Ik ben een avondmens. En ik ben niet de enige. Heel veel studenten zijn avondmensen. Avondmensen zijn gezelliger. Ze zijn slimmer. En ze zeiken niet.
Ochtendmensen zeiken altijd. Behalve ’s ochtends, maar dan lig ik te slapen. Wij kunnen gewoon niet zo goed opschieten met ochtendmensen. Dat komt omdat ochtendmensen avondmensen hun wil opleggen. En wat mij betreft mogen ochtendmensen avondmensen van alles opleggen. Als het maar niet hun wil is.
Wij staan graag op rond een uur of tien, elf en wij gaan graag om een uur of twee, drie ’s nachts naar bed. Daar voelen wij ons lekker bij, want het avondmenszijn zit ons in de genen. En toch moeten wij om 8.45 uur beginnen met college. Da’s niet eerlijk. Om die tijd zijn wij moe. En chagrijnig. Avondmensen hebben een ochtendhumeur.
Avondmensen en ochtendmensen zijn ongeveer fifty-fifty verdeeld. Dus van allebei ongeveer evenveel. Waarom hebben de ochtendmensen gewonnen?
Wie heeft ooit besloten dat alles overdag moet plaatsvinden? Vast een ochtendmens. Eentje met veel macht. Want de ochtendmensen hebben veel macht. Ochtendmensen zijn regeringsleiders. De regels maken zij ’s ochtends. Avondmensen maken geen kans. Maar het is nog niet te laat. Avondmensen, staat op!
Het voorstel: iedereen zet elk halfjaar de klok een uur terug. Nooit meer vooruit, altijd achteruit. Heb je altijd een uur extra. Dat is voor iedereen leuk. En dus nooit meer een uur mínder slapen, want daar klaagt iedereen over. Ook de ochtendmensen. Vooral de ochtendmensen.
Over zes jaar is het dan om twaalf uur ’s middags pikdonker. Ontbijt bij zonsondergang en voor het donker naar school. Dat doen we. Kunnen wij ook eens ‘vroeg onder de wol’ en ‘lekker vroeg uit de veren’.
Ik ben een avondmens. En ik ben niet de enige. Heel veel studenten zijn avondmensen. Avondmensen zijn gezelliger. Ze zijn slimmer. En ze zeiken niet. Ochtendmensen zeiken altijd. Behalve ’s ochtends, maar dan lig ik te slapen. Wij kunnen gewoon niet zo goed opschieten met ochtendmensen. Dat komt omdat ochtendmensen avondmensen hun wil opleggen. En wat mij betreft mogen ochtendmensen avondmensen van alles opleggen. Als het maar niet hun wil is.
Wij staan graag op rond een uur of tien, elf en wij gaan graag om een uur of twee, drie ’s nachts naar bed. Daar voelen wij ons lekker bij, want het avondmenszijn zit ons in de genen. En toch moeten wij om 8.45 uur beginnen met college. Da’s niet eerlijk. Om die tijd zijn wij moe. En chagrijnig. Avondmensen hebben een ochtendhumeur.
Avondmensen en ochtendmensen zijn ongeveer fifty-fifty verdeeld. Dus van allebei ongeveer evenveel. Waarom hebben de ochtendmensen gewonnen?
Wie heeft ooit besloten dat alles overdag moet plaatsvinden? Vast een ochtendmens. Eentje met veel macht. Want de ochtendmensen hebben veel macht. Ochtendmensen zijn regeringsleiders. De regels maken zij ’s ochtends. Avondmensen maken geen kans. Maar het is nog niet te laat. Avondmensen, staat op!
Het voorstel: iedereen zet elk halfjaar de klok een uur terug. Nooit meer vooruit, altijd achteruit. Heb je altijd een uur extra. Dat is voor iedereen leuk. En dus nooit meer een uur mínder slapen, want daar klaagt iedereen over. Ook de ochtendmensen. Vooral de ochtendmensen.
Over zes jaar is het dan om twaalf uur ’s middags pikdonker. Ontbijt bij zonsondergang en voor het donker naar school. Dat doen we. Kunnen wij ook eens ‘vroeg onder de wol’ en ‘lekker vroeg uit de veren’.
Comments are closed.