In wat vroeger vooral een op oliewinning georiënteerde mastersopleiding was, krijgen studenten vanaf 1 september dit jaar een bredere basis in de vernieuwde masteropleiding geo-energy engineering. Geothermische energie en ondergrondse opslagmethoden voor bijvoorbeeld waterstof en warmte maken vanaf nu deel uit van het basiscurriculum.
“Vergeleken met de curricula in de Verenigde Staten, waar ik in de olie-industrie gewerkt heb, hadden Nederlandse studenten altijd al een breder perspectief”, zegt prof.dr. William Rossen, coördinator van de oude opleiding. “De integratie met andere vakgebieden versterken we nu. Het blijft mogelijk iets te studeren dat heel veel lijkt op het oude petroleum engineering, maar het basiscurriculum zal meer aardwetenschappen en geomechanica omvatten. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan de effecten van olie- en gaswinning aan het aardoppervlak.”
De nieuwe insteek moet interesse van studenten aanwakkeren
De vernieuwde opleiding kreeg vorm in een groep van acht jongere wetenschappers uit de afdeling, vanuit het idee dat zij het langst mee moeten in een veranderend vakgebied. “Het gebruik van olie en gas neemt af”, zegt één van hen, dr.ir. Femke Vossepoel. “We weten dat we er helemaal van af moeten. In die transitie kun je alleen niet zeggen: we stoppen er ineens mee. Onze kennis zal lang nodig blijven om effecten zoals bodemdaling en aardbevingen te voorkomen en te beheersen.”
Drukte in de ondergrond
Tegelijkertijd betekent ruimtegebrek door bevolkingsgroei dat het de komende decennia drukker zal worden in de ondergrond. Vossepoel: “Als je kijkt hoe rond 1900 olie werd gewonnen, dan zie je dat men geen benul had van de gevolgen. We hebben door het intensiever gebruik van de ondergrond behoefte aan meer kennis.”
Om die reden ligt de nadruk bij geo-energy engineering sterk op multidisciplinariteit. Ieder vak wordt gegeven door docenten uit twee verschillende disciplines, zodat in de voorbereiding al discussie ontstaat over waar de nadruk moet komen te liggen. “Het is echt een complete remake van de studie”, aldus Vossepoel.
De nieuwe insteek moet de interesse van studenten aanwakkeren. Rossen: “Enkele jaren geleden hadden we vijftig studenten, waarmee we het maximum van onze capaciteit dreigden te bereiken. Vorig jaar waren het er nog zeventien. Dit jaar komen we met de vernieuwde opleiding op 23 uit. Uit onze sessies kwam duidelijk naar voren dat studenten een bredere opleiding verwachten dan we tot nu toe boden.”
Christian Jongeneel / Freelance redacteur
Comments are closed.