Ir en ing samen in belangenvereniging

‘

De vijftienduizend ir’s van het Kivi en de vijftienduizend ing’s van het Niria hebben een principebesluit tot fusie genomen. Academische en hbo-ingenieurs komen voortaan samen op voor hun belangen. Een eeuwenoude klassenstrijd lijkt daarmee uitgemond in een verstandshuwelijk.

Kivi-president en Delfts natuurkundige Boudewijn van Nederveen: ,,Het is professioneler om bij maatschappelijke discussies over techniek met één stem naar buiten te treden.” Ook de financiën speelden een rol: de bureaus trekken bij elkaar in en een aantal zaken wordt samen uitgevoerd, zoals de organisatie van activiteiten en het beheer van het ledenbestand.

Hoewel de ledenvergaderingen instemden met de fusie, zijn er ook tegengeluiden. ,,Een fusie is een stap te ver”, aldus Bart Meijer, bestuurslid van de Kivi-vakafdeling bedrijfskunde en werkzaam bij de faculteit OCP. ,,Een vereniging leeft op basis van identiteit. Dat botst teveel tussen de praktisch ingestelde hbo’er en de conceptuele academicus.”

Van Nederveen: ,,Voor enkele vakafdelingen zal dat gelden, maar de hbo- en wo-ingenieur zijn wel degelijk dichter bij elkaar komen te staan de afgelopen jaren. Als veertig jaar geleden een hbo’er in dienst trad bij een groot bedrijf, stond zijn carrièreplafond al vast. Nu is dat anders, vooral jongere ingenieurs zijn minder bang hun identiteit te verliezen. Bij grote Angelsaksische bedrijven ontbreken zelfs de titels op de jaarverslagen.”

Toch blijft één tak van de Kivi-Niria-combinatie gescheiden: de opleidingsraden, onder andere verantwoordelijk voor de bescherming van de titels. Van Nederveen: ,,In België is een sterke lobby om hbo-ingenieurs ook de titel master of science te geven. Er zou een situatie kunnen ontstaan dat de hbo-ingenieurs in Nederland dat ook willen. Wij houden dat liever gescheiden. Dat een academicus een wezenlijk andere opleiding heeft genoten dan een hbo’er moet zich uiten in de titel. Maar na vijf jaar werkervaring vervagen die verschillen. Een hbo-ingenieur mag best de baas van een wo-ingenieur zijn.”

Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (Kivi) fuseert per 1 januari 2004 met de Nederlandse ingenieursvereniging Niria. ,,De tijd dat ir’s en ing’s strikt gescheiden werkten is voorbij.”

De vijftienduizend ir’s van het Kivi en de vijftienduizend ing’s van het Niria hebben een principebesluit tot fusie genomen. Academische en hbo-ingenieurs komen voortaan samen op voor hun belangen. Een eeuwenoude klassenstrijd lijkt daarmee uitgemond in een verstandshuwelijk.

Kivi-president en Delfts natuurkundige Boudewijn van Nederveen: ,,Het is professioneler om bij maatschappelijke discussies over techniek met één stem naar buiten te treden.” Ook de financiën speelden een rol: de bureaus trekken bij elkaar in en een aantal zaken wordt samen uitgevoerd, zoals de organisatie van activiteiten en het beheer van het ledenbestand.

Hoewel de ledenvergaderingen instemden met de fusie, zijn er ook tegengeluiden. ,,Een fusie is een stap te ver”, aldus Bart Meijer, bestuurslid van de Kivi-vakafdeling bedrijfskunde en werkzaam bij de faculteit OCP. ,,Een vereniging leeft op basis van identiteit. Dat botst teveel tussen de praktisch ingestelde hbo’er en de conceptuele academicus.”

Van Nederveen: ,,Voor enkele vakafdelingen zal dat gelden, maar de hbo- en wo-ingenieur zijn wel degelijk dichter bij elkaar komen te staan de afgelopen jaren. Als veertig jaar geleden een hbo’er in dienst trad bij een groot bedrijf, stond zijn carrièreplafond al vast. Nu is dat anders, vooral jongere ingenieurs zijn minder bang hun identiteit te verliezen. Bij grote Angelsaksische bedrijven ontbreken zelfs de titels op de jaarverslagen.”

Toch blijft één tak van de Kivi-Niria-combinatie gescheiden: de opleidingsraden, onder andere verantwoordelijk voor de bescherming van de titels. Van Nederveen: ,,In België is een sterke lobby om hbo-ingenieurs ook de titel master of science te geven. Er zou een situatie kunnen ontstaan dat de hbo-ingenieurs in Nederland dat ook willen. Wij houden dat liever gescheiden. Dat een academicus een wezenlijk andere opleiding heeft genoten dan een hbo’er moet zich uiten in de titel. Maar na vijf jaar werkervaring vervagen die verschillen. Een hbo-ingenieur mag best de baas van een wo-ingenieur zijn.”