Onderwijs

Wat je als student moet weten over intellectueel eigendom

De VSNU heeft de regels over intellectueel eigendom tegen het licht gehouden en de taaie kost verhelderd voor studenten. Kernboodschap: teken niet zomaar bij het kruisje.

Studenten doen vaak uitvindingen. Denk goed na voordat je aan een project begint en iets ondertekent, waarschuwt de TU. Anders sta je aan het eind van de rit met lege handen. (Foto: Dalia Madi)

Het gebeurt vaker dan je denkt. Je hebt iets uitgevonden, maar moet de rechten over de vinding delen met andere studenten, de TU of een bedrijf. Zie dan nog maar eens je eigen plan te trekken. Of het kan nog erger: je vinding verdwijnt helemaal in handen van een ander. 

De laatste jaren kwamen onenigheden tussen studenten, universiteiten en bedrijven over uitvindingen vaak in het nieuws. Begin vorig jaar eiste de Tweede Kamer tekst en uitleg van minister Van Engelshoven. De directe aanleiding was een ruzie over intellectueel eigendom (IP) bij de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). De minister schreef dat er duidelijkere spelregels voor studenten moesten komen. Die kwamen er ook, later dat jaar.

De Vereniging van Universiteiten (VSNU) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) hebben in afstemming met DutchSE, de belangenorganisatie van ondernemende studenten, de regels samengevat en gestroomlijnd in het zogenaamde Addendum Richtsnoer IER, als aanvulling op de al bestaande ‘Richtsnoer omgang met intellectuele eigendomsrechten richting academische start-ups’.

De student blijft eigenaar maar er zijn talloze uitzonderingen

De regels zijn gelijk getrokken voor alle universiteiten. Eerder hanteerde de TU/e nog het principe dat studenten al hun rechten afstaan om zich te kunnen inschrijven bij de universiteit. Maar dat bleek juridisch onhoudbaar. De TU/e heeft die regel geschrapt. De wettelijke basis is daarmee dat de student eigenaar blijft van zijn of haar eigen uitvinding. In principe dan. Er zijn talloze uitzonderingen.

Een student werkt zelden alleen. Als hij of zij een briljante vinding doet in het kader van een studieproject, kan een deel van het intellectueel eigendom ook bij de docent komen te liggen, of bij een medestudent. En als een student voor een project met een bedrijf samenwerkt, is van te voren meestal een contract ondertekend waarin de student de rechten op een eventuele vinding afstaat. De praktijk is dus weerbarstig.

Het Addendum Richtsnoer IER schrijft voor hoe de rechten verdeeld horen te worden in allerlei denkbare scenario’s en dat je daarover vooraf afspraken moet maken. Maar dat document is taaie kost en vooral geschreven voor de universiteiten zelf.

“Als jurist kan ik ermee uit de voeten”, zegt Adriaan van Noord, hoofd Intellectual Property bij het Innovation and Impact Centre van de TU Delft. Hij was nauw betrokken bij de totstandkoming van het document. “Maar studenten komen er waarschijnlijk moeilijk doorheen. Daarom hebben we nu een toolkit gemaakt, de VSNU Communicatie Toolkit, die de universiteiten kunnen gebruiken om de materie voor studenten te vertalen naar de plaatselijke context.”

De praktijk blijft weerbarstig

Onderdeel van de toolkit is een stroomschema. ‘Intellectueel eigendom (IE) is eigendom van de student, tenzij:…’ Middels het schema zie je welke uitzonderingen er kunnen gelden. Tenzij, ‘voor een opdracht in het onderwijs bijvoorbeeld een bedrijf betrokken is dat Intellectueel eigendom wenst te verkrijgen’, en jij daarmee akkoord bent gegaan. De toolkit biedt ook een overzicht van veel gestelde vragen, verwijzingen voor verdere informatie en naar andere organisaties die studenten kunnen helpen met onafhankelijk advies, zoals DutchSE en RVO.

“We hopen dat de communicatietoolkit over intellectueel eigendom tot meer bewustzijn leidt bij studenten”, zegt Van Noord. “IP is iets waar je bij moet stilstaan voordat je aan projecten begint. De TU stimuleert ondernemerschap bij studenten. Als je contractueel al je rechten afstaat, sta je vervolgens snel met lege handen, reden waarom het doornemen van de informatie die de Toolkit geeft zo belangrijk is.”

“Ik kan me voorstellen dat je als 20-jarige gauw denkt ‘het zal wel, ik teken wel gewoon bij het kruisje’ als je een contract voorgeschoteld krijgt.”  Als je als student ook ondernemerschapsambities hebt, zou je daar juist goed over moeten nadenken, waarschuwt Van Noord. 

Redacteur Tomas van Dijk

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

tomas.vandijk@tudelft.nl

Comments are closed.