnoveanu telefonisch vanuit Boekarest. De directeur van het Nationaal Roemeens Historisch Museum heeft er genoeg van dat advocaten vraagtekens zetten bij zijn expertise. “Ik ben ervan overtuigd dat de onderzoekers van de TU Delft dezelfde resultaten vinden als wij. Het monster is heel helder.”


In de nacht van 15 op 16 oktober 2012 werden zeven schilderijen van avant-garde schilders uit de Kunshal in Rotterdam gestolen. Oberländer-Târnoveanu vreest dat deze doeken daarna in rook zijn opgegaan. Hij onderzocht de as uit het kacheltje van de moeder van een van de verdachten, Radu Dogaru, die twee maanden na de roof in Roemenië werd gearresteerd. Daarin vond hij restanten van verf die waarschijnlijk afkomstig zijn van drie of vier van de gestolen schilderijen. Sporen van de drie andere werken zijn niet aangetroffen. Maar dat was ook niet te verwachten want dat waren schilderijen op papier en karton.


Het lot van de gestolen schilderijen – werken van Pablo Picasso, Henri Matisse, Paul Gaugain, Lucian Freud, Jacob Meijer de Haan en twee werken van Claude Monet – houdt de gemoederen al meer dan een jaar bezig.


Een paar tangetjes om de nooduitgang van de Kunsthal te forceren en een grote tas, meer hadden Radu Dogaru en zijn nog voortvluchtige handlanger Adrian Procop vorig jaar niet nodig om hun slag te slaan. Binnen twee minuten waren ze er vandoor met een buit met een verzekerde waarde van 17,1 miljoen euro.


Echt het werk van professionals, speculeerde de politie in eerste instantie. Maar dat bleek niet het geval. De dieven liepen enkele maanden na de roof tegen de lamp toen ze een potentiële koper twee schilderijen lieten taxeren. De taxateur, een museumconservator, vermoedde dat het om gestolen kunst ging en tipte de politie. Dogaru en enkele medeplichtigen werden gearresteerd maar van de schilderijen ontbrak elk spoor.


De moeder van Dogaru vertelde aan de politie dat ze het belastende bewijsmateriaal in de fik had gestoken om haar zoon te beschermen. Oberländer-Târnoveanu werd hierop aan het werk gezet en trof inderdaad sporen van schilderijen in de as.


Later trok Dogaru’s moeder haar verklaring echter weer in. En ook Radu Dogaru zelf zegt dat het allemaal onzin is. De schilderijen zijn helemaal niet verbrand. Zijn advocaat heeft op 13 augustus, tijdens de eerste hoorzitting van het proces in Roemenië, aan de aanklagers gevraagd of er een second opinion kon komen. Dat verzoek is ingewilligd. Volgens Dogaru’s advocaat zou uit zo’n tweede onderzoek blijken dat niet bewezen kan worden dat de schilderijen zijn verbrand. Met zo’n onderzoeksuitkomst zal de straf lager uitvallen, zo hoopt hij.


In een artikel in het NRC van 14 augustus, een dag na de hoorzitting, zei een woordvoerder van het Nederlandse Openbaar Ministerie nog dat het OM zich “aan het oriënteren is op de mogelijkheden van aanvullend onderzoek in Nederland.” Die oriënterende fase lijkt nu voorbij. De TU Delft zou de as ook gaan bestuderen, meldde de New York Times al op 13 november op basis van geheime bronnen. En dit bericht wordt nu dus bevestigd door Oberländer-Târnoveanu.


Onduidelijk is nog wie aan de TU de as gaat of gaan bestuderen. Dergelijk onderzoek past in het straatje van chemicus en kunsthistoricus prof.dr. Joris Dik (3mE) die veel ervaring heeft met onderzoek aan pigmenten. Afgelopen zomer legde hij in de Volkskrant uit dat er pigmenttypes zijn die niet verbanden. “Napelsgeel is zo’n kleur, hittebestendig en daardoor chemisch goed te analyseren. Zulke stofjes zijn zeer stabiel. En bepaalde verfsoorten uit de twintigste eeuw bevatten veel titaniumdioxide, dat ook goed bewaard blijft na verbranding.” Ook de analyse van spijkertjes, waarmee het canvas op het spieraam was bevestigd, zou volgens hem interessante aanwijzingen kunnen opleveren.


Maar gaat Dik dit onderzoek doen? Daar kan hij niet op reageren, zegt hij desgevraagd. Hij verwijst door naar TU-woordvoerster Karen Collet. Maar zij zegt niet te weten of dergelijk onderzoek aan de TU plaatsvindt of zal plaatsvinden.


 


Bijna zeven jaar brommen


Radu Dogaru en zijn kompaan Eugen Darie zijn op 26 november veroordeeld tot zes jaar en acht maanden gevangenisstraf. Mogelijk volgt er nog een hoger beroep. Het proces tegen vier andere verdachten, waaronder de moeder van Radu Dogaru, is gisteren (dinsdag 3 december) begonnen. 

Redacteur Tomas van Dijk

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

tomas.vandijk@tudelft.nl

Comments are closed.