Campus

Blind date met zn vijfentwintigen

Gezocht: iemand met affiniteit met schoonmaakmiddelen en haren in de wc. Delftse studentenhuizen zijn op zoek naar nieuwe huisgenoten. De selectiecriteria zijn verre van duidelijk.

,,Het is vervelend voor de instemmers om zich elke keer weer te moeten voorstellen, maar het is zeker ook vervelend voor de bewoners om het elke keer weer te moeten aanhoren.” Vierdejaars Elektrotechniek Jan de Sonneville staat de glazen af te wassen voor de instemming in zijn huis die over een paar minuten begint. ,,Bij ons op de Jacoba van Beierenlaan hebben we een grote doorstroom van bewoners. Ik woon hier nu tweeënhalf jaar. Volgens mij maak ik vanavond voor de dertiende keer een instemming mee in dit huis.”

De eerste gegadigden voor de kamer druppelen binnen. Ze nemen plaats in de woonkamer en vragen aarzelend wie de bewoners en wie de andere instemmers zijn. Voor eerstejaarsstudent life science and technology Ynnit de Jong is het haar tiende instemming. Omdat haar studie gedeeltelijk in Leiden wordt gegeven, had ze er ook voor kunnen kiezen daar een kamer te zoeken. ,,De kamernood in Leiden is echter groter dan hier en als meisje heb je Delft nu eenmaal een grotere kans om ingestemd te worden.”

Ook eerstejaars IO’er Jelte Steur heeft het idee dat vrouwen veel meer kans maken om snel een leuke kamer te vinden dan mannen. ,,Gisteren waren er op een instemming 21 jongens en vier meisjes. Naast een paar jongens gingen natuurlijk weer alle meisjes door naar de volgende ronde.” Toch kan hij hier wel begrip voor opbrengen. ,,Waarschijnlijk heb ik zodra ik een kamer heb gevonden zelf ook een voorkeur om een meisje in te stemmen.”

Wrijving

De Krakeelhof aan de Jacoba van Beierenlaan is net als de meeste studentenhuizen eigendom van woningstichting DUWO. Directeur Jan Benschot werkt met alle studentenhuizen in zijn beheer al meer dan tien jaar met het systeem van coöptatie, een duur woord voor instemming. Benschot: ,,Natuurlijk hoor je wel eens dat instemmingen oneerlijk verlopen omdat er bijvoorbeeld een voorkeur voor meisjes is. Er zijn nu eenmaal verschillende huizen met verschillende voorkeuren. Soms speelt de studie een rol, soms een lidmaatschap bij een studentenvereniging. Omdat er in Delft geen kamernood is, vindt iedereen op deze manier toch wel binnen afzienbare tijd zijn plaats.”

Dat het bij de aankomst van een nieuwe lichting eerstejaars razenddruk is op instemmingen is logisch, vindt Benschot. ,,Dan is er even een moment van wrijving tussen vraag en aanbod, maar met flink wat inzet en bescheiden eisen voor een eerste kamer moet iedere eerstejaars rond oktober een kamer hebben.”

Het alternatief voor de instemming, een al dan niet gewogen loting, spreekt Benschot niet aan. ,,Ik moet er zelf niet aan denken dat ikmet een leuke groep in een huis zou wonen en er wordt zo maar iemand bijgeplaatst die er niet bijpast. Een instemming is toch verreweg het beste systeem om een goede sfeer in een huis te behouden.”

Waarom het systeem van coöptatie in het buitenland niet of nauwelijks wordt toegepast, begrijpt Benschot dan ook niet. ,,Eigenlijk valt er alleen in geval van schaarste iets voor te zeggen om huisgenoten met een willekeurig gekozen roommate te confronteren. Studenten die een grote reisafstand moeten overbruggen zouden dan voorrang moeten krijgen.”

Statistieken

Maar is een kennismaking van een half uurtje eigenlijk wel meer dan een loting? JvB-bewoner Jan de Sonneville geeft toe dat het zelfs na een instemming moeilijk is om te weten wie je in huis haalt. ,,Mensen kunnen op een instemming toch heel anders overkomen dan ze in het echt zijn.”

Instemmer Ynnit de Jong is het hier mee eens. ,,Als je met twintig instemmers in een uurtje ondervraagd wordt door zes huisgenoten, dan vraag je je wel eens af op wat voor criteria er geselecteerd wordt.”

Op de instemming van vanavond op de JvB zijn gelukkig voor haar maar acht mensen afgekomen. De Jong: ,,Dit soort instemmingen zijn niet zo erg. Je praat gewoon gezellig met iedereen en dan maar afwachten of je de kamer krijgt. Volgens mij is de ergste drukte alweer voorbij.”

,,Eigenlijk kan niemand met zekerheid zeggen of er nou wel of geen kamernood in Delft is”, reageert Lex van Bruggen van AAG, ,,simpelweg omdat er nooit onderzoek onder kamerzoekenden gedaan is.” Om dat te veranderen houdt AAG dit jaar enquêtes op instemmingen. De studentenpartij vraagt kamerzoekenden bijvoorbeeld: ‘hoeveel instemmingen heb je al gelopen?’ en ‘waarom ben je op zoek naar een kamer?’

