Onderwijs

Verdeling van geodesie-onderzoek lastig

De opheffing van geodesie is een feit. Voor de onderdeelscommissie is het echter lastig zicht te krijgen op de huidige financiële bewegingsvrijheid van de faculteit Citg.

/strong>

Joop Gravesteijn is docent bij geodesie en lid van de onderdeelscommissie (odc) van Civiele Techniek en Geowetenschappen (Citg). Hij spreekt liever niet over een totale opheffing van geodesie. ,,Wat het onderzoek betreft is er in feite geen sprake van een opheffing. Het merendeel wordt ondergebracht bij andere faculteiten en daar gecontinueerd. In sommige opzichten zijn onze onderzoekers beter af dan die bij andere onderdelen van Citg, zoals infrastructuurplanning en civieltechnische informatica. Daar worden zowel het onderzoek als de sectie opgeheven met alle gevolgen van dien voor de onderzoekers.”

Er is natuurlijk wel sprake van de opheffing van de opleiding geodesie en dat heeft volgens Gravesteijn consequenties voor de studenten en de medewerkers van de ondersteunende diensten. ,,Over de toekomst van de laatste is nog niets bekend. Evenmin is er duidelijkheid over de afbouw van het onderwijs. Wij hebben op dit moment nog zeventig studenten die wij graag een goede begeleiding geven om hun studie af te ronden. De vraag is of de onderzoekers daar straks de ruimte voor krijgen bij andere faculteiten.”

Doordat geodesie de twijfelachtige eer heeft de eerste opleiding van de TU Delft te zijn die wordt opgeheven, moet de odc van Citg nu zoeken naar zijn positie. ,,Met de gevolgen van de opheffing heeft niet alleen de odc Citg te maken, maar ook de odc’s van de beheerseenheden waar ons onderzoek naartoe gaat. Dat zijn Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R), Bouwkunde en het onderzoeksinstituut OTB. Wij zijn bezig om met alle betrokken odc’s een overlegstructuur te ontwikkelen.”

Discussiëren

Een van de lastige punten van de verplaatsing van het onderzoek is de vraag: ‘wat hoort waar? ,,Neem bijvoorbeeld kadastrale landmeetkunde. Hoort dit bij OTB, omdat daar het onderzoek voor het kadaster zit, of bij L&R waar een deel van het onderzoek van het landmeten geplaatst wordt? Dat is nog heel onduidelijk. Sinds kort is er voor de medewerkers van geodesie een discussieplatform op blackboard gestart om samen met de medewerkers van de afdeling over deze kwesties te kunnen discussiëren.”

Met de ontwikkeling van het beleid voelt de odc zich volgens Gravesteijn enigszins gehinderd door een gebrek aan informatie. Ze hebben het gevoel regelmatig achter de feiten aan te lopen. ,,Het is niet zo dat bestuurders gegevens achterhouden; alles wat op schrift staat wordt ons zonder meer toegestuurd. Alleen kan het zijn dat de discussie over een aantal onderwerpen tussen het college van bestuur en de decaan ondertussen al een iets andere kant is opgegaan. Wij weten dat dan niet en zijn dan aan het overleggen op basis van verouderde informatie.”

Ook krijgt de odc moeilijk grip op de financiële situatie van de faculteit. ,,Windenergie wordt bijvoorbeeld verplaatst. Maar kunnen we voor dit onderzoek nu wel of niet nog materiaal bestellen?” Volgens Gravesteijn willen ze niet steeds bij de decaan aankloppen met allerlei mondelinge vragen. Dat leidt snel tot onnodige irritaties en de odc streeft ernaar om in goede harmonie de procedures met betrekking tot het veranderplan en de opheffing van de opleiding geodesie af te ronden. ,,Wel zouden wij liever in een eerder stadium bij de discussie betrokken willen worden.”

Ondanks alle onzekerheden heeft de odc voor zichzelf wel een lijst met prioriteiten opgesteld. Zij wil garanties dat het onderzoek goed overgedragen wordt en dat er duidelijkheid komt over de begroting. ,,Daarnaast gaan we ons inzetten voor een goede voorlichting over de veranderplannen en willen we op korte termijn duidelijkheid krijgen over de gevolgen van het verdwijnen van de geodesieopleiding voor de medewerkers van de ondersteunende diensten.” (AS)

De opheffing van geodesie is een feit. Voor de onderdeelscommissie is het echter lastig zicht te krijgen op de huidige financiële bewegingsvrijheid van de faculteit Citg.

