Laga hield afgelopen vrijdag ter ere van haar honderdvijfentwintigjarig bestaan een workshop voor roeicoaches, met als thema: mental coaching.
Topcoaches als Tom van ’t Hek hielpen roeicoaches uit het hele land de mentale achilleshiel van de sporter te doorgronden.
Donderdag 29 juni 2000: Nederland-Italië, de halve finale Europese Kampioenschappen voetbal. Nederland moest kampioen worden in eigen land, dat stond voor iedereen vast.
Patrick Kluivert loopt naar de stip om een penalty te nemen die Nederland vrijwel zeker naar de finale zal brengen. Dit klusje is wel aan de Barcelona-spits toevertrouwd. Hij beschikt over een technisch volmaakte, bij de Ajax-jeugd aangeleerde traptechniek. En volgens wetenschappers is een goed genomen penalty (hard in de hoek) door geen enkele keeper te houden.
Het is muisstil in het stadion. De aanloop, het schot, de paal, de tranen. Als het duel uiteindelijk met een strafschoppenserie beslist moet worden, hangen de kopjes van de Nederlandse Internationals al voor het eerste schot van elf meter gelost is. Het resultaat is bekend.
Voormalig coach van het nationaal dameshockey elftal Tom van %t Hek weet wat presteren onder druk inhoudt. ,,Een beslissende strafbal nemen op de Olympische Spelen, terwijl je weet dat een half miljard mensen naar je kijken – dat is iets waar je bijna niet op kunt trainen.” Ook voormalig bondscoach voor de Nederlandse judoploeg Willem Visser weet hoe belangrijk het mentale aspect bij een sporter is. ,,Ik zag op de Olympische Spelen een keer een honderdtwintig kilo topjudoka voor mijn ogen smelten als boter, vlak voordat hij de mat op moest. Hij was al kansloos voordat het duel begon.”
Schokeffect
Mentale weerbaarheid. De ene sporter heeft het, de ander niet. Kan een coach hier invloed op uitoefenen? En zo ja: hoe? De roeicoaches splitsen zich in sociëteit Phoenix op in kleine groepjes om zich te storten op ‘softe’ onderwerpen als teambuilding en didactische methoden.
Een coach van E.S.R. Thêta uit Eindhoven is blij met de onderwerpkeuze voor de workshop. ,,Het is bij mijn roeiploeg een actueel probleem. De conditie is er, de techniek is prima, en toch vallen de prestaties tijdens de wedstrijden tegen.”
In de groep die zich bezighoudt met het onderwerp teambuilding, vraagt Laga-coach Jorren van Doren aan Van ’t Hek wat een coach kan doen als de teamprestaties om onduidelijke redenen steeds tegenvallen. Van ’t Hek: ,,Soms moet je op zo’n moment het roer radicaal omgooien. Creëer een schokeffect door bijvoorbeeld de opstelling eens rigoureus te wijzigen. De sporters zijn hetvertrouwen in het oude systeem kwijt, op deze manier kan er misschien een nieuw geloof ontstaan.”
Aristocratisch
In de werkgroep didactische methoden buigt Laga-coach Alexander de Vries zich met voormalig Judo-bondscoach Willem Visser over zelfgetekende modellen waarin de relaties tussen de sporter en de coach zijn weergegeven. Visser: ,,Eerst moet er een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen een coach en een trainer. Een trainer houdt zich bezig met het aanleren van vaardigheden in een spanningsloze situatie, terwijl een coach er juist voor moet zorgen dat die vaardigheden in een situatie die bol staat van de spanning er uitkomen.”
De Vries wil weten of Visser zichzelf ziet als een democratische of als aristocratische coach. Visser: ,,Ik ben in mijn carrière van instructief naar vragend gegaan. Vroeger zei ik tegen de sporter: ,,Dat is je doel, richt je daar maar op.” Nu zal ik eerst vragen welk doel de sporter zelf voor ogen heeft.”
Bij de eindpresentaties rijst de vraag wat dan de beste manier is om te coachen. Van ’t Hek: ,,Volgens mij bestaat die niet. In de ene situatie zal een wat meer aristocratische coach goed functioneren, in de andere situatie wordt het een ramp.”
Hoewel er dus geen recepten beschikbaar zijn voor hoe de coach de psychische kwaaltjes van zijn sporters kan genezen, zijn alle coaches het er over eens dat het mentale aspect niet uit het oog mag worden verloren. Van %t Hek: ,,Voor coaches is wat zich afspeelt in het hoofd van de sporters een verschrikkelijk moeilijk onderwerp. Of iemand de honderd meter binnen twaalf seconden kan lopen of goed kan dribbelen, dat valt nog wel enigszins te objectiveren. Maar zodra het iets psychisch is, zullen veel coaches om het probleem heen lopen. Juist omdat ze er zo weinig mee kunnen.”
Minder reserves bij roeiteams om de rust in de basis te houden? Met het hele team naar een Tsjakka-sessie? De jeugdtrauma’s van de Holland Acht op tafel krijgen? Mental coaching zal voorlopig nog wel een werk van trial and error blijven.
