Wetenschap

Agents spelen koper, verkoper en intermediair

De agents zijn onder ons. Digitale helpers die in virtuele ruimtes in onze naam allerlei transacties kunnen afsluiten. TBM-onderzoeker ir.

Marijn Janssen gebruikte agents in een simulatieomgeving die bedrijven de mogelijkheden van elektronische handel leert kennen.

Gezant

Het idee van agents is al eeuwen oud. Neem de gezant die door de middeleeuwse koning naar een aangrenzend rijk werd gezonden, voorzien van zorgvuldige instructies hoe ver hij in de onderhandelingen mocht gaan. Tegenwoordig is de computerbezitter koning: een grote variatie aan agents staat je ter beschikking om uit te zenden naar alle uithoeken van het internet. Het zijn veelal autonome programma’s, in staat om gegevens waar te nemen en te handelen. Soms zijn ze zelfs slim genoeg om hun handelswijze aan te passen aan de situatie.

Simpel voorbeeld van een agent: een programmaatje dat het internet voor je afstruint op zoek naar de laagst geprijsde aanbieding van een door jou begeerde cd. Misschien heeft hij zelfs toestemming om hem meteen voor jou te kopen: hopelijk heb je in de onderhandelingsparameters aangegeven hoeveel hij maximaal mag uitgeven.

Agents kunnen communiceren met andere agents en rapporteren op kritieke momenten terug aan hun ‘baasje’. Er zijn talloze toepassingen denkbaar: sommige zo geavanceerd dat ze de vraag oproepen hoeveel verantwoordelijkheid een mens mag ‘uitlenen’ aan een agent.

Complexe agents waarvan de functionaliteit niet eenvoudig te begrijpen is, zijn niet in trek bij gebruikers, stelt Marijn Janssen. Maandag promoveert hij op een ontwikkelomgeving waar technische en menselijke spelers nieuwe mogelijkheden van elektronische handel kunnen uittesten.

Zelf is hij ook conservatief als het om het inschakelen van agents gaat. Janssen moet overtuigd zijn van het nut en de toegevoegde waarde. ,,En ik wil zelf eerst altijd zien of en liefst ook hoe het werkt.”

Zo’n houding helpt de onderzoeker om zich te verplaatsen in een bedrijf dat kansen ziet in het verfijnen van de elektronische handel met andere bedrijven, maar huiverig is om in een automatiseringsexperiment de hele organisatie op de schop te nemen. Dan liever in een naar de werkelijkheid gemodelleerde simulatieomgeving ontdekken hoe verschillende scenario’s uitpakken. Leerzaam, en tegelijkertijd pijnloos voor de organisatie.

De ontwikkelomgeving die centraal staat in Janssens onderzoek, bood twee bedrijven de kans om vrijblijvend de mogelijkheden van elektronische handel tussen hen en andere bedrijven te verkennen. Tulip Computers en LogiGo.com waren positief over de uitkomsten.LogiGo.Com zag er een bevestiging in voor de waarde van het business plan: elektronisch bemiddelen tussen aanbieders en afnemers op de transportmarkt. Tulip leerde dat het in de praktijk lastig is om buiten de geijkte distributiekanalen de klant te bereiken.

Driftig

Janssen heeft een brede kijk op agents: het concept interesseert hem meer dan de technologie. Voor de simulaties bouwde hij in Java een reeks agents die een categorie op zich vormen, niet te verwarren met de agents die je ‘om een boodschap stuurt’. De agents van Janssen -,,ik heb Java geleerd om ze te kunnen bouwen”- hebben tot doel om kopers, verkopers en intermediairs te modelleren. Deze agents kunnen geconstrueerd worden met bouwstenen. Met die bouwstenen kun je de elektronische handel modelleren tussen kopers, verkopers en intermediairs. Denk aan een koopagent, een verkoopagent, een voorraadagent en een informatieagent, die bijvoorbeeld een waarschuwing geeft als een bestelling vertraagd is. Agents zijn geschikt voor deze rollen omdat ze autonoom zijn, net als de onafhankelijke kopers en verkopers op een markt. Janssen: ,,Het zijn programma’s van veertig, vijftig regels, goed te overzien. Je moet wel de relatie tussen de agents in de gaten houden – als je bij één agent de communicatie verandert, dient deze op meerdere plaatsen veranderd te worden.”

