Onderwijs

Grote variatie in studiebegeleiding op de faculteiten

Recent is de inventarisatie Eerstejaars Studiebegeleiding en -advies afgerond. Hieruit blijkt dat iedere faculteit een eigen invulling geeft aan de ondersteuning van de eerstejaars studenten.

In het overleg tussen het college van bestuur en de centrale studentenraad steekt regelmatig de discussie de kop op over de effectiviteit van de studiebegeleiding en -advisering van eerstejaars studenten. Voordat een oordeel geveld kan worden over het functioneren hiervan, moet er eerst een antwoord komen op de vraag: wat is er aan studiebegeleiding en – advisering binnen de TU Delft? De afgelopen maanden heeft Michel van Laar, werkzaam bij de afdeling Ooit (Onderwijs, Onderzoek, Internationalisering en Technologie) van de Universiteitsdienst, een inventarisatie van deze dienstverlening uitgevoerd. Met behulp van gesprekken, studiehandleidingen en Papieren Patronen heeft hij het ‘studiebegeleidinglandschap’ voor de eerstejaars studenten in kaart gebracht. Van Laar: ,,De inventarisatie is gericht op de studiebegeleiding die naast het onderwijs binnen de opleidingen van de TU Delft wordt aangeboden. Dat zegt niets over het belang van de andere vormen van begeleiding, maar vanwege de discussie over de invoering van een bindend studieadvies is de inventarisatie hierop toegespitst.”

Uit de inventarisatie Eerstejaars Studiebegeleiding en -advies blijkt dat de studiebegeleiding die naast het onderwijs wordt aangeboden, in hoofdzaak bestaat uit gesprekken die studieadviseurs met studenten voeren en het studentenmentoraat. Deze gesprekken, die studieadviseurs met alle of een deel van de eerstejaars studenten voeren, zijn in vier categorieën te onderscheiden die iedere opleiding naar eigen inzicht inzet. Kennismakingsgesprekken vinden plaats aan het begin van het collegejaar en worden door vier opleidingen gehouden. Bijna alle opleidingen volgen de studievoortgang van de eerstejaars groepsgewijs en studenten die achterblijven met hun prestaties worden uitgenodigd voor een studievoortganggesprek.

Intake

Van Laar: ,,Verder kunnen binnen alle opleidingen studenten op eigen initiatief % via een afspraak of een spreekuur % met een studieadviseur spreken over de studie en het studeren.” Intakegesprekken, gehouden voor het begin van het studiejaar om een student weloverwogen voor een studie te laten kiezen, voert geen enkele faculteit.

Een eindejaars studieadvies wordt door alle opleidingen gegeven, maar het tijdstip varieert. Civiele techniek brengt zelfs twee keer een dergelijk advies uit. Verder hebben alle opleidingen % behalve technische wiskunde % een studentenmentoraat. Een deel van de opleidingen heeft daarnaast eveneens docentmentoren.

De variatie in het aanbod van studiebegeleiding en -advisering verbaast Niek Graafland van de afdeling Ooit niet. ,,De opleidingen verschillen in grootte heel sterk. Alle eerstejaars oproepen bij een opleiding zoals bouwkunde is met zoveel studenten bijna niet mogelijk. Op kleinere opleidingen kennen studieadviseurs de studenten meestal persoonlijk en is het wel haalbaar hen persoonlijk aan te schieten als geconstateerd wordt dat de studie stagneert.”

Het rapport ligt klaar, maar wat gaat er nu verder gebeuren? Graafland: ,,De commissie Onderwijsportfolio zal het college van bestuur van een advies voorzien aan welke eisen de studiebegeleiding en -advisering dient te voldoen.”

In het overleg tussen het college van bestuur en de centrale studentenraad steekt regelmatig de discussie de kop op over de effectiviteit van de studiebegeleiding en -advisering van eerstejaars studenten. Voordat een oordeel geveld kan worden over het functioneren hiervan, moet er eerst een antwoord komen op de vraag: wat is er aan studiebegeleiding en – advisering binnen de TU Delft? De afgelopen maanden heeft Michel van Laar, werkzaam bij de afdeling Ooit (Onderwijs, Onderzoek, Internationalisering en Technologie) van de Universiteitsdienst, een inventarisatie van deze dienstverlening uitgevoerd. Met behulp van gesprekken, studiehandleidingen en Papieren Patronen heeft hij het ‘studiebegeleidinglandschap’ voor de eerstejaars studenten in kaart gebracht. Van Laar: ,,De inventarisatie is gericht op de studiebegeleiding die naast het onderwijs binnen de opleidingen van de TU Delft wordt aangeboden. Dat zegt niets over het belang van de andere vormen van begeleiding, maar vanwege de discussie over de invoering van een bindend studieadvies is de inventarisatie hierop toegespitst.”

Uit de inventarisatie Eerstejaars Studiebegeleiding en -advies blijkt dat de studiebegeleiding die naast het onderwijs wordt aangeboden, in hoofdzaak bestaat uit gesprekken die studieadviseurs met studenten voeren en het studentenmentoraat. Deze gesprekken, die studieadviseurs met alle of een deel van de eerstejaars studenten voeren, zijn in vier categorieën te onderscheiden die iedere opleiding naar eigen inzicht inzet. Kennismakingsgesprekken vinden plaats aan het begin van het collegejaar en worden door vier opleidingen gehouden. Bijna alle opleidingen volgen de studievoortgang van de eerstejaars groepsgewijs en studenten die achterblijven met hun prestaties worden uitgenodigd voor een studievoortganggesprek.

Intake

Van Laar: ,,Verder kunnen binnen alle opleidingen studenten op eigen initiatief % via een afspraak of een spreekuur % met een studieadviseur spreken over de studie en het studeren.” Intakegesprekken, gehouden voor het begin van het studiejaar om een student weloverwogen voor een studie te laten kiezen, voert geen enkele faculteit.

Een eindejaars studieadvies wordt door alle opleidingen gegeven, maar het tijdstip varieert. Civiele techniek brengt zelfs twee keer een dergelijk advies uit. Verder hebben alle opleidingen % behalve technische wiskunde % een studentenmentoraat. Een deel van de opleidingen heeft daarnaast eveneens docentmentoren.

De variatie in het aanbod van studiebegeleiding en -advisering verbaast Niek Graafland van de afdeling Ooit niet. ,,De opleidingen verschillen in grootte heel sterk. Alle eerstejaars oproepen bij een opleiding zoals bouwkunde is met zoveel studenten bijna niet mogelijk. Op kleinere opleidingen kennen studieadviseurs de studenten meestal persoonlijk en is het wel haalbaar hen persoonlijk aan te schieten als geconstateerd wordt dat de studie stagneert.”

Het rapport ligt klaar, maar wat gaat er nu verder gebeuren? Graafland: ,,De commissie Onderwijsportfolio zal het college van bestuur van een advies voorzien aan welke eisen de studiebegeleiding en -advisering dient te voldoen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.