Column: Otto Kaaij

X (voorheen sport en cultuur)

X (voorheen het sport- en cultuurcentrum) en de sport- en cultuurverenigingen kunnen niet zonder elkaar. Waarom is het voor de verenigingen dan zo’n gevecht om de noodzakelijke steun? Dat kan anders, schrijft columnist Otto Kaaij.

Otto Kaaij zit op een bankje

(Foto: Sam Rentmeester)

Op de website van X, het sport- en cultuurcentrum van de TU Delft, is het aanbod overweldigend. ‘X focust zich op de needs of young people en heeft een variabel aanbod op het gebied van sport, spel, kunsten, ambachten, reflectie en lifestyle’, staat trots op de website. Je kan er sportklasjes volgen en mediteren, leren boksen en 3D-printen.

Dat is fijn, want X en ik zijn het er overduidelijk over eens dat hobby’s als sporten en muziek maken ontzettend belangrijk zijn voor de mentale gezondheid van studenten, die toch al zo onder druk staat.

Wat je aan de website echter totaal niet kan aflezen, is dat X nog een belangrijke functie heeft: het ondersteunen van de Delftse studenten sport- en cultuurverenigingen. Deze verenigingen hebben zo ontzettend veel te bieden. Met een bak energie en liefde waar je U tegen zegt, organiseren de (vrijwillige) besturen van grote en kleine verenigingen de mooiste activiteiten, vaak op hoog niveau.

Als (oud-)lid van twee van deze verenigingen, weet ik dat zij nog veel meer te bieden hebben. Je kunt er je eigen plek vinden binnen een universiteit, waar je je door de enorme aantallen studenten niet meer dan je studentnummer voelt. Je kunt er leren organiseren, leren samenwerken en prachtige vriendschappen opbouwen, zodat je iemand hebt om bij uit te huilen als de stapel deadlines en tentamens je even te veel wordt.

Het zijn stuk voor stuk dingen die een wekelijks ’XCORE’-klasje of ‘Exhale, a social living room powered by X’ (sic) niet kunnen bieden.

Achter de schermen vechten de verenigingen voor hun voortbestaan

Om verenigingen voor iedereen toegankelijk te houden, is steun van de universiteit (en dus die van X) noodzakelijk. Zo kan, bijvoorbeeld, een (relatief) kleine studentensportvereniging zonder steun niet tegelijkertijd velden huren, materiaal en ondersteuning van goede kwaliteit aanbieden, en betaalbaar blijven.

X lijkt dit slechts tandenknarsend toe te geven. Het aanbod van de verenigingen komt op de website en in de communicatie van X nauwelijks naar voren. Achter de schermen vechten de verenigingen voor hun voortbestaan, of om hun aanbod betaalbaar te houden. Liever, zo lijkt het van buitenaf, had X helemaal niets met die studentenverenigingen te maken.

Verenigingen moeten hard maken wat ze nodig hebben, waarom, wat het oplevert en dat ze echt niet zonder kunnen. Alsof de besturen er alleen maar zitten om zo veel mogelijk onnodig geld binnen te harken.

Het is zonde. X en de verenigingen hebben elkaar nodig, dat zal niet snel veranderen. Als die samenwerking soepel en met vertrouwen zou verlopen, zouden X en de verenigingen zo veel meer aan elkaar hebben.

Dus, X:

  • Maak studentenverenigingen een prominenter deel van jullie aanbod. Vertrouw daarbij de verenigingen en gun ze wat flexibiliteit.
  • Erken dat besturen, ondanks dat ze vrijwillig, onervaren en een beetje onhandig zijn, bergen kunnen verzetten en prachtige dingen neer kunnen zetten.
  • Erken dat X alleen nooit zal kunnen wat studentenverenigingen kunnen op het gebied van sociale ontwikkeling, mentale gezondheid en de needs of young people. Steun de studentenverenigingen op basis daarvan.

Otto Kaaij is masterstudent computer science en muzikant. Als informaticus heeft hij een passie voor algoritmiek, wetenschapscommunicatie en duurzame software, en als muzikant probeert hij altijd zo breed mogelijk bezig te blijven.

Columnist Otto Kaaij

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

o.k.n.kaaij@student.tudelft.nl

Comments are closed.