De simulatieomgeving van Janssen is geen gesloten circuit van driftig communicerende agents. Mensen spelen ook mee – als zichzelf. ,,In een sessie kunnen ze via een interface orders plaatsen en zien hoe deze afgehandeld worden. Je ziet de consequenties van ideeën waarvan je misschien te snel riep dat ze uitstekend waren. Bijvoorbeeld het omzeilen van de distributeur, in het geval van Tulip.” Door het samenspel van digitale en menselijke agents krijgt de simulatie zijn realiteitswaarde. Janssen: ,,Je hebt een beperkte periode voor de casestudies. Welke mogelijkheden je onderzoekt, bepaal je in overleg met de bedrijven.”

Uitknijpen

De business-to-business-markt (B2B) torent hoog boven de consumentenmarkt uit. Hier koop je geen cd, maar bijvoorbeeld een rol staal die van Hoogovens in IJmuiden naar Fiat in Turijn moet worden getransporteerd.

Het gaat om grote bedragen, vaak vaste handelspartners, langetermijncontracten. Het lijkt opeens makkelijker voor kopers en verkopers over de hele wereld om met elkaar in contact te treden via agents op internet, maar in de praktijk kan het behoorlijk onoverzichtelijk worden.

EDI (electronic data interchange), het belangrijkste systeem waarmee bedrijven gestructureerde data uitwisselen tussen informatiesystemen, heeft volgens Janssen nog steeds de toekomst. Technologie als webbrowsers en software-agents. maken echter ooknieuwe vormen van elektronische handel mogelijk. De elektronische intermediair kan daarbij een belangrijke rol spelen, zo laat het onderzoek zien. Soms ontbreekt namelijk het vertrouwen bij de aanbieders. Zie de transportsector, voor wie de ontwikkelomgeving in de eerste plaats ontworpen is.

,,Machtige bedrijven willen vaak kleinere bedrijven uitknijpen, die toch al heel lage marges hebben in deze bedrijfstak. Daarom willen die aanbieders geen volledige informatie geven”, vertelt Janssen. ,,Maar als koper en verkoper elk door een agent gerepresenteerd worden, hoeven die agents niet direct contact met elkaar te hebben. Als een kopende agent met alle verkopende agenten contact heeft, kan hij concurrentiegevoelige informatie verkrijgen. Hij kan zich voordoen als een ander type agent en zo info achterhalen over de prijs die de concurrent krijgt.”

De intermediaire agent bekijkt voor de koper het aanbod en behandelt de informatie vertrouwelijk. Janssen: ,,Hij kan zo honderd geschikte partijen vinden, maar selecteert een aantal boden, gefilterd door de voorwaarden die hij van de potentiële koper heeft meegekregen: de laagste prijs, de beste service, enzovoorts. De namen geeft hij niet door. Het voordeel: als een verkoper een éénmalige lage prijs aanbiedt, omdat hij toevallig met halve bezetting rijdt op de gevraagde route, verwacht de koper de volgende keer niet dezelfde prijs te krijgen.” Een intermediair moet de tegengestelde belangen van koper en verkoper zo goed mogelijk behartigen.

Op verzoek van de bedrijven bouwde Janssen calamiteiten in: soms verdween er een verzonden bericht. In de simulatie leidde dat tot veel overwerk. ,,Dat kan in werkelijkheid ook gebeuren. Ik moet de besluitvormers ook inzicht bieden in waar het fout kan gaan. De risico’s kunnen ze door het verkregen inzicht zelf het beste inschatten.”

Tijdens het onderzoek ontdekte Janssen dat organisaties terugdeinzen voor te geavanceerde toepassingen. ,,Ze halen er niet alles uit wat er in zit. Het vergt ook een cultuuromslag. Werknemers moeten eerst leren werken met eenvoudige agents, de toegevoegde waarde daarvan inzien en er vertrouwen in krijgen. De simulatieomgeving kan daarbij helpen.”