Joop Gravesteijn is docent bij geodesie en lid van de onderdeelscommissie (odc) van Civiele Techniek en Geowetenschappen (Citg). Hij spreekt liever niet over een totale opheffing van geodesie. ,,Wat het onderzoek betreft is er in feite geen sprake van een opheffing. Het merendeel wordt ondergebracht bij andere faculteiten en daar gecontinueerd. In sommige opzichten zijn onze onderzoekers beter af dan die bij andere onderdelen van Citg, zoals infrastructuurplanning en civieltechnische informatica. Daar worden zowel het onderzoek als de sectie opgeheven met alle gevolgen van dien voor de onderzoekers.”

Er is natuurlijk wel sprake van de opheffing van de opleiding geodesie en dat heeft volgens Gravesteijn consequenties voor de studenten en de medewerkers van de ondersteunende diensten. ,,Over de toekomst van de laatste is nog niets bekend. Evenmin is er duidelijkheid over de afbouw van het onderwijs. Wij hebben op dit moment nog zeventig studenten die wij graag een goede begeleiding geven om hun studie af te ronden. De vraag is of de onderzoekers daar straks de ruimte voor krijgen bij andere faculteiten.”

Doordat geodesie de twijfelachtige eer heeft de eerste opleiding van de TU Delft te zijn die wordt opgeheven, moet de odc van Citg nu zoeken naar zijn positie. ,,Met de gevolgen van de opheffing heeft niet alleen de odc Citg te maken, maar ook de odc’s van de beheerseenheden waar ons onderzoek naartoe gaat. Dat zijn Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R), Bouwkunde en het onderzoeksinstituut OTB. Wij zijn bezig om met alle betrokken odc’s een overlegstructuur te ontwikkelen.”

Discussiëren

Een van de lastige punten van de verplaatsing van het onderzoek is de vraag: ‘wat hoort waar? ,,Neem bijvoorbeeld kadastrale landmeetkunde. Hoort dit bij OTB, omdat daar het onderzoek voor het kadaster zit, of bij L&R waar een deel van het onderzoek van het landmeten geplaatst wordt? Dat is nog heel onduidelijk. Sinds kort is er voor de medewerkers van geodesie een discussieplatform op blackboard gestart om samen met de medewerkers van de afdeling over deze kwesties te kunnen discussiëren.”

Met de ontwikkeling van het beleid voelt de odc zich volgens Gravesteijn enigszins gehinderd door een gebrek aan informatie. Ze hebben het gevoel regelmatig achter de feiten aan te lopen. ,,Het is niet zo dat bestuurders gegevens achterhouden; alles wat op schrift staat wordt ons zonder meer toegestuurd. Alleen kan het zijn dat de discussie over een aantal onderwerpen tussen het college van bestuur en de decaan ondertussen al een iets andere kant is opgegaan. Wij weten dat dan niet en zijn dan aan het overleggen op basis van verouderde informatie.”

Ook krijgt de odc moeilijk grip op de financiële situatie van de faculteit. ,,Windenergie wordt bijvoorbeeld verplaatst. Maar kunnen we voor dit onderzoek nu wel of niet nog materiaal bestellen?” Volgens Gravesteijn willen ze niet steeds bij de decaan aankloppen met allerlei mondelinge vragen. Dat leidt snel tot onnodige irritaties en de odc streeft ernaar om in goede harmonie de procedures met betrekking tot het veranderplan en de opheffing van de opleiding geodesie af te ronden. ,,Wel zouden wij liever in een eerder stadium bij de discussie betrokken willen worden.”

Ondanks alle onzekerheden heeft de odc voor zichzelf wel een lijst met prioriteiten opgesteld. Zij wil garanties dat het onderzoek goed overgedragen wordt en dat er duidelijkheid komt over de begroting. ,,Daarnaast gaan we ons inzetten voor een goede voorlichting over de veranderplannen en willen we op korte termijn duidelijkheid krijgen over de gevolgen van het verdwijnen van de geodesieopleiding voor de medewerkers van de ondersteunende diensten.” (AS)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.