Tram

Onduidelijk is welk stedenbouwkundig programma de nagestreefde kwaliteit gaat waarmaken. Moderne tramlijnen en %haltes genereren levendigheid en sociale controle die het SMP zo gaarne ziet ontstaan. Jammer genoeg suggereert het bestaande concept-SMP een tramtracé via de Schoemakerstraat en een lijnvoering van de bussen om de campus heen. Het meest voor de hand liggende alternatieve tracé via de Mekelweg lijkt weggeschreven op basis van de onjuiste veronderstelling dat een trambaan niet past in een verblijfsgebied zoals de TU-campus.

Wij (allen docent aan de TU Delft) vinden dat een weloverwogen besluit over het SMP alleen kan worden genomen, indien op basis van hetzelfde programma van eisen een voorlopig ontwerp van de inrichting van het middengebied is gemaakt voor zowel een alternatief met, als ook zonder centrale tramontsluiting. Pas dan kunnen de effecten goed tegen elkaar worden afgewogen. Deze methodiek leren wij aan onze studenten en hetzelfde mag de maatschappij van een universiteit verwachten die tot de wereldtop wil behoren.

Het wensbeeld van een leefbare en duurzame campus wordt met name bevorderd door een goede integratie van het SMP in de ontwikkelingsplannen op gemeentelijk en regionaal niveau en de voorrang voor milieuvriendelijke vervoerwijzen (met name medewerkers en studenten minder afhankelijk maken van autoverplaatsingen naar de TU).

Onderstaande medewerkers verzoeken het CvB bij dezen het concept-SMP nadrukkelijk te ontwikkelen vanuit de functionele relatie tussen de faculteiten en de middenzone van de campus. Dit betekent een aanvulling van de SMP-studie gebaseerd op een duurzame ontsluiting van de campus door een hoofdfietsroute en een centrale openbaarvervoeras. Daarbij zou de in de TU aanwezige vakkennis beter benut kunnen/moeten worden.

Ir. B. Bach, prof. ir. H.C. Bekkering, ir. Chr. Van Ees, prof. ir. D. Frieling, drs. P. Guyt, ir. M.J. Hoekstra, ir. G. Hotze, drs. I. Klaasen, prof. dr.ir. H. Priemus, ir. E.G.M. Sauren, ir. W.J.A. Westrik, ir. H. Botma, prof.dr.ir. P.H.L. Bovy, ir. Th. Dijker, drs. K. van Goeverden, prof. Dr.-Ing. I.A. Hansen, prof. ir. P. Hakkesteegt, ir. R. van Nes, ir. A.P. de Man, ir. P.N. Scheepmaker, ir. Th.J.H. Schoemaker, ir. P. Schrijnen, ir. D. Westland, ir. P.W.L. Wiggenraad, prof. ir. M.Van Witsen, dr.ir. N. van der Zijpp, dr.ir. J. Baggen, dr. M. de Jong, prof.dr.ir. R.E.C.M. v/d Heijden, ing. J. Nederveen, drs. W. Veeneman, ir. A. Zoeteman

Open brief van docenten ruimtelijke vormgeving, stedenbouwkunde en verkeerskunde aan het college van bestuur.

Het concept stedenbouwkundig masterplan (SMP) gaat sterk uit van een architectonische invulling van de Mekelwegruimte. Onduidelijk is welk stedenbouwkundig programma de nagestreefde kwaliteit gaat waarmaken. Moderne tramlijnen en %haltes genereren levendigheid en sociale controle die het SMP zo gaarne ziet ontstaan. Jammer genoeg suggereert het bestaande concept-SMP een tramtracé via de Schoemakerstraat en een lijnvoering van de bussen om de campus heen. Het meest voor de hand liggende alternatieve tracé via de Mekelweg lijkt weggeschreven op basis van de onjuiste veronderstelling dat een trambaan niet past in een verblijfsgebied zoals de TU-campus.

Wij (allen docent aan de TU Delft) vinden dat een weloverwogen besluit over het SMP alleen kan worden genomen, indien op basis van hetzelfde programma van eisen een voorlopig ontwerp van de inrichting van het middengebied is gemaakt voor zowel een alternatief met, als ook zonder centrale tramontsluiting. Pas dan kunnen de effecten goed tegen elkaar worden afgewogen. Deze methodiek leren wij aan onze studenten en hetzelfde mag de maatschappij van een universiteit verwachten die tot de wereldtop wil behoren.

Het wensbeeld van een leefbare en duurzame campus wordt met name bevorderd door een goede integratie van het SMP in de ontwikkelingsplannen op gemeentelijk en regionaal niveau en de voorrang voor milieuvriendelijke vervoerwijzen (met name medewerkers en studenten minder afhankelijk maken van autoverplaatsingen naar de TU).

Onderstaande medewerkers verzoeken het CvB bij dezen het concept-SMP nadrukkelijk te ontwikkelen vanuit de functionele relatie tussen de faculteiten en de middenzone van de campus. Dit betekent een aanvulling van de SMP-studie gebaseerd op een duurzame ontsluiting van de campus door een hoofdfietsroute en een centrale openbaarvervoeras. Daarbij zou de in de TU aanwezige vakkennis beter benut kunnen/moeten worden.

Ir. B. Bach, prof. ir. H.C. Bekkering, ir. Chr. Van Ees, prof. ir. D. Frieling, drs. P. Guyt, ir. M.J. Hoekstra, ir. G. Hotze, drs. I. Klaasen, prof. dr.ir. H. Priemus, ir. E.G.M. Sauren, ir. W.J.A. Westrik, ir. H. Botma, prof.dr.ir. P.H.L. Bovy, ir. Th. Dijker, drs. K. van Goeverden, prof. Dr.-Ing. I.A. Hansen, prof. ir. P. Hakkesteegt, ir. R. van Nes, ir. A.P. de Man, ir. P.N. Scheepmaker, ir. Th.J.H. Schoemaker, ir. P. Schrijnen, ir. D. Westland, ir. P.W.L. Wiggenraad, prof. ir. M.Van Witsen, dr.ir. N. van der Zijpp, dr.ir. J. Baggen, dr. M. de Jong, prof.dr.ir. R.E.C.M. v/d Heijden, ing. J. Nederveen, drs. W. Veeneman, ir. A. Zoeteman