Zo’n vijftig studenten, medewerkers en anderen deden woensdagmiddag voor de TU Delft Library mee aan een zogeheten nationale ‘walk-out’ voor Palestina. Hoe ging dat eraan toe?
Stipt om 12 uur op woensdag 28 november komen er twee politieagenten uit de aula wandelen, recht op organisatoren van de Delftse versie van de nationale ‘walk-out voor Palestina’ af. De groeiende groep studenten, medewerkers en andere geïnteresseerden die er tijdens hun lunch op af zijn gekomen, staat op en voor de trappen van de TU Delft Library. Ze hebben spandoeken en Palestijnse vlaggen bij zich. Als de agenten de verwachte opkomst en eindtijd gehoord hebben, zijn ze tevreden. “Demonstreren is je recht,” zegt een van hen. “Gebruik dat recht en doe het netjes, dan heb je van ons geen last.”
Onduidelijkheid
Toch is er onduidelijkheid. Een beveiliger van de bibliotheek komt erbij en vertelt van de TU-meldkamer gehoord te hebben dat spandoeken en Palestijnse vlaggen weg moeten. Een van de agenten raadt hem aan dat nog even te overleggen: “Wat moet je nou zonder vlaggen? Dan ben je gewoon een groepje mensen op een pleintje.” Het compromis vinden ze even later: als het maar geen Hamas-vlaggen zijn.
Dat het beleid van de TU niet altijd duidelijk is, komt vaker voor, constateert student en ‘walk-out’-woordvoerder Tom Twigt. Hij had op maandag contact met de afdeling integrale veiligheid: “Eerst leek niks te mogen, maar als je erop doorvraagt mag het toch wel.”
“Bij de teach-in hadden we alles voorbereid en kwam tien minuten van tevoren integrale veiligheid naar me toe: ‘Jullie gaan toch niet woorden als genocide gebruiken?’”, vertelt Twigt. “Maar mensenrechtenexperts gebruiken die woorden, dus dan moet je die kunnen gebruiken om het erover te hebben.” Toen tijdens de teach-in het woord wel voorbijkwam, grepen beveiligers niet in. Dat schept onduidelijkheid over álle regels, vindt hij.
Oorlogsindustrie
Het scanderen van leuzen kan tijdens dit protest onder het toeziend oog van de beveiligers in ieder geval plaatsvinden, terwijl het bij de teach-in niet de bedoeling was. Leuzen als ‘Free, free Palestine’ en het omstreden ‘From the river to the sea’ worden luidkeels herhaald. Volgens de organisatoren zijn deze niet tegen Joden en Israëliërs gericht. “We benadrukken dat Israëliërs welkom zijn om hier te werken, studeren, wat dan ook. Onze acties zijn gericht tegen de Israëlische regering en de band van de TU Delft met de Israëlische oorlogsindustrie”, beargumenteert Twigt.
Daarnaast zijn er toespraken over de eisen van de demonstranten en persoonlijke verhalen uit Gaza. Studente Hagar El Bamby leest ervaringen voor van Palestijnen in het conflict, zoals een gedicht van de Gazaanse journalist Ahmed Dremly. Hagars stem breekt terwijl ze voorleest: “I’m still breathing, but that’s not enough to feel alive.”
Organisator Twigt en mede-organisator Begüm (achternaam bekend bij de redactie) hebben ook eisen voor de TU Delft. “We lezen in de krant dat Israël misdaden begaat, maar Israël begaat ze met onze steun”, aldus Twigt. De organisatoren willen daarom dat de universiteit alle banden met de Israëlische wapenindustrie verbreekt. Begüm verwijst naar een statement van het 4TU Centre for Ethics and Technology, een samenwerking tussen de vier technische universiteiten in Nederland: “We vragen de TU Delft om consistent te zijn in haar moraal. Zoals 4TU zegt: mensenrechten moeten door technische ontwikkelingen worden ondersteund, niet geschonden.”
Bij wat rondvragen blijkt dat aanwezige studenten zich zorgen maken om de gevolgen die hun standpunten zouden kunnen hebben. “Als ik mensen over zo’n demonstratie bericht, zijn ze bang om van de studie gekickt te worden”, vertelt student Yusuf. “Als die zorgen er niet waren geweest, was het hier drie keer zo druk geweest.” Hij vindt de houding van de universiteit krom: “We krijgen onderwijs dat we maatschappelijk betrokken moeten zijn, maar als er een conflict is, merk ik bij de TU weinig support voor de slachtoffers.”
Comments are closed.