Opinie
Ingezonden brief

‘Universiteiten moeten voorsorteren op studenten met een ontoereikende vooropleiding’

De wiskundeprestaties van Nederlandse middelbare scholieren daalden nog nooit zo sterk als tussen 2018 en 2022. Volgens TU-docent wiskunde Tom Vroegrijk moeten universiteiten maatregelen nemen om hen toch alle kans te geven.

(Foto: Justyna Botor)

Elke drie jaar voert de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) een grootschalig internationaal onderzoek uit naar de leesvaardigheid en de kennis van wiskunde en natuurwetenschappen van vijftienjarigen. In 2022 lag de focus van dit onderzoek op het domein wiskunde. Recent werden de resultaten van dit Programme for International Student Assessment (PISA) gepubliceerd.

De uitkomsten laten zien dat de wiskundeprestaties van leerlingen in Nederland en Vlaanderen in een vrije val verkeren. Nederland zag zelfs de grootste daling van scores op wiskundige geletterdheid ooit.

grafiek gemiddelde toetsscores wiskunde
Bron: Resultaten PISA-2022 in vogelvlucht

In Vlaanderen daalde de gemiddelde prestatie voor wiskunde tussen 2003 en 2022 met 52 scorepunten. Het OESO-gemiddelde daalde in diezelfde periode met 22 punten.

Met de leesvaardigheid is het zowaar nog slechter gesteld. In Vlaanderen haalt 24 procent van de 15-jarigen niet het vaardigheidsniveau dat leerlingen volgens PISA moeten beheersen om goed te kunnen functioneren op school en in de maatschappij. In Nederland is dit zelfs 33 procent. De leesvaardigheidsscore van Nederlandse leerlingen in PISA-2022 is bovendien lager dan het OESO-gemiddelde.

Een grafiek van de gemiddelde toetsscores leesvaardigheid
Bron: Resultaten PISA-2022 in vogelvlucht.

Het ontbrak na de publicatie van het PISA-rapport niet aan reacties over de staat van het voortgezet onderwijs en de problemen waarmee het te kampen heeft, denk maar aan het lerarentekort. Opvallende afwezigen in deze discussie waren echter de hogescholen en universiteiten.

Onderwijsdebat

Ik betoog dat deze problematiek ons wel degelijk aangaat en dat academici zich veel luider in het onderwijsdebat moeten laten horen. De leerlingen die in dit PISA-rapport beschreven worden, zijn immers de jongeren die zich over enkele jaren aan onze instellingen als nieuwe studenten zullen aandienen.

Grote groepen studenten met een ontoereikende vooropleiding dreigen de komende jaren in onze collegezalen te zullen plaatsnemen. Als we daar geen aandacht voor hebben, riskeren we dat de studie-uitval zal toenemen en dat we een gigantisch potentieel aan talent onbenut laten.

‘Eerstejaars moeten meer ruimte krijgen om te falen’

Onderstaande drie voorstellen kunnen helpen om toekomstig talent alle kans te geven om zich ondanks hun ontoereikende vooropleiding toch optimaal te ontwikkelen:

Kwaliteit van onderwijs

Ten eerste is er nog meer aandacht nodig voor kwaliteit van onderwijs. Ik denk hierbij in de eerste plaats aan een intensievere begeleiding van nieuwe docenten. Er is inmiddels heel wat bekend over onderwijspraktijken met een positief leereffect, denk bijvoorbeeld aan de Ten Principles of Instruction van Rosenshine.

Laten we ervoor zorgen dat beginnende docenten zich deze didactische principes zo snel mogelijk eigen maken en laten we hen ondersteunen waar nodig.

Bovendien zouden we nog meer werk kunnen maken van het uitwisselen van ervaringen tussen faculteiten. Op die manier creëren we een levende en bloeiende onderwijsgemeenschap binnen onze universiteit.

Remediëring

Mijn tweede voorstel is dat we remediëring verplichten voor eerstejaars die buiten de boot dreigen te vallen. Ik zie tal van mooie initiatieven om me heen zoals zomerscholen en bijspijkerlessen, maar de meeste zijn te vrijblijvend van aard. Het gevolg is dat studenten die deze extra hulp het meest nodig hebben er geen gebruik van maken.

In het Vlaamse hoger onderwijs maakt een aantal opleidingen ondertussen gebruik van een verplichte ijkingstoets. Studenten maken deze toets voor de start van het academiejaar. Wie geen voldoende score haalt, kan verplicht worden om remediëringslessen te volgen.

BSA

Als laatste vind ik dat eerstejaars meer ruimte moeten krijgen om te falen. De huidige BSA-regeling (bindend studieadvies, red.) is volgens mij te streng. Nieuwe studenten halen in het begin van het academiejaar regelmatig onvoldoendes omdat ze nog moeten wennen aan het niveau en het tempo van het onderwijs aan een universiteit. De achterstand die ze hiermee oplopen halen ze vervolgens vaak niet meer in.

Gezien de dalende trend van de wiskundeprestaties van scholieren in Nederland en tal van andere Europese landen is het niet ondenkbaar dat de kloof tussen middelbaar en hoger onderwijs de komende jaren alleen maar groter wordt. Kunnen we het ons onder deze omstandigheden wel blijven permitteren om studenten die in het eerste jaar niet aan de benodigde 45 studiepunten halen te dwingen om met hun opleiding te stoppen?

Tom Vroegrijk is docent wiskunde en programme manager van het Programme for Innovation in Mathematics Education PRIME. Hiervoor werkte hij als docent aan de Universiteit Antwerpen. In zijn vrije tijd werkt Tom vooral aan zijn Lego Ninjago collectie en speelt hij af en toe een spelletje Dungeons and Dragons.

Schrijver Opinie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

opinie.delta@tudelft.nl

Comments are closed.