Onderwijs

Sportcentrum scherpt regels aan

Het sportcentrum moet bezuinigen en heeft te weinig capaciteit. Daarom krijgen sportverenigingen met veel externe leden voortaan minder faciliteiten toegewezen.

Vooral ’s avonds is het sportcentrum overvol, er is gebrek aan zalen, velden en kleedkamers. Voorlopig komt daar geen verandering in, want de uitbreidingsplannen zijn van de baan. Ook loopt het sportcentrum tegen de grenzen van de financiële middelen aan: de jaarlijkse toelage van de TU en de opbrengst van de sportkaarten dekken de kosten niet.

Daarom hebben het sportcentrum en het bestuur van de Delftse studentensportfederatie (Dssf) besloten om de primaire doelgroep % studenten en medewerkers % voortaan voorrang te geven bij het toekennen van faciliteiten als trainers, trainingsuren, sportzalen en velden. ,,We willen dat het geld terechtkomt bij onze echte doelgroep”, zegt locatiemanager Jurgen van Dorp.

Uiterlijk 15 maart moeten alle sportverenigingen een ledenlijst overleggen aan het sportcentrum. Hoeveel faciliteiten een vereniging krijgt, wordt gekoppeld aan de hoeveelheid sportkaarten van studenten en medewerkers. Daarbovenop krijgt elke vereniging een opslag van vijftien procent. ,,Het is dus niet zo dat verenigingen maximaal vijftien procent externe leden mogen hebben. Dat mogen ze zelf bepalen”, zegt Gerard Boogaards, manager sport en cultuur.

Ook de sportkaartcontroles lijken hiermee verleden tijd. Veel studenten sporten zonder sportkaart. ,,We huren nu dure externen in voor de jaarlijkse controles”, zegt Van Dorp. ,,Dat geld besteden we liever aan sportfaciliteiten.” Volgens hem zijn veel verenigingen ervan op de hoogte dat hun leden geen sportkaart hebben. ,,Nu leggen we de verantwoordelijkheid bij hen.”

Van vier van de veertig verenigingen is het bekend dat ze veel externe leden hebben. Bij volleybalvereniging Ariston is ongeveer de helft van de leden geen student of medewerker.

Voorzitter Jelle Moree is erg boos en verontwaardigd over de plannen. ,,We hebben uitgerekend dat er voor drie van de negen competitieteams geen faciliteiten meer zijn. Die kunnen niet meer trainen en geen wedstrijden meer spelen.” Ariston wil vertrekken uit het sportcentrum en zoekt naar een andere ruimte.

Tijdens een door de Dssf georganiseerde ledenbijeenkomst vorige week dinsdag, vernam Ariston voor het eerst van de plannen. ,,De Dssf moet zogenaamd onze belangen behartigen, maar het lijkt wel of ze alleen studenten verdedigen.” Moree pleit voor een overgangsjaar voor de getroffen verenigingen. ,,Wij worden nu voor het blok gezet.”

Ook de Dssf wil een goede oplossing voor de getroffen verenigingen. ,,Wij zijn natuurlijk niet tegen die verenigingen, maar we staan wel achter de plannen. Er is gewoon jaren geen beleid geweest in het toekennen van faciliteiten, en nu ligt er tenminste een basis”, zegt voorzitter Martijn de Graaff.

Vooral ’s avonds is het sportcentrum overvol, er is gebrek aan zalen, velden en kleedkamers. Voorlopig komt daar geen verandering in, want de uitbreidingsplannen zijn van de baan. Ook loopt het sportcentrum tegen de grenzen van de financiële middelen aan: de jaarlijkse toelage van de TU en de opbrengst van de sportkaarten dekken de kosten niet.

Daarom hebben het sportcentrum en het bestuur van de Delftse studentensportfederatie (Dssf) besloten om de primaire doelgroep % studenten en medewerkers % voortaan voorrang te geven bij het toekennen van faciliteiten als trainers, trainingsuren, sportzalen en velden. ,,We willen dat het geld terechtkomt bij onze echte doelgroep”, zegt locatiemanager Jurgen van Dorp.

Uiterlijk 15 maart moeten alle sportverenigingen een ledenlijst overleggen aan het sportcentrum. Hoeveel faciliteiten een vereniging krijgt, wordt gekoppeld aan de hoeveelheid sportkaarten van studenten en medewerkers. Daarbovenop krijgt elke vereniging een opslag van vijftien procent. ,,Het is dus niet zo dat verenigingen maximaal vijftien procent externe leden mogen hebben. Dat mogen ze zelf bepalen”, zegt Gerard Boogaards, manager sport en cultuur.

Ook de sportkaartcontroles lijken hiermee verleden tijd. Veel studenten sporten zonder sportkaart. ,,We huren nu dure externen in voor de jaarlijkse controles”, zegt Van Dorp. ,,Dat geld besteden we liever aan sportfaciliteiten.” Volgens hem zijn veel verenigingen ervan op de hoogte dat hun leden geen sportkaart hebben. ,,Nu leggen we de verantwoordelijkheid bij hen.”

Van vier van de veertig verenigingen is het bekend dat ze veel externe leden hebben. Bij volleybalvereniging Ariston is ongeveer de helft van de leden geen student of medewerker.

Voorzitter Jelle Moree is erg boos en verontwaardigd over de plannen. ,,We hebben uitgerekend dat er voor drie van de negen competitieteams geen faciliteiten meer zijn. Die kunnen niet meer trainen en geen wedstrijden meer spelen.” Ariston wil vertrekken uit het sportcentrum en zoekt naar een andere ruimte.

Tijdens een door de Dssf georganiseerde ledenbijeenkomst vorige week dinsdag, vernam Ariston voor het eerst van de plannen. ,,De Dssf moet zogenaamd onze belangen behartigen, maar het lijkt wel of ze alleen studenten verdedigen.” Moree pleit voor een overgangsjaar voor de getroffen verenigingen. ,,Wij worden nu voor het blok gezet.”

Ook de Dssf wil een goede oplossing voor de getroffen verenigingen. ,,Wij zijn natuurlijk niet tegen die verenigingen, maar we staan wel achter de plannen. Er is gewoon jaren geen beleid geweest in het toekennen van faciliteiten, en nu ligt er tenminste een basis”, zegt voorzitter Martijn de Graaff.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.