In de laatste week van augustus ondervroegen AAG-enquêteurs bij zeven instemmingen zo%n honderd studenten. Hoewel het gehele onderzoek een jaar in beslag zal nemen, kwamen er uit de eerste peiling al enkele opvallende resultaten. Zo lijkt er voorlopig geen significant verschil te bestaan tussen mannen en vrouwen in de benodigde tijdsduur om een kamer vinden. ,,Dit verbaasde mij ook”, vertelt Van Bruggen. ,,Uit ervaringen met eigen instemmingen had ik toch het idee gekregen dat meisjes wel degelijk een grotere kans hadden.”

Hoewel het geslacht dus wellicht een kleinere rol speelt dan gedacht, lijkt de studie wel een aanzienlijke rol bij de instemkansen te spelen. Uit de nog enigszins premature resultaten van het AAG-onderzoek blijkt namelijk dat studenten van bètarichtingen als technische wiskunde en elektrotechniek bijna vier keer zoveel instemmingen lopen voordat ze een kamer vinden als studenten van creatieve studies als industrieel ontwerpen en bouwkunde.

Bralballen

Een eerstejaars bouwkunde student staat voor het plakbord van boekhandel Waltman data van instemmingen over te schrijven in zijn agenda. Heeft hij het idee dat mensen van creatieve studies meer kans maken om ingestemd te worden? ,,Dat zou best kunnen, ik heb er alleen zelf nog geen profijt van gehad.” Hij heeft gisteren zonder succes zijn ‘zevenste of achtste’ instemming gelopen. Met zijn naam wil hij niet in de Delta. ,,Dan lijk ik meteen zo’n zielig figuur die nergens ingestemd wordt. Ik logeer nu bij mijn oom in Rijswijk maar ik wil toch wel snel een kamer voor mezelf hebben in een gezellig studentenhuis.” Hij ziet op het plakbord een uitnodiging voor een instemming op de Trompetstraat en kijkt op zijn stadskaart. ,,Oef, in het centrum, dat zal wel weer een erg drukke instemming worden”, verzucht hij. De eisen van het huis op de Trompetstraat liegen er niet om. Volgens het briefje moet de nieuwe huisgenoot affiniteit hebben met: schoonmaakmiddelen, haren in de douche, ijs in de koelkast en een ammoniak geur in wc. Tevens staat er in dikke letters onder aan het briefje: Eis van de huisbaas: helaas geen bralballen (leden Corps/Virgiel) en bouwkundestudenten.

De eerstejaars student twijfelt even, maar pakt dan toch zijn mobieltje en draait het nummer van het huis: nieuwe ronde, nieuwe kansen.

,,Het is vervelend voor de instemmers om zich elke keer weer te moeten voorstellen, maar het is zeker ook vervelend voor de bewoners om het elke keer weer te moeten aanhoren.” Vierdejaars Elektrotechniek Jan de Sonneville staat de glazen af te wassen voor de instemming in zijn huis die over een paar minuten begint. ,,Bij ons op de Jacoba van Beierenlaan hebben we een grote doorstroom van bewoners. Ik woon hier nu tweeënhalf jaar. Volgens mij maak ik vanavond voor de dertiende keer een instemming mee in dit huis.”

De eerste gegadigden voor de kamer druppelen binnen. Ze nemen plaats in de woonkamer en vragen aarzelend wie de bewoners en wie de andere instemmers zijn. Voor eerstejaarsstudent life science and technology Ynnit de Jong is het haar tiende instemming. Omdat haar studie gedeeltelijk in Leiden wordt gegeven, had ze er ook voor kunnen kiezen daar een kamer te zoeken. ,,De kamernood in Leiden is echter groter dan hier en als meisje heb je Delft nu eenmaal een grotere kans om ingestemd te worden.”

Ook eerstejaars IO’er Jelte Steur heeft het idee dat vrouwen veel meer kans maken om snel een leuke kamer te vinden dan mannen. ,,Gisteren waren er op een instemming 21 jongens en vier meisjes. Naast een paar jongens gingen natuurlijk weer alle meisjes door naar de volgende ronde.” Toch kan hij hier wel begrip voor opbrengen. ,,Waarschijnlijk heb ik zodra ik een kamer heb gevonden zelf ook een voorkeur om een meisje in te stemmen.”

Wrijving

De Krakeelhof aan de Jacoba van Beierenlaan is net als de meeste studentenhuizen eigendom van woningstichting DUWO. Directeur Jan Benschot werkt met alle studentenhuizen in zijn beheer al meer dan tien jaar met het systeem van coöptatie, een duur woord voor instemming. Benschot: ,,Natuurlijk hoor je wel eens dat instemmingen oneerlijk verlopen omdat er bijvoorbeeld een voorkeur voor meisjes is. Er zijn nu eenmaal verschillende huizen met verschillende voorkeuren. Soms speelt de studie een rol, soms een lidmaatschap bij een studentenvereniging. Omdat er in Delft geen kamernood is, vindt iedereen op deze manier toch wel binnen afzienbare tijd zijn plaats.”