Laga hield afgelopen vrijdag ter ere van haar honderdvijfentwintigjarig bestaan een workshop voor roeicoaches, met als thema: mental coaching. Topcoaches als Tom van ’t Hek hielpen roeicoaches uit het hele land de mentale achilleshiel van de sporter te doorgronden.
Donderdag 29 juni 2000: Nederland-Italië, de halve finale Europese Kampioenschappen voetbal. Nederland moest kampioen worden in eigen land, dat stond voor iedereen vast.
Patrick Kluivert loopt naar de stip om een penalty te nemen die Nederland vrijwel zeker naar de finale zal brengen. Dit klusje is wel aan de Barcelona-spits toevertrouwd. Hij beschikt over een technisch volmaakte, bij de Ajax-jeugd aangeleerde traptechniek. En volgens wetenschappers is een goed genomen penalty (hard in de hoek) door geen enkele keeper te houden.
Het is muisstil in het stadion. De aanloop, het schot, de paal, de tranen. Als het duel uiteindelijk met een strafschoppenserie beslist moet worden, hangen de kopjes van de Nederlandse Internationals al voor het eerste schot van elf meter gelost is. Het resultaat is bekend.
Voormalig coach van het nationaal dameshockey elftal Tom van %t Hek weet wat presteren onder druk inhoudt. ,,Een beslissende strafbal nemen op de Olympische Spelen, terwijl je weet dat een half miljard mensen naar je kijken – dat is iets waar je bijna niet op kunt trainen.” Ook voormalig bondscoach voor de Nederlandse judoploeg Willem Visser weet hoe belangrijk het mentale aspect bij een sporter is. ,,Ik zag op de Olympische Spelen een keer een honderdtwintig kilo topjudoka voor mijn ogen smelten als boter, vlak voordat hij de mat op moest. Hij was al kansloos voordat het duel begon.”
Schokeffect
Mentale weerbaarheid. De ene sporter heeft het, de ander niet. Kan een coach hier invloed op uitoefenen? En zo ja: hoe? De roeicoaches splitsen zich in sociëteit Phoenix op in kleine groepjes om zich te storten op ‘softe’ onderwerpen als teambuilding en didactische methoden.
Een coach van E.S.R. Thêta uit Eindhoven is blij met de onderwerpkeuze voor de workshop. ,,Het is bij mijn roeiploeg een actueel probleem. De conditie is er, de techniek is prima, en toch vallen de prestaties tijdens de wedstrijden tegen.”
In de groep die zich bezighoudt met het onderwerp teambuilding, vraagt Laga-coach Jorren van Doren aan Van ’t Hek wat een coach kan doen als de teamprestaties om onduidelijke redenen steeds tegenvallen. Van ’t Hek: ,,Soms moet je op zo’n moment het roer radicaal omgooien. Creëer een schokeffect door bijvoorbeeld de opstelling eens rigoureus te wijzigen. De sporters zijn hetvertrouwen in het oude systeem kwijt, op deze manier kan er misschien een nieuw geloof ontstaan.”
Aristocratisch
In de werkgroep didactische methoden buigt Laga-coach Alexander de Vries zich met voormalig Judo-bondscoach Willem Visser over zelfgetekende modellen waarin de relaties tussen de sporter en de coach zijn weergegeven. Visser: ,,Eerst moet er een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen een coach en een trainer. Een trainer houdt zich bezig met het aanleren van vaardigheden in een spanningsloze situatie, terwijl een coach er juist voor moet zorgen dat die vaardigheden in een situatie die bol staat van de spanning er uitkomen.”
De Vries wil weten of Visser zichzelf ziet als een democratische of als aristocratische coach. Visser: ,,Ik ben in mijn carrière van instructief naar vragend gegaan. Vroeger zei ik tegen de sporter: ,,Dat is je doel, richt je daar maar op.” Nu zal ik eerst vragen welk doel de sporter zelf voor ogen heeft.”
Bij de eindpresentaties rijst de vraag wat dan de beste manier is om te coachen. Van ’t Hek: ,,Volgens mij bestaat die niet. In de ene situatie zal een wat meer aristocratische coach goed functioneren, in de andere situatie wordt het een ramp.”
Hoewel er dus geen recepten beschikbaar zijn voor hoe de coach de psychische kwaaltjes van zijn sporters kan genezen, zijn alle coaches het er over eens dat het mentale aspect niet uit het oog mag worden verloren. Van %t Hek: ,,Voor coaches is wat zich afspeelt in het hoofd van de sporters een verschrikkelijk moeilijk onderwerp. Of iemand de honderd meter binnen twaalf seconden kan lopen of goed kan dribbelen, dat valt nog wel enigszins te objectiveren. Maar zodra het iets psychisch is, zullen veel coaches om het probleem heen lopen. Juist omdat ze er zo weinig mee kunnen.”
Minder reserves bij roeiteams om de rust in de basis te houden? Met het hele team naar een Tsjakka-sessie? De jeugdtrauma’s van de Holland Acht op tafel krijgen? Mental coaching zal voorlopig nog wel een werk van trial and error blijven.
Comments are closed.