Onderscheppen

Vertrouwen in het systeem is cruciaal als het om de toepassing van allerlei soorten agents gaat. Fouten stoten potentiële kopers en verkopers af.

Zonder risico’s zijn agents trouwens niet. Janssen kan zich iets voorstellen bij het concept killer agent. ,,Agents zijn stukjes programmacode, die kun je onderscheppen. Iedereen kan de programmacode vervangen. Stel: ik stuur een agent om een cd te kopen naar een habitat, het type virtuele ruimte waar agents elkaar kunnen ontmoeten. Een killer agent pakt daar mijn agent beet, en stopt er een stukje extra code bij, waardoor hij raar gedrag gaat vertonen. Ik wilde maximaal veertig gulden voor een cd betalen, de killer agent voegt een paar nullen toe! Hoe is dat afgedekt? Moet er een beveiliging zitten op de parameters die ingevoerd worden? Je kunt je allerlei oplossingen voorstellen.”

Ook hier bestaat de behoefte aan onafhankelijke intermediaire agents die bijvoorbeeld aan de ‘voordeur’ van een habitat kunnen checken of een agent kredietwaardig is en of deze realistische parameters heeft meegekregen. Naar zo’n omgeving zullen mensen hun kleine elektronische afgezant eerder durven te sturen.

De agent is geen rechtspersoon, maar zou vergaande beslissingen kunnen nemen. ,,Als er iets fouts gaat, kun je hoogstens de systeembouwer voor de rechtbank slepen.” Internationaal kunnen wetten soms sterk verschillen: in bepaalde landen kun je een order na een paar jaar nog terugdraaien, in andere landen binnen een maand. Janssen voorziet dat elke habitat zijn eigen regels zal krijgen waar je als deelnemer mee akkoord moet gaan. Zijn simulatieomgeving kan inzicht verschaffen in de noodzaak van zulke regels.

aut Joost Panhuysen

De agents zijn onder ons. Digitale helpers die in virtuele ruimtes in onze naam allerlei transacties kunnen afsluiten. TBM-onderzoeker ir. Marijn Janssen gebruikte agents in een simulatieomgeving die bedrijven de mogelijkheden van elektronische handel leert kennen.

Gezant

Het idee van agents is al eeuwen oud. Neem de gezant die door de middeleeuwse koning naar een aangrenzend rijk werd gezonden, voorzien van zorgvuldige instructies hoe ver hij in de onderhandelingen mocht gaan. Tegenwoordig is de computerbezitter koning: een grote variatie aan agents staat je ter beschikking om uit te zenden naar alle uithoeken van het internet. Het zijn veelal autonome programma’s, in staat om gegevens waar te nemen en te handelen. Soms zijn ze zelfs slim genoeg om hun handelswijze aan te passen aan de situatie.

Simpel voorbeeld van een agent: een programmaatje dat het internet voor je afstruint op zoek naar de laagst geprijsde aanbieding van een door jou begeerde cd. Misschien heeft hij zelfs toestemming om hem meteen voor jou te kopen: hopelijk heb je in de onderhandelingsparameters aangegeven hoeveel hij maximaal mag uitgeven.

Agents kunnen communiceren met andere agents en rapporteren op kritieke momenten terug aan hun ‘baasje’. Er zijn talloze toepassingen denkbaar: sommige zo geavanceerd dat ze de vraag oproepen hoeveel verantwoordelijkheid een mens mag ‘uitlenen’ aan een agent.

Complexe agents waarvan de functionaliteit niet eenvoudig te begrijpen is, zijn niet in trek bij gebruikers, stelt Marijn Janssen. Maandag promoveert hij op een ontwikkelomgeving waar technische en menselijke spelers nieuwe mogelijkheden van elektronische handel kunnen uittesten.

Zelf is hij ook conservatief als het om het inschakelen van agents gaat. Janssen moet overtuigd zijn van het nut en de toegevoegde waarde. ,,En ik wil zelf eerst altijd zien of en liefst ook hoe het werkt.”

Zo’n houding helpt de onderzoeker om zich te verplaatsen in een bedrijf dat kansen ziet in het verfijnen van de elektronische handel met andere bedrijven, maar huiverig is om in een automatiseringsexperiment de hele organisatie op de schop te nemen. Dan liever in een naar de werkelijkheid gemodelleerde simulatieomgeving ontdekken hoe verschillende scenario’s uitpakken. Leerzaam, en tegelijkertijd pijnloos voor de organisatie.

De ontwikkelomgeving die centraal staat in Janssens onderzoek, bood twee bedrijven de kans om vrijblijvend de mogelijkheden van elektronische handel tussen hen en andere bedrijven te verkennen. Tulip Computers en LogiGo.com waren positief over de uitkomsten.LogiGo.Com zag er een bevestiging in voor de waarde van het business plan: elektronisch bemiddelen tussen aanbieders en afnemers op de transportmarkt. Tulip leerde dat het in de praktijk lastig is om buiten de geijkte distributiekanalen de klant te bereiken.

Driftig

Janssen heeft een brede kijk op agents: het concept interesseert hem meer dan de technologie. Voor de simulaties bouwde hij in Java een reeks agents die een categorie op zich vormen, niet te verwarren met de agents die je ‘om een boodschap stuurt’. De agents van Janssen -,,ik heb Java geleerd om ze te kunnen bouwen”- hebben tot doel om kopers, verkopers en intermediairs te modelleren. Deze agents kunnen geconstrueerd worden met bouwstenen. Met die bouwstenen kun je de elektronische handel modelleren tussen kopers, verkopers en intermediairs. Denk aan een koopagent, een verkoopagent, een voorraadagent en een informatieagent, die bijvoorbeeld een waarschuwing geeft als een bestelling vertraagd is. Agents zijn geschikt voor deze rollen omdat ze autonoom zijn, net als de onafhankelijke kopers en verkopers op een markt. Janssen: ,,Het zijn programma’s van veertig, vijftig regels, goed te overzien. Je moet wel de relatie tussen de agents in de gaten houden – als je bij één agent de communicatie verandert, dient deze op meerdere plaatsen veranderd te worden.”

De simulatieomgeving van Janssen is geen gesloten circuit van driftig communicerende agents. Mensen spelen ook mee – als zichzelf. ,,In een sessie kunnen ze via een interface orders plaatsen en zien hoe deze afgehandeld worden. Je ziet de consequenties van ideeën waarvan je misschien te snel riep dat ze uitstekend waren. Bijvoorbeeld het omzeilen van de distributeur, in het geval van Tulip.” Door het samenspel van digitale en menselijke agents krijgt de simulatie zijn realiteitswaarde. Janssen: ,,Je hebt een beperkte periode voor de casestudies. Welke mogelijkheden je onderzoekt, bepaal je in overleg met de bedrijven.”

Uitknijpen

De business-to-business-markt (B2B) torent hoog boven de consumentenmarkt uit. Hier koop je geen cd, maar bijvoorbeeld een rol staal die van Hoogovens in IJmuiden naar Fiat in Turijn moet worden getransporteerd.

Het gaat om grote bedragen, vaak vaste handelspartners, langetermijncontracten. Het lijkt opeens makkelijker voor kopers en verkopers over de hele wereld om met elkaar in contact te treden via agents op internet, maar in de praktijk kan het behoorlijk onoverzichtelijk worden.

EDI (electronic data interchange), het belangrijkste systeem waarmee bedrijven gestructureerde data uitwisselen tussen informatiesystemen, heeft volgens Janssen nog steeds de toekomst. Technologie als webbrowsers en software-agents. maken echter ooknieuwe vormen van elektronische handel mogelijk. De elektronische intermediair kan daarbij een belangrijke rol spelen, zo laat het onderzoek zien. Soms ontbreekt namelijk het vertrouwen bij de aanbieders. Zie de transportsector, voor wie de ontwikkelomgeving in de eerste plaats ontworpen is.

,,Machtige bedrijven willen vaak kleinere bedrijven uitknijpen, die toch al heel lage marges hebben in deze bedrijfstak. Daarom willen die aanbieders geen volledige informatie geven”, vertelt Janssen. ,,Maar als koper en verkoper elk door een agent gerepresenteerd worden, hoeven die agents niet direct contact met elkaar te hebben. Als een kopende agent met alle verkopende agenten contact heeft, kan hij concurrentiegevoelige informatie verkrijgen. Hij kan zich voordoen als een ander type agent en zo info achterhalen over de prijs die de concurrent krijgt.”

De intermediaire agent bekijkt voor de koper het aanbod en behandelt de informatie vertrouwelijk. Janssen: ,,Hij kan zo honderd geschikte partijen vinden, maar selecteert een aantal boden, gefilterd door de voorwaarden die hij van de potentiële koper heeft meegekregen: de laagste prijs, de beste service, enzovoorts. De namen geeft hij niet door. Het voordeel: als een verkoper een éénmalige lage prijs aanbiedt, omdat hij toevallig met halve bezetting rijdt op de gevraagde route, verwacht de koper de volgende keer niet dezelfde prijs te krijgen.” Een intermediair moet de tegengestelde belangen van koper en verkoper zo goed mogelijk behartigen.

Op verzoek van de bedrijven bouwde Janssen calamiteiten in: soms verdween er een verzonden bericht. In de simulatie leidde dat tot veel overwerk. ,,Dat kan in werkelijkheid ook gebeuren. Ik moet de besluitvormers ook inzicht bieden in waar het fout kan gaan. De risico’s kunnen ze door het verkregen inzicht zelf het beste inschatten.”

Tijdens het onderzoek ontdekte Janssen dat organisaties terugdeinzen voor te geavanceerde toepassingen. ,,Ze halen er niet alles uit wat er in zit. Het vergt ook een cultuuromslag. Werknemers moeten eerst leren werken met eenvoudige agents, de toegevoegde waarde daarvan inzien en er vertrouwen in krijgen. De simulatieomgeving kan daarbij helpen.”

Onderscheppen

Vertrouwen in het systeem is cruciaal als het om de toepassing van allerlei soorten agents gaat. Fouten stoten potentiële kopers en verkopers af.

Zonder risico’s zijn agents trouwens niet. Janssen kan zich iets voorstellen bij het concept killer agent. ,,Agents zijn stukjes programmacode, die kun je onderscheppen. Iedereen kan de programmacode vervangen. Stel: ik stuur een agent om een cd te kopen naar een habitat, het type virtuele ruimte waar agents elkaar kunnen ontmoeten. Een killer agent pakt daar mijn agent beet, en stopt er een stukje extra code bij, waardoor hij raar gedrag gaat vertonen. Ik wilde maximaal veertig gulden voor een cd betalen, de killer agent voegt een paar nullen toe! Hoe is dat afgedekt? Moet er een beveiliging zitten op de parameters die ingevoerd worden? Je kunt je allerlei oplossingen voorstellen.”

Ook hier bestaat de behoefte aan onafhankelijke intermediaire agents die bijvoorbeeld aan de ‘voordeur’ van een habitat kunnen checken of een agent kredietwaardig is en of deze realistische parameters heeft meegekregen. Naar zo’n omgeving zullen mensen hun kleine elektronische afgezant eerder durven te sturen.

De agent is geen rechtspersoon, maar zou vergaande beslissingen kunnen nemen. ,,Als er iets fouts gaat, kun je hoogstens de systeembouwer voor de rechtbank slepen.” Internationaal kunnen wetten soms sterk verschillen: in bepaalde landen kun je een order na een paar jaar nog terugdraaien, in andere landen binnen een maand. Janssen voorziet dat elke habitat zijn eigen regels zal krijgen waar je als deelnemer mee akkoord moet gaan. Zijn simulatieomgeving kan inzicht verschaffen in de noodzaak van zulke regels.

aut Joost Panhuysen

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.