Dat het bij de aankomst van een nieuwe lichting eerstejaars razenddruk is op instemmingen is logisch, vindt Benschot. ,,Dan is er even een moment van wrijving tussen vraag en aanbod, maar met flink wat inzet en bescheiden eisen voor een eerste kamer moet iedere eerstejaars rond oktober een kamer hebben.”

Het alternatief voor de instemming, een al dan niet gewogen loting, spreekt Benschot niet aan. ,,Ik moet er zelf niet aan denken dat ikmet een leuke groep in een huis zou wonen en er wordt zo maar iemand bijgeplaatst die er niet bijpast. Een instemming is toch verreweg het beste systeem om een goede sfeer in een huis te behouden.”

Waarom het systeem van coöptatie in het buitenland niet of nauwelijks wordt toegepast, begrijpt Benschot dan ook niet. ,,Eigenlijk valt er alleen in geval van schaarste iets voor te zeggen om huisgenoten met een willekeurig gekozen roommate te confronteren. Studenten die een grote reisafstand moeten overbruggen zouden dan voorrang moeten krijgen.”

Statistieken

Maar is een kennismaking van een half uurtje eigenlijk wel meer dan een loting? JvB-bewoner Jan de Sonneville geeft toe dat het zelfs na een instemming moeilijk is om te weten wie je in huis haalt. ,,Mensen kunnen op een instemming toch heel anders overkomen dan ze in het echt zijn.”

Instemmer Ynnit de Jong is het hier mee eens. ,,Als je met twintig instemmers in een uurtje ondervraagd wordt door zes huisgenoten, dan vraag je je wel eens af op wat voor criteria er geselecteerd wordt.”

Op de instemming van vanavond op de JvB zijn gelukkig voor haar maar acht mensen afgekomen. De Jong: ,,Dit soort instemmingen zijn niet zo erg. Je praat gewoon gezellig met iedereen en dan maar afwachten of je de kamer krijgt. Volgens mij is de ergste drukte alweer voorbij.”

,,Eigenlijk kan niemand met zekerheid zeggen of er nou wel of geen kamernood in Delft is”, reageert Lex van Bruggen van AAG, ,,simpelweg omdat er nooit onderzoek onder kamerzoekenden gedaan is.” Om dat te veranderen houdt AAG dit jaar enquêtes op instemmingen. De studentenpartij vraagt kamerzoekenden bijvoorbeeld: ‘hoeveel instemmingen heb je al gelopen?’ en ‘waarom ben je op zoek naar een kamer?’

In de laatste week van augustus ondervroegen AAG-enquêteurs bij zeven instemmingen zo%n honderd studenten. Hoewel het gehele onderzoek een jaar in beslag zal nemen, kwamen er uit de eerste peiling al enkele opvallende resultaten. Zo lijkt er voorlopig geen significant verschil te bestaan tussen mannen en vrouwen in de benodigde tijdsduur om een kamer vinden. ,,Dit verbaasde mij ook”, vertelt Van Bruggen. ,,Uit ervaringen met eigen instemmingen had ik toch het idee gekregen dat meisjes wel degelijk een grotere kans hadden.”

Hoewel het geslacht dus wellicht een kleinere rol speelt dan gedacht, lijkt de studie wel een aanzienlijke rol bij de instemkansen te spelen. Uit de nog enigszins premature resultaten van het AAG-onderzoek blijkt namelijk dat studenten van bètarichtingen als technische wiskunde en elektrotechniek bijna vier keer zoveel instemmingen lopen voordat ze een kamer vinden als studenten van creatieve studies als industrieel ontwerpen en bouwkunde.

Bralballen

Een eerstejaars bouwkunde student staat voor het plakbord van boekhandel Waltman data van instemmingen over te schrijven in zijn agenda. Heeft hij het idee dat mensen van creatieve studies meer kans maken om ingestemd te worden? ,,Dat zou best kunnen, ik heb er alleen zelf nog geen profijt van gehad.” Hij heeft gisteren zonder succes zijn ‘zevenste of achtste’ instemming gelopen. Met zijn naam wil hij niet in de Delta. ,,Dan lijk ik meteen zo’n zielig figuur die nergens ingestemd wordt. Ik logeer nu bij mijn oom in Rijswijk maar ik wil toch wel snel een kamer voor mezelf hebben in een gezellig studentenhuis.” Hij ziet op het plakbord een uitnodiging voor een instemming op de Trompetstraat en kijkt op zijn stadskaart. ,,Oef, in het centrum, dat zal wel weer een erg drukke instemming worden”, verzucht hij. De eisen van het huis op de Trompetstraat liegen er niet om. Volgens het briefje moet de nieuwe huisgenoot affiniteit hebben met: schoonmaakmiddelen, haren in de douche, ijs in de koelkast en een ammoniak geur in wc. Tevens staat er in dikke letters onder aan het briefje: Eis van de huisbaas: helaas geen bralballen (leden Corps/Virgiel) en bouwkundestudenten.

De eerstejaars student twijfelt even, maar pakt dan toch zijn mobieltje en draait het nummer van het huis: nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.