Noor van Driel studeert bij 3mE af op malariadiagnose. Ze vraagt zich in haar eerste column af waarom de maatschappij tijdens de studie soms buiten de deur werd gehouden.
Heb je wel eens een studiedipje? Vraag je je dan af waarom je ooit aan je opleiding begonnen bent? Ik wel. Op zoek naar een antwoord, kwam ik op de site van mijn bachelor terecht. ‘Je wordt een onmisbare schakel tussen technologische ontwikkelingen en de maatschappij’, staat daar. Toe maar. Ik heb die bachelor afgerond, het einde van mijn master systems & control, ook op 3mE is zelfs in zicht. Dus… ben ik dat al bijna?
Technologische ontwikkelingen, daar heb ik inderdaad veel over geleerd. Ik geloof daardoor ook echt dat die een onmisbare potentie hebben om onze maatschappij te verbeteren. Maar het valt me op dat juist die maatschappij tijdens mijn studie soms behoorlijk ver buiten de deur werd gehouden.
Het oude vak bedrijfseconomie is bijvoorbeeld ergens tijdens de bachelor gesneuveld. In mijn master zat ooit een stage, maar die zou niet genoeg wetenschappelijke inhoud bevatten, dus die werd van het programma geschrapt. Bij stromingsleer werden sommen soms ingeleid met ‘gefeliciteerd, je mag een pijpleiding gaan ontwerpen voor een groot oliebedrijf’, dat dan weer wel. Woorden als ‘duurzaamheid’, ‘veiligheid’, of ‘privacy’ zijn heus wel gevallen tijdens colleges, maar meer als kanttekening dan als hoofddoel.
‘Maatschappelijke vraagstukken zijn geen hobby voor in je vrije tijd’
De samenstellers van het curriculum lijkt ook iets te zijn opgevallen. Alsof ze het op de valreep nog even goed wilden maken, kreeg het allerlaatste vak van de bachelor (voorheen ethiek), de nieuwe naam ‘The engineer in society’. Een heel leuk vak, maar de docent kwam schijnbaar relevante voorbeelden tekort, want die leende hij vaak uit scifi. Als ze nog eens willen rebranden, stel ik alvast de naam ‘The engineer in Jedi Society’ voor.
Moet dat anders? Je kunt best beargumenteren dat de universiteit haar handen al vol heeft aan de vraag om zo veel mogelijk slimme rekenwonders af te leveren, en snel graag. Dan moet je sterk in je schoenen staan als je je wetenschappelijke niveau wilt waarborgen. In mijn curriculum moet die opdringerige maatschappij het dan maar afleggen tegen de moeilijke sommen. Ter compensatie wordt er extra-curriculair van alles gefaciliteerd; filosofische lezingen, politieke borrels, klimaatdebatten…
En toch moet het van mij anders. Wetenschappelijk niveau is geen doel op zich en maatschappelijke vraagstukken zijn geen hobby voor in je vrije tijd. Ik kwam een stuk tegen van een filosoof; Daniel Denett, die het veel mooier zei dan ik kan. Hij gaf advies aan mensen die een carrière in de filosofie overwegen, maar zijn boodschap is volgens mij ook op onze universiteit van toepassing. Ik parafraseer:
‘Stel je voor, ik verzin een nieuwe denksport. Het is precies zoals schaken, maar in mijn versie mag de koning twee stappen zetten. Niemand speelt het. Ik noem het ’schmaken’, en ik ga het niet proberen, want het boeit me eigenlijk niet of het een leuk spel is. Wat ik wel ga doen, is er onderzoek over publiceren. Lukt me sowieso, want over schaken is een hoop gepubliceerd, dus over schmaken valt minstens net zo veel te zeggen…’
Als je de maatschappij geen vaste plek geeft in het curriculum, kun je dan garanderen dat je studenten in hun studie en verdere loopbaan (wetenschappelijk of niet), het onderscheid weten te maken tussen schaken en schmaken? Als de TU niet uitkijkt, produceert ze nog schmakels in plaats van onmisbare schakels.
Noor van Driel is aan het afstuderen bij systems & control (faculteit 3mE). Ze doet graag mee aan pubquizzen, maar ze heeft nog nooit gewonnen.
Noor van Driel / Columnist
Comments are closed.