Drs. Uldrik Speerstra, projectmedewerker bij Techniek, Bestuur en Management (TBM), verdedigt op 13 december zijn proefschrift ‘Representatie van culturele identiteit in migrantenliteratuur’ aan de Universiteit van Leiden.
Drie dagen eerder ontvangt een van de schrijvers die hij behandelt, V.S. Naipaul, de Nobelprijs.
Meteen maar de hamvraag: hoe komt een literatuurwetenschapper terecht bij het directoraat ontwikkeling van de faculteit Techniek, Bestuur en Management?
,,Zo’n tegenstelling is het nou ook weer niet hoor”, lacht Speerstra. ,,Als literatuurwetenschapper heb ik me voornamelijk beziggehouden met het beschrijven en verklaren van teksten. Ik heb geleerd hoe teksten mensen kunnen raken en besloot dat ik zelf actiever met teksten en ideeën wilde werken. Schrijvers werken vanuit een idee naar een product, een boek in hun geval. Die ontwikkeling van een idee naar iets concreets vind ik fantastisch en dat vind ik terug in mijn huidige baan.”
In zijn werk bij TBM richt Speerstra zich op ict-projecten in het onderwijs en houdt hij zich bezig met het ontwikkelen van een nieuwe MSC-opleiding, Management of Technology. ,,We denken na over allerlei soorten vernieuwing in het onderwijs met behulp van ict. We willen bijvoorbeeld dat studenten in de toekomst digitaal hun eigen rooster kunnen samenstellen.”
Speerstra voelt zich dus geen buitenstaander in Delft. ,,Bij TBM zitten mensen met verschillende achtergronden: filosofen, bestuurskundigen en onderwijskundigen. Bij een studie als lucht- en ruimtevaarttechniek zou ik waarschijnlijk meer een vreemde eend in de bijt zijn.”
Worsteling
De afgelopen zeven jaar werkte Speerstra aan zijn proefschrift. ,,Mijn interesse voor literatuur komt van thuis. Mijn vader speelde toneel en ook mijn moeder was veel met literatuur bezig. De boekenplanken stonden altijd vol.”
Zijn interesse voor migrantenliteratuur ontstond na het lezen van The Woman Warrior van Maxine Hong Kingston, een uit China afkomstige Amerikaanse. ,,Door de Chinese gemeenschap wordt de hoofdrolspeelster van dit boek als ‘de Amerikaanse’ gezien, terwijl ze door anderen juist als Chinese wordt bestempeld. Overal voelt zij zich buitenstaander. Ik raakte gefascineerd door de worsteling met de culturele identiteit. Hierdoor ben ik me gaan richten op migrantenliteratuur.”
In zijn proefschrift analyseert Speerstra hoe een aantal vooraanstaande migrantenschrijvers omgaat met culturele identiteit. ,,Er bestaan grofweg twee ideeën over culturele identiteit. De eerste opvatting is dat identiteit een onveranderlijke kern is. Als een Nederlander bijvoorbeeld naar Amerika verhuist, botsen die twee culturen onherroepelijk. De tweede zegt dat identiteit altijd tijd-en plaatsgebonden is en dat die als het ware maakbaar is.”
Speerstra ontdekte dat literaire genres een grote rol spelen bij de manier waarop schrijvers omgaan met culturele identiteit. ,,Een klassieke biografie leent zich bijvoorbeeld meer voor de eerste theorie. Salman Rushdie beschrijft in Midnight’s Children een stervende man, die terugkijkt op zijn leven. De hoofdpersoon ziet zijn eigen geschiedenis en identiteit volledig parallel lopen aan die van zijn thuisland India. Hierin wordt de culturele identiteit van de persoon duidelijk vereenzelvigd met die van zijn omgeving.” Een ander genre, de zogeheten bildungsroman, impliceert volgens Speerstra de tweede theorie van culturele identiteit, die van de maakbaarheid. ,,Binnen dit genre wordt de volwassenwording van een jeugdig individu verbeeld. Doordat de hoofdpersoon actief een ontwikkeling doormaakt is er meer ruimte voor afstemming van de eigen cultuur met die van de vreemde cultuur.”
Naipaul
Het klinkt allemaal nogal zwaarmoedig, migrantenschrijvers die worstelen met de eigen identiteit. Komt culturele identiteit in een roman altijd als conflict naar voren? Speerstra: ,,Niet altijd hoor. Er is gelukkig af en toe ook ruimte voor humor en lichtvoetigheid. Rushdie is hier bijvoorbeeld erg goed in. Maar de meeste migrantenschrijvers gebruiken culturele identiteit toch wel als een bron van conflict.”
Zo ook de uit Trinidad afkomstige V.S. Naipaul, die 10 december de Nobelprijs voor literatuur in ontvangst zal nemen. Speerstra: ,,Naipauls hele oeuvre staat in het teken van de worsteling met culturele identiteit. Het is ook duidelijk te zien dat hij in zijn eerste boeken cultuur als een gegeven beschouwt en in zijn latere werk als iets dat maakbaar is.”
Bij Naipaul ontdekte Speerstra dat deze zich in sommige boeken bewust niet aan de gangbare genreconventies houdt. Is een genre tegenwoordig ook al iets maakbaars? ,,In een autobiografie is het gebruikelijk dat de auteur, de verteller en de hoofdpersoon één persoon zijn. Naipaul laat de hoofdpersoon, die voor hemzelf staat, zijn Indiase naam verengelsen tot Victor. Hierdoor lijkt het net alsof het toch geen autobiografie is. Het is boeiend als een schrijver de gangbare genres zo goed beheerst dat hij er mee kan spelen. Geweldig als een schrijver de lezer zo kan dollen!”
Zonnetje
Naipaul overschrijdt niet alleen literaire regels. Aan politiek correcte meningen doet hij ook niet. Zo toont hij geen bezwaren tegen koloniseren; een opzienbarende stelling voor iemand die uit een land komt dat jarenlang onder Brits koloniaal bewind heeft gestaan.
Speerstra: ,,Koloniseren gebeurde om economisch gewin en werd gelegitimeerd door het verhaal dat de eigen beschaving moest worden verspreid. Naipaul vindt de Europese cultuur zo belangrijk dat hij export hiervan niet afkeurt. Niet erg politiek correct inderdaad.”
Zou Speerstra niet eens om de tafel willen zitten met Naipaul en andere door hem behandelde schrijvers om hierover van gedachten te wisselen? ,,Nee. Natuurlijk koester ik diepe bewondering voor hun werk, maar het gaat mij als literatuurwetenschapper om de tekstenen veel minder om de schrijver. En bovendien: Naipaul schijnt niet echt het zonnetje in huis te zijn dus erg gezellig zou het waarschijnlijk niet worden.”
Drs. Uldrik Speerstra, projectmedewerker bij Techniek, Bestuur en Management (TBM), verdedigt op 13 december zijn proefschrift ‘Representatie van culturele identiteit in migrantenliteratuur’ aan de Universiteit van Leiden. Drie dagen eerder ontvangt een van de schrijvers die hij behandelt, V.S. Naipaul, de Nobelprijs.
Meteen maar de hamvraag: hoe komt een literatuurwetenschapper terecht bij het directoraat ontwikkeling van de faculteit Techniek, Bestuur en Management?
,,Zo’n tegenstelling is het nou ook weer niet hoor”, lacht Speerstra. ,,Als literatuurwetenschapper heb ik me voornamelijk beziggehouden met het beschrijven en verklaren van teksten. Ik heb geleerd hoe teksten mensen kunnen raken en besloot dat ik zelf actiever met teksten en ideeën wilde werken. Schrijvers werken vanuit een idee naar een product, een boek in hun geval. Die ontwikkeling van een idee naar iets concreets vind ik fantastisch en dat vind ik terug in mijn huidige baan.”
In zijn werk bij TBM richt Speerstra zich op ict-projecten in het onderwijs en houdt hij zich bezig met het ontwikkelen van een nieuwe MSC-opleiding, Management of Technology. ,,We denken na over allerlei soorten vernieuwing in het onderwijs met behulp van ict. We willen bijvoorbeeld dat studenten in de toekomst digitaal hun eigen rooster kunnen samenstellen.”
Speerstra voelt zich dus geen buitenstaander in Delft. ,,Bij TBM zitten mensen met verschillende achtergronden: filosofen, bestuurskundigen en onderwijskundigen. Bij een studie als lucht- en ruimtevaarttechniek zou ik waarschijnlijk meer een vreemde eend in de bijt zijn.”
Worsteling
De afgelopen zeven jaar werkte Speerstra aan zijn proefschrift. ,,Mijn interesse voor literatuur komt van thuis. Mijn vader speelde toneel en ook mijn moeder was veel met literatuur bezig. De boekenplanken stonden altijd vol.”
Zijn interesse voor migrantenliteratuur ontstond na het lezen van The Woman Warrior van Maxine Hong Kingston, een uit China afkomstige Amerikaanse. ,,Door de Chinese gemeenschap wordt de hoofdrolspeelster van dit boek als ‘de Amerikaanse’ gezien, terwijl ze door anderen juist als Chinese wordt bestempeld. Overal voelt zij zich buitenstaander. Ik raakte gefascineerd door de worsteling met de culturele identiteit. Hierdoor ben ik me gaan richten op migrantenliteratuur.”
In zijn proefschrift analyseert Speerstra hoe een aantal vooraanstaande migrantenschrijvers omgaat met culturele identiteit. ,,Er bestaan grofweg twee ideeën over culturele identiteit. De eerste opvatting is dat identiteit een onveranderlijke kern is. Als een Nederlander bijvoorbeeld naar Amerika verhuist, botsen die twee culturen onherroepelijk. De tweede zegt dat identiteit altijd tijd-en plaatsgebonden is en dat die als het ware maakbaar is.”
Speerstra ontdekte dat literaire genres een grote rol spelen bij de manier waarop schrijvers omgaan met culturele identiteit. ,,Een klassieke biografie leent zich bijvoorbeeld meer voor de eerste theorie. Salman Rushdie beschrijft in Midnight’s Children een stervende man, die terugkijkt op zijn leven. De hoofdpersoon ziet zijn eigen geschiedenis en identiteit volledig parallel lopen aan die van zijn thuisland India. Hierin wordt de culturele identiteit van de persoon duidelijk vereenzelvigd met die van zijn omgeving.” Een ander genre, de zogeheten bildungsroman, impliceert volgens Speerstra de tweede theorie van culturele identiteit, die van de maakbaarheid. ,,Binnen dit genre wordt de volwassenwording van een jeugdig individu verbeeld. Doordat de hoofdpersoon actief een ontwikkeling doormaakt is er meer ruimte voor afstemming van de eigen cultuur met die van de vreemde cultuur.”
Naipaul
Het klinkt allemaal nogal zwaarmoedig, migrantenschrijvers die worstelen met de eigen identiteit. Komt culturele identiteit in een roman altijd als conflict naar voren? Speerstra: ,,Niet altijd hoor. Er is gelukkig af en toe ook ruimte voor humor en lichtvoetigheid. Rushdie is hier bijvoorbeeld erg goed in. Maar de meeste migrantenschrijvers gebruiken culturele identiteit toch wel als een bron van conflict.”
Zo ook de uit Trinidad afkomstige V.S. Naipaul, die 10 december de Nobelprijs voor literatuur in ontvangst zal nemen. Speerstra: ,,Naipauls hele oeuvre staat in het teken van de worsteling met culturele identiteit. Het is ook duidelijk te zien dat hij in zijn eerste boeken cultuur als een gegeven beschouwt en in zijn latere werk als iets dat maakbaar is.”
Bij Naipaul ontdekte Speerstra dat deze zich in sommige boeken bewust niet aan de gangbare genreconventies houdt. Is een genre tegenwoordig ook al iets maakbaars? ,,In een autobiografie is het gebruikelijk dat de auteur, de verteller en de hoofdpersoon één persoon zijn. Naipaul laat de hoofdpersoon, die voor hemzelf staat, zijn Indiase naam verengelsen tot Victor. Hierdoor lijkt het net alsof het toch geen autobiografie is. Het is boeiend als een schrijver de gangbare genres zo goed beheerst dat hij er mee kan spelen. Geweldig als een schrijver de lezer zo kan dollen!”
Zonnetje
Naipaul overschrijdt niet alleen literaire regels. Aan politiek correcte meningen doet hij ook niet. Zo toont hij geen bezwaren tegen koloniseren; een opzienbarende stelling voor iemand die uit een land komt dat jarenlang onder Brits koloniaal bewind heeft gestaan.
Speerstra: ,,Koloniseren gebeurde om economisch gewin en werd gelegitimeerd door het verhaal dat de eigen beschaving moest worden verspreid. Naipaul vindt de Europese cultuur zo belangrijk dat hij export hiervan niet afkeurt. Niet erg politiek correct inderdaad.”
Zou Speerstra niet eens om de tafel willen zitten met Naipaul en andere door hem behandelde schrijvers om hierover van gedachten te wisselen? ,,Nee. Natuurlijk koester ik diepe bewondering voor hun werk, maar het gaat mij als literatuurwetenschapper om de tekstenen veel minder om de schrijver. En bovendien: Naipaul schijnt niet echt het zonnetje in huis te zijn dus erg gezellig zou het waarschijnlijk niet worden.”
Comments are closed.