Opinie

Het uur des oordeels

Mijn broer staat enthousiast voor de deur. Vers ingevlogen uit Boston. ‘Dag Ing, en ben je er klaar voor?’ Er klaar voor % waarvoor? Dan realiseer ik me dat het de vierentwintigste is.

De vierentwintigste! Nee, dat kan niet. Ik heb niets gedaan, niets. Geen sheets, geen gelikte powerpointpresentatie, nog geen dia heb ik ingeraamd.

De eerste angstdroom heb ik dus alweer achter de rug. Overdag denk ik aan niets anders dan aan de nu opeens eng snel naderende afsluiting en tegelijk climax van mijn studiecarrière. Want het is zover: Ik heb mijn afstudeerrapport ingeleverd, en de datum, het tijdstip en de zaal zijn bepaald voor het uur des oordeels.

Vooralsnog lig ik, in bescheiden mate, overhoop met mijn afstudeercommissie over het taalgebruik in mijn rapport. Ik schrijf in hoofdstuk zeven dat in het berekende ruimtebeslag de muren van mijn filter nog geen plek hebben. ‘Plek’ is te dichterlijk. Iets eerder weten mijn filters goed raad met de fluctuerende wateraanvoer. Mag ook niet. (‘Het water is extreem vuil, de filters weten zich geen raad. Vertwijfeld vragen ze zich af of ze hun poriën wel lang genoeg open kunnen houden en als dat lukt, of dan het filterbed wel dik genoeg is. Of zouden ze hulp krijgen van een dosis chemicaliën? Paniek maakt zich van hen meester, maar gelukkig, daar is SuperInstallatiebeheerder’ – ook geschikt om later voor te lezen aan de kinderen.) Het liefst moeten in elke zin de gebezigde werkwoorden gezelschap krijgen van de ‘cover your ass’ combinatie ‘zouden kunnen’. Correct maar onleesbaar. Ik durf mijn prof de versie met geheel herziene lay-out niet eens te tonen.

Nou ja, aanvullingen kunnen nog gemaakt worden tot het einde der tijden (dat is augustus voor het 4-jarig curriculum), het praatje is over twee weken. Hoogste tijd om de uitnodigingen de deur uit te doen.

Omdat ik afstudeer op afvalwater wil ik een drol op de voorkant van mijn invitatie. Een hele gewone, keurig nette, alledaagse drol; een hondendrol is prima. Ik heb zelf geen plaatjes of foto’s ervan (ook een afstudeerbegeleider leek een beetje beteuterd toen hij dat vaststelde bij de eerste rapportbladersessie), dus ben ik wat rond gaan struinen op internet. Gevaarlijk, want het intikken van poep, drol of turd in een zoekvenster zou vast de grootst mogelijke derrie oproepen.

Maar ik heb helemaal niets gevonden! Ook het verwijderen van het ‘family filter’ maakte geen verschil. De meest ranzige verhaaltjes zijn er te lezen over uitwerpselen, waarvan er één pijnlijk bekend voorkwam, maar een gewone foto van een hondendrol ontbreekt.

Zulke tegenslagen voeren de tijdsdruk alleen maar op. Ik pieker me suf hoe ik een leuk en tegelijk beschaafd afstudeerpraatje kan houden over rioolwaterbehandeling. De visioenen van geeuwend of krant-lezend publiek, black-outs, mislukkende grapjes, haperende beamers, doorbrandende overheadprojectorlampen, hoestbuien, loopneuzen en kapotknallend panty-elastiek blijven vooralsnog de overhandhebben.

Wie zich wil verkneukelen mag langskomen: donderdag 24 februari om vier uur in zaal F van civiele techniek. Kijken of de rok past.

Mijn broer staat enthousiast voor de deur. Vers ingevlogen uit Boston. ‘Dag Ing, en ben je er klaar voor?’ Er klaar voor % waarvoor? Dan realiseer ik me dat het de vierentwintigste is. De vierentwintigste! Nee, dat kan niet. Ik heb niets gedaan, niets. Geen sheets, geen gelikte powerpointpresentatie, nog geen dia heb ik ingeraamd.

De eerste angstdroom heb ik dus alweer achter de rug. Overdag denk ik aan niets anders dan aan de nu opeens eng snel naderende afsluiting en tegelijk climax van mijn studiecarrière. Want het is zover: Ik heb mijn afstudeerrapport ingeleverd, en de datum, het tijdstip en de zaal zijn bepaald voor het uur des oordeels.

Vooralsnog lig ik, in bescheiden mate, overhoop met mijn afstudeercommissie over het taalgebruik in mijn rapport. Ik schrijf in hoofdstuk zeven dat in het berekende ruimtebeslag de muren van mijn filter nog geen plek hebben. ‘Plek’ is te dichterlijk. Iets eerder weten mijn filters goed raad met de fluctuerende wateraanvoer. Mag ook niet. (‘Het water is extreem vuil, de filters weten zich geen raad. Vertwijfeld vragen ze zich af of ze hun poriën wel lang genoeg open kunnen houden en als dat lukt, of dan het filterbed wel dik genoeg is. Of zouden ze hulp krijgen van een dosis chemicaliën? Paniek maakt zich van hen meester, maar gelukkig, daar is SuperInstallatiebeheerder’ – ook geschikt om later voor te lezen aan de kinderen.) Het liefst moeten in elke zin de gebezigde werkwoorden gezelschap krijgen van de ‘cover your ass’ combinatie ‘zouden kunnen’. Correct maar onleesbaar. Ik durf mijn prof de versie met geheel herziene lay-out niet eens te tonen.

Nou ja, aanvullingen kunnen nog gemaakt worden tot het einde der tijden (dat is augustus voor het 4-jarig curriculum), het praatje is over twee weken. Hoogste tijd om de uitnodigingen de deur uit te doen.

Omdat ik afstudeer op afvalwater wil ik een drol op de voorkant van mijn invitatie. Een hele gewone, keurig nette, alledaagse drol; een hondendrol is prima. Ik heb zelf geen plaatjes of foto’s ervan (ook een afstudeerbegeleider leek een beetje beteuterd toen hij dat vaststelde bij de eerste rapportbladersessie), dus ben ik wat rond gaan struinen op internet. Gevaarlijk, want het intikken van poep, drol of turd in een zoekvenster zou vast de grootst mogelijke derrie oproepen.

Maar ik heb helemaal niets gevonden! Ook het verwijderen van het ‘family filter’ maakte geen verschil. De meest ranzige verhaaltjes zijn er te lezen over uitwerpselen, waarvan er één pijnlijk bekend voorkwam, maar een gewone foto van een hondendrol ontbreekt.

Zulke tegenslagen voeren de tijdsdruk alleen maar op. Ik pieker me suf hoe ik een leuk en tegelijk beschaafd afstudeerpraatje kan houden over rioolwaterbehandeling. De visioenen van geeuwend of krant-lezend publiek, black-outs, mislukkende grapjes, haperende beamers, doorbrandende overheadprojectorlampen, hoestbuien, loopneuzen en kapotknallend panty-elastiek blijven vooralsnog de overhandhebben.

Wie zich wil verkneukelen mag langskomen: donderdag 24 februari om vier uur in zaal F van civiele techniek. Kijken of de rok past.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.