Wie een wiskundig oog heeft, kan overal getallen en formules in zien, ook in de liefdesrelaties die mensen met elkaar aan gaan. Hannah Fry schreef er een aardig boekje over.
De meeste menselijke eigenschappen (lengte, intelligentie, noem maar op) volgen een normale verdeling. Voor het aantal sekspartners geldt dat niet. Dat volgt een machtsfunctie. Eenvoudig gezegd: de groep mensen met één sekspartner is groter dan die met twee, die weer groter dan met drie, enzovoort tot je bij de minuscule groep met honderden partners belandt.
Aldus Zweeds onderzoek dat Hannah Fry, docent wiskunde aan het University College London, aanhaalt in haar boekje ‘The Mathematics of Love’. De verdeling zegt iets over de aard van de netwerken die mensen in relaties aangaan, namelijk dat het grootste deel van de mensen een beperkt aantal relaties heeft, maar dat er een aantal supernetwerkers bestaat met enorm veel connecties.
Supernetwerkers
De kans dat je bij een steekproef één van die supernetwerkers eruit pikt, is niet zo groot. Als je bij die steekproef vraagt naar de populairste persoon in het netwerk van de gekozenen, is de kans dat je een supernetwerker te pakken krijgt, veel groter. Dat is handige kennis om het populairste lid van een netwerk te vinden, wat op zijn beurt weer zinvol kan zijn om in het netwerk in te grijpen. Fry’s montere conclusie: ‘Wiskundigen kunnen je niet aan betere seks helpen, maar we kunnen wel bijdragen aan het terugdringen van de geslachtsziekten die je kunt oplopen.’
Statistiek en grafentheorie vormen de belangrijkste wiskundige onderwerpen die Fry op de liefde betrekt. ‘Wiskunde is uiteindelijk de studie van patronen’, stelt ze, daarmee verradend hoe ze te werk gaat. Het bestuderen van patronen in de werkelijkheid is het immers werk van de empiricus. De wiskundige reikt de instrumenten aan om de gevonden patronen elegant te beschrijven. Fry heeft het over toepassingen van de wiskunde, niet over de wiskunde zelf.
Tips over gedrag in een bar
Gelukkig maar, want anders zou het een heel droog boekje geworden zijn, zonder onderbouwde tips over gedrag in een bar (de kans dat je een aantrekkelijke partner scoort is het grootst als je zelf het initiatief neemt) of op een datingsite (zet geen geflatteerde foto erop, want dan krijg je minder relevante reacties). Anderzijds, als tipgever voor bèta’s op zoek naar een partner blijft Fry ver achter bij het eerder in Delta besproken boekje van Nelly Litvak, ‘IQ to Love’.
‘The Mathematics of Love’ is een TED-book. Het is, met andere woorden, vlot geschreven en soort van wetenschappelijk verantwoord, maar ook behoorlijk oppervlakkig. Mocht u krap honderd bladzijden met tekst een beetje teveel van het goede vinden, dan is er ook een samenvattende video van zestien minuten op TED.com.
Hannah Fry, ‘The Mathematics of Love’, Simon & Schuster, 2015. ISBN 978-1-4767-8488-5
Comments are closed.