In de Kabelfabriek langs de Schieweg werken dertig studenten aan een uniek project: een serieuze racewagen die rijdt op waterstof. “Dit is de toekomst van de motorsport.”
“This car is designed to race records”, zei teammanager Coen Tonnaer tijdens de presentatie afgelopen dinsdag 18 januari. “And it’s going to be a trail blazer in the hydrogen revolution.”
Twee dagen na de presentatie in Scheveningen is de racer terug in de werkplaats aan de Schieweg. “Er zijn in de wereld maar twee racewagens op waterstof, en die staan allebei hier”, vertelt pr-man Roel Breure. Forze heeft een historie die begon in 2007. De wagens waren eerst groen, toen roze en nu lichtblauw met rode accenten – al naar gelang van de hoofdsponsor. Elk jaar waren er verbeteringen en aanpassingen totdat in 2019 de beslissing viel om helemaal vanaf nul te beginnen.
Werk aan de achterwielophanging. (Foto: Jos Wassink)
“De techniek is zo hard vooruit gegaan”, legt Breure uit, “dat onderdelen nu allemaal kleiner geworden zijn. Daardoor kunnen we nu twee keer meer vermogen onderbrengen in dezelfde ruimte.” De nieuwe wagen krijgt vier tanks met 2 kilogram waterstof elk. Dat moet genoeg zijn voor een race van een uur. De wagen krijgt vierwielaandrijving met energieterugwinning bij het remmen. De brandstofcellen leveren 240 kilowatt continu vermogen. Het piekvermogen ligt, dankzij een koffer vol met supercaps (supercondensatoren), op 600 kilowatt (800 pk). Dat moet genoeg zijn om de 1.600 kilogram zware wagen in 3 seconden van stilstand naar 100 kilometer per uur te stuwen. De topsnelheid ligt volgens berekening op 300 kilometer per uur. Het is dan ook de bedoeling om in races uit te komen tegen de top van productiewagens in de Super GT klasse.
De gestroomlijnde vorm helpt om de auto bij hoge snelheid op de weg te drukken. (Foto: Jos Wassink)
Zover is het nog niet. Het gestroomlijnde uiterlijk staat er, maar er moet nog veel gebeuren. Alleen al voor de brandstofcel zijn er een stuk of vijf subsystemen nodig om de waterstof goed toe te voeren, en hetzelfde geldt voor de toevoer van voldoende lucht van de juiste temperatuur en vochtigheid voor de brandstofcel. Breure vertelt: “We krijgen nu langzamerhand de onderdelen binnen. Die gaan we samenbouwen en testen buiten de auto. Pas als dat goed gaat volgt de inbouw in de auto.”
De zorg voor de brandstofcel, die niet warmer mag worden dan 80 graden Celsius, bepaalt veel van het ontwerp. Zo berekende het team dat de auto op vol vermogen 190 kubieke meter lucht per minuut voor de koeling nodig heeft. Dat is een klein formaat luchtballon in twee minuten. Maar liefst vijf koelsystemen dragen daar zorg voor.
In de lange gangen van de kabelfabriek zitten veel studententeams en start-ups. (Foto: Jos Wassink)
In het verleden behoorde het Forze-team tot de erkende dreamteams van de TU Delft, met een werkplaats in de Dreamhall. Hun status als dreamteam zijn ze kwijt, maar dat staat de voortgang niet in de weg. In de Kabelfabriek hebben ze meer ruimte en zitten ze naast het Formula Student team dat een elektrische auto op batterijen bouwt.
Forze draait volledig op 120 sponsoren die kennis, componenten en geld leveren. In ruil daarvoor kunnen ze zichzelf profileren met een duurzaam project (racen op waterstof), kennismaken met gedreven technische studenten en hun prototypen testen in een race-omgeving. “Waar anders kun je je apparatuur op vol vermogen testen tussen een loeihete elektromotor en een met ijs beslagen waterstoftank?”, vraagt Breure retorisch.
Heetten de Formule-1 races vroeger de testbank voor de auto-industrie te zijn, Forze IX lijkt nu diezelfde rol te gaan spelen voor de ontwikkeling van de waterstofauto. Naar verwachting is de nieuwste waterstofracer in 2023 klaar voor de start.
Presentatie van de Forze IX.
- Kijk hier voor meer informatie: Forze Hydrogen Racing Team
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.