Er bestaan genoeg handleidingen met tips voor het fatsoenlijk schrijven van een wetenschappelijk artikel. Slechts een deel daarvan is echter toegespitst op bèta’s.
/strong>
De boeken van historicus Johan Huizinga over bijvoorbeeld de renaissance worden nog steeds herdrukt en gelezen. Dat gebeurt niet omdat er geen recentere boeken zijn of omdat er geen andere manieren zijn om te weten te komen wat Huizinga ervan vond. Nee, mensen willen gewoon de teksten van de grote man zelf lezen, een van de weinige wetenschappers die ooit serieus genoemd werd als kandidaat voor de Nobelprijs voor de literatuur.
Onder bèta’s bestaat geen traditie om de teksten van de oude meesters te herlezen. Niemand leest de originele ‘Principia’ van Newton. Een modern tekstboek volstaat immers om zijn ideeën op te pikken. Volgens Scott Montgomery, auteur van honderden artikelen op het gebied van de geologie, is die traditionele focus op de inhoud een van de redenen waarom bèta’s vaak worstelen met de vorm. Schrijven is een moeizaam proces en het resultaat is niet altijd een schoolvoorbeeld van helderheid.
In ‘Communicating Science’ neemt Montgomery niet alleen het schrijven van een artikel onder de loep, maar ook het hele proces eromheen. Juist dat maakt het boek extra waardevol, omdat de auteur begrijpt dat het niet alleen gaat om het op papier zetten van je gedachten, maar ook om het gepubliceerd krijgen ervan. Hij wijdt dan ook een compleet hoofdstuk aan de manier waarop redacteuren en reviewers met artikelen omgaan. Helaas is dit een van de zwakste hoofdstukken, omdat het voornamelijk vertelt wat iedereen met enige ervaring al lang weet. Ook zou het aardig geweest zijn als Montgomery iets gezegd had over hoe je een review van andermans artikel schrijft (hoewel hij wel een hoofdstuk wijdt aan het kritisch lezen van andermans werk).
Hoe dan ook, de kern van het boek blijft uiteraard het schrijfwerk zelf. Montgomery behandelt het niet door allerlei regels te geven, maar vooral met veel voorbeelden hoe het niet moet. Die voorbeelden analyseert en bewerkt hij tot er wel iets fatsoenlijks staat. Waarna allerlei tips volgen hoe je het resultaat niet alleen acceptabel, maar zelfs goed kunt maken: welke stijlmiddelen zijn eenvoudig toe te passen, hoe kraak je anderen op beleefde wijze af, dankzij welke retoriek kun je verder alle regels aan je laars lappen? Dit laatste aan de hand van Watson en Cricks beroemde artikel waarin ze de structuur van dna onthullen. Kortom: ken uw klassieken.
Hoewel hij het schrijfwerk zelf op een boeiende manier benadert, blijven de hoofdstukken daaromheen de belangrijkste toegevoegde waarde van Montgomery’s boek. Dat heet tenslotte niet voor niets ‘Communicating Science’ en er valt veel meer te communiceren dan alleen door het schrijven van een artikel. Wat Montgomery te zeggen heeft over mondelinge presentaties is nogal summier, maar het hoofdstuk over het schrijven van een onderzoeksvoorstel % een onderwerp dat zelden apart ter sprake komt in schrijfhandleidingen % is weer erg instructief. Ook hier nadruk op het feit dat niemand het wiel opnieuw hoeft uit te vinden: begin met het lezen van een paar geslaagde voorbeelden, analyseer wat er zo goed aan is en aap het dan na.
Om het verhaal echt compleet te maken had Montgomery ook nog wel wat woorden mogen wijden aan het marketen van wetenschappelijke ideeën, zoals het gegeven dat het meesturen van een mooi fullcolour plaatje de kans vergroot dat een onderwerp op de cover van een tijdschriftkomt. Nu blijft het bij een stevige, bij vlagen amusante instructie ‘omgaan met de pers’. Belangrijkste tip: ‘Do not % I repeat, do not % expect any article, broadcast, report, or commentary to be accurate in every detail.’
Weinig boeken behandelen het overbrengen van wetenschappelijke kennis op zo’n brede manier als ‘Communicating Science’. Het logische nadeel daarvan is dat het her en der een beetje oppervlakkig blijft en voor ervaren wetenschappers open deuren intrapt. Wie aan het begin van zijn carrière staat heeft in Montgomery’s boek echter een uiterst waardevolle gids.
Scott L. Montgomery, ‘(the Chicago guide to) Communicating science’. University of Chicago Press, 2003, 228 pp., $ 10,50 (bij Amazon).
Er bestaan genoeg handleidingen met tips voor het fatsoenlijk schrijven van een wetenschappelijk artikel. Slechts een deel daarvan is echter toegespitst op bèta’s.
De boeken van historicus Johan Huizinga over bijvoorbeeld de renaissance worden nog steeds herdrukt en gelezen. Dat gebeurt niet omdat er geen recentere boeken zijn of omdat er geen andere manieren zijn om te weten te komen wat Huizinga ervan vond. Nee, mensen willen gewoon de teksten van de grote man zelf lezen, een van de weinige wetenschappers die ooit serieus genoemd werd als kandidaat voor de Nobelprijs voor de literatuur.
Onder bèta’s bestaat geen traditie om de teksten van de oude meesters te herlezen. Niemand leest de originele ‘Principia’ van Newton. Een modern tekstboek volstaat immers om zijn ideeën op te pikken. Volgens Scott Montgomery, auteur van honderden artikelen op het gebied van de geologie, is die traditionele focus op de inhoud een van de redenen waarom bèta’s vaak worstelen met de vorm. Schrijven is een moeizaam proces en het resultaat is niet altijd een schoolvoorbeeld van helderheid.
In ‘Communicating Science’ neemt Montgomery niet alleen het schrijven van een artikel onder de loep, maar ook het hele proces eromheen. Juist dat maakt het boek extra waardevol, omdat de auteur begrijpt dat het niet alleen gaat om het op papier zetten van je gedachten, maar ook om het gepubliceerd krijgen ervan. Hij wijdt dan ook een compleet hoofdstuk aan de manier waarop redacteuren en reviewers met artikelen omgaan. Helaas is dit een van de zwakste hoofdstukken, omdat het voornamelijk vertelt wat iedereen met enige ervaring al lang weet. Ook zou het aardig geweest zijn als Montgomery iets gezegd had over hoe je een review van andermans artikel schrijft (hoewel hij wel een hoofdstuk wijdt aan het kritisch lezen van andermans werk).
Hoe dan ook, de kern van het boek blijft uiteraard het schrijfwerk zelf. Montgomery behandelt het niet door allerlei regels te geven, maar vooral met veel voorbeelden hoe het niet moet. Die voorbeelden analyseert en bewerkt hij tot er wel iets fatsoenlijks staat. Waarna allerlei tips volgen hoe je het resultaat niet alleen acceptabel, maar zelfs goed kunt maken: welke stijlmiddelen zijn eenvoudig toe te passen, hoe kraak je anderen op beleefde wijze af, dankzij welke retoriek kun je verder alle regels aan je laars lappen? Dit laatste aan de hand van Watson en Cricks beroemde artikel waarin ze de structuur van dna onthullen. Kortom: ken uw klassieken.
Hoewel hij het schrijfwerk zelf op een boeiende manier benadert, blijven de hoofdstukken daaromheen de belangrijkste toegevoegde waarde van Montgomery’s boek. Dat heet tenslotte niet voor niets ‘Communicating Science’ en er valt veel meer te communiceren dan alleen door het schrijven van een artikel. Wat Montgomery te zeggen heeft over mondelinge presentaties is nogal summier, maar het hoofdstuk over het schrijven van een onderzoeksvoorstel % een onderwerp dat zelden apart ter sprake komt in schrijfhandleidingen % is weer erg instructief. Ook hier nadruk op het feit dat niemand het wiel opnieuw hoeft uit te vinden: begin met het lezen van een paar geslaagde voorbeelden, analyseer wat er zo goed aan is en aap het dan na.
Om het verhaal echt compleet te maken had Montgomery ook nog wel wat woorden mogen wijden aan het marketen van wetenschappelijke ideeën, zoals het gegeven dat het meesturen van een mooi fullcolour plaatje de kans vergroot dat een onderwerp op de cover van een tijdschriftkomt. Nu blijft het bij een stevige, bij vlagen amusante instructie ‘omgaan met de pers’. Belangrijkste tip: ‘Do not % I repeat, do not % expect any article, broadcast, report, or commentary to be accurate in every detail.’
Weinig boeken behandelen het overbrengen van wetenschappelijke kennis op zo’n brede manier als ‘Communicating Science’. Het logische nadeel daarvan is dat het her en der een beetje oppervlakkig blijft en voor ervaren wetenschappers open deuren intrapt. Wie aan het begin van zijn carrière staat heeft in Montgomery’s boek echter een uiterst waardevolle gids.
Scott L. Montgomery, ‘(the Chicago guide to) Communicating science’. University of Chicago Press, 2003, 228 pp., $ 10,50 (bij Amazon).
Comments are closed.