De TU Delft moet niet alleen een kennisgat dichten bij nieuwe studenten, zoals Tom Vroegrijk betoogt. De universiteit moet ook waarborgen dat er genoeg gekwalificeerde docenten in het voortgezet onderwijs terecht komen. Dat betoogt TU-onderwijsonderzoeker Freek Pols in deze brief.
In zijn ingezonden brief bepleit Tom Vroegrijk dat de universiteiten verantwoordelijkheid kunnen en moeten nemen in het bieden van gelijke kansen wanneer de studenten een ontoereikende vooropleiding hebben gehad. Minstens één belangrijke verantwoordelijkheid van universiteiten lijkt hier echter nog te ontbreken: het opleiden van een voldoende aantal goed gekwalificeerde docenten.
Zowel het aantal instromende studenten alsook hun kennisniveau worden sterk bepaald door de docenten die voor de klas staan. Dit betekent op z’n minst dat er voldoende leraren moeten zijn om de vakken te geven en dat hun onderwijskwaliteit uitmuntend moet zijn.
Beperkt aantal studenten
De lerarenopleiding in Delft doet het, wat dit laatste betreft, uitstekend. Onze afgeleverde leraren worden ‘docent van het jaar’, zijn betrokken als methodeschrijvers, houden zich bezig met curriculumontwikkeling, maken open onderwijsmaterialen, en enkele doen zelfs hoogwaardig onderzoek naar didactiek (veelal met behulp van een promotiebeurs voor leraren).
‘Aankomend semester zijn er maar twee studenten die de lerarenopleiding scheikunde volgen’
Het aantal studenten dat kiest voor de lerarenopleiding is echter zeer beperkt. Het afgelopen half jaar zijn er slechts drie eerstegraadsnatuurkunde docenten opgeleid. Aankomend semester zijn er maar twee studenten die de lerarenopleiding scheikunde volgen. Dit aantal steekt schril af tegen het aantal middelbare scholen (1450) in Nederland. Ook percentueel is dit schrikbarend, slechts 1 procent van de instroom van een opleiding als technische natuurkunde kiest voor de lerarenopleiding.
Er zijn diverse initiatieven om meer docenten voor de klas te krijgen. Zo is onlangs het project Co-Teach gestart. Dit programma biedt de mogelijkheid om zonder bevoegdheid voor de klas te staan. Alhoewel dit een prachtig initiatief is van de TU Delft om meer mensen in aanraking te laten komen met het voortgezet onderwijs, biedt het geen structurele oplossing voor het lerarentekort: de deelnemers mogen slechts enkele lessen geven en dat onder begeleiding van een ervaren en gecertificeerde docent.
Minor
Tom Vroegrijk pleit voor verplichte remediëring voor eerstejaars die buiten de boot dreigen te vallen. Het is belangrijk om te bedenken dat dit alleen effect heeft op studenten van onze eigen universiteit, terwijl de verantwoordelijkheid voor een universiteit met lerarenopleiding verder gaat dan dat. Willen we de dalende wiskundeprestaties van scholieren verbeteren en het kennisniveau van onze instromende studenten waarborgen, dan zullen we er als universiteit voor moeten zorgen dat zowel het aantal docenten alsook hun kwaliteit gewaarborgd zijn.
Een eenvoudige eerste stap kan zijn om de eerste- en tweedejaars studenten te wijzen op de mogelijkheid om in de minor een (beperkte) bevoegdheid te halen, wat het recht geeft om zelfstandig voor de klas te staan (onderbouw en VMBO). Dit kan al door het filmpje met vice-rector magnificus Rob Mudde op bijvoorbeeld BrightSpace te delen.
Wellicht zijn er ook andere ideeën om de instroom te vergroten en zo te garanderen dat we voldoende studenten met een goed kennisniveau ontvangen. Die ideeën ontvangen we, als lerarenopleiding, graag!
Freek Pols was tien jaar lang natuurkunde docent in het voortgezet onderwijs. Hij is nu onderwijsonderzoeker binnen Technische Natuurwetenschappen en als zodanig bij de lerarenopleiding in Delft betrokken.
Comments